EXAMEN METHODISCH-AGOGISCH HANDELEN 2
KRACHTGERICHT WERKEN
WAT ZIJN DE 6 PRINCIPES VAN KRACHTGERICHT WERKEN
1. De mens is totaal en uniek met eigen krachten en talenten
• Focus op het geloof in de aanwezigheid en het ontdekken van krachten, interesses,
mogelijkheden, kennis en capaciteiten va de persoon
• Elk persoon heet capaciteit om te groeien en te veranderen
• Als hulpverlener hebben we oog voor deze krachten en doen we er beroep op.
2. Focus op de krachten en niet op de tekortkomingen
• Niet de problemen of tekortkomingen, maar de mogelijkheden, krachten en talenten staan
centraal
3. De regie blijft bij de hulpvrager, die zelf bepaalt wat belangrijk is, wat hij/zij wenst te bereiken en
hoe de hulpvrager dit wenst te doen
• Client is expert over zijn eigen leven, hij kent zijn gewenste situatie en weet hoe deze stap
voor stap te bereiken
• Krachtgericht werken = respect hebben voor de autonomie van de cliënt (we geven de
vrijheid om eigen leven te plannen en keuzes te maken)
• We reiken hierbij de keuzemogelijkheden aan en betrekken de cliënt bij iedere stap
4. De relatie tussen hulpvrager en hulpverlener staat centraal
• Hulpvragers blijken meer te blokkeren op de aanpak van de HVL dan op de inhoud. (Hoe is
belangrijker dan wat men doet)
• Krachtgericht werken = ondersteunende houding
5. Krachtbronnen (middelen, steunbronnen, competenties, kwaliteiten) van het individu en de
omgeving worden bij elkaar gebracht
• Ondersteunende interventie wordt gestimuleerd, boven professionele, geformaliseerde hulp.
• Er wordt gestreefd naar de minst ingrijpende vorm van HVL.
• Maximale ondersteuning van steunfiguren binnen sociaal netwerk
6. De samenleving als hulpbron
• Nadruk op optimaal benutten van relaties en hulpbronnen uit de omgeving.
• Krachten bundelen
• HVL heeft bescheiden rol
WAT IS BELANGRIJK BIJ EEN EERSTE CONTACT, WAAR LET JE OP?
1. Eerste contact is bepalend voor de werkrelatie
1. wie is de begeleider, kan hij mij de baas, is hij te hard of te zacht?
2. Indien mogelijk treedt de HVL naar buiten vb door huisbezoek
2. Zicht krijgen op situatie cliënt
1. Hoe ervaart hij zijn situatie?
2. Verwachtingen cliënt tov de HVL en traject?
1
, 3. Hoe verklaart hij zijn situatie?
4. Hoe gaat hij met de situatie om?
5. Betrokken sociale en professionele relaties, (potentiële) hulpbronnen?
6. Dreigingen, wensen, en wat hij niet wil in de begeleiding
3. Informatie geven
1. Over eigen expertise en ervaring, wat kan je wel/niet doen vanuit je professionaliteit
2. De krachtgerichte werkwijze om het verband duidelijk te maken tussen eigen kracht en de
bronnen die hij nodig heeft om eigen leven terug in handen te nemen
3. De verschillende leefgebieden die focus kunnen zijn van het krachtgerichte
begeleidingstraject.
4. Afspraken maken en verwachtingen verduidelijken over ieders inbreng in het traject =
verantwoordelijkheid duidelijk maken
5. Ga zorgvuldig om met beschikbare informatie
1. Je kan ervoor kiezen om bewust af te zien om informatie voorafgaand aan een eerste
ontmoeting door te nemen, voordeel is dat je niet vooringenomen bent en open en
respectvol kan luisteren. Je kan eventueel in het eerste contact verwijzen naar deze info en
voortellen om dit bij een volgend gesprek samen door te nemen
KRACHTENINVENTARISATIE
2
, CASUS, STEL EEN ACTIEPLAN/AFSPRAKENNOTA OP EX!!!
Zie casus en afsprakennota Maria en Karel!
Focus op gewenste situatie, respecteer tempo van de cliënt, hulpvrager is de expert wanneer het gaat over zijn
Verhaal, zelf gekozen doelen zorgen voor meer motivatie
WAT ZJIN DE AANDACHTSPUNTEN BIJ HET OPSTELLEN VAN HOOFD OF LANGE TERMIJN DOELEN?
1. Positief formuleren, in de richting van de gewenste situatie en he begin van een oplossing
2. “Wat wel” in plaats van “Wat niet”
3. Geeft aan wat cliënt belangrijk vind voor zijn toekomst.
4. Vertrekt steeds vanuit de cliënt
Voorbeelden
Zeg niet Zeg wel
1. Verbeteren van sociale competenties Ik (Maria,…) wil meer vrienden hebben
2. Verbeteren van persoonlijke hygiëne Ik douche me elke morgen
3. Karel kan niet alleen instaan voor de nazorg Karel wil zo goed mogelijk genezen van kanker
van zijn kankerbehandeling. De begeleiding
zorgt voor ondersteuning.
Om de gewenste lange termijndoelstellingen te bereiken formuleren we werkdoelen (tussenstapjes).
WAT ZIJN DE AANDACHTSPUNTEN BIJ HET OPSTELLEN VAN WERKDOELEN?
1. Klein, haalbaar, meetbaar
2. Wie is verantwoordelijk voor welke actie, ook vermelden wanneer de actie moet afgerond zijn
Voorbeelden
Zeg niet Zeg wel
1. De begeleiding maakt tijdig een Beter: Karel kijkt eerst hoe de begeleider een
afspraak met de oncoloog (1x afspraak maakt, en de volgende keer probeert
jaar) hij dat zelf
2. Karel zorgt dat hij proper is als Beter: Karel doucht zich voor hij naar de
hij naar de afspraak gaat oncoloog gaat en doet propere ondergoed
aan
3. Karel houdt zich aan de Beter: Karel volgt zijn afspraken goed op, de
afspraken van de oncoloog begeleider ondersteunt door een SMS te
sturen
samengevat
1. Goed gestructureerde doelen
2. Op maat van de betrokkene
3. Omvat kracht en steunbronnen
4. = transparant
5. Op basis van de capaciteiten van de betrokkene en zijn omgeving
3