1.1.1 Reactievermogen
= vermogen om op lange of korte termijn te reageren op zijn omgeving
- Prikkelbaarheid = vermogen om te reageren op veranderingen uit omgeving (snelle reactie)
o Vb. Braken (emesis):
Kan optreden als reactie op bacteriën of toxines in het spijsverteringsstelsel. Een
verhoogde secretie van de spijsverteringsklieren en een omgekeerde peristaltiek
zorgen voor het snel ledigen van de maag en het eerste stuk van de dunne darm.
- Adaptievermogen/ aanpassingsvermogen = vermogen om zich aan te passen aan de
omgeving door langdurige veranderingen (lange termijn reactie)
o Vb. ijzeropname:
Het menselijk lichaam heeft geen manier om overschotten van ijzer kwijt te geraken.
Daarom wordt de ijzeropname sterk gereguleerd. Als levercellen “voelen” dat er
voldoende ijzer is, wordt de opname van ijzer ter hoogte van de darm geblokkeerd.
1.1.2 Groeien
- Celdeling ® bij complexe organismen
- Celgroei ® bij eenvoudige organisme
1.1.3 Voortplanten
= Levende wezens zorgen voor een nieuwe generatie
- De voortplanting kan op 2 manieren gebeuren:
o Geslachtelijk
o Ongeslachtelijk
1.1.4 Bewegen
= Alle levende wezens vertonen een vorm van beweging:
- Uitwendige beweging (bv. zich voortbewegen door de omgeving)
- Interne beweging (bv. voedingsstoffen transporteren over een membraan, bloed
rondpompen, …)
1
,1.1.5 Stofwisseling = metabolisme
- Metabolisme: alle chemische reacties om:
o Energie te leveren voor reactievermogen, groei, voortplanting en beweging
o Synthese van complexe moleculen zoals eiwitten:
§ Structureel onderhoud en herstel
§ Groei
§ Klierproducten
§ Reservestoffen opbouwen
- Katabolisme: afbraak van organische moleculen om energierijke moleculen (zoals ATP) te
maken
- Anabolisme: vormen van nieuwe organische moleculen met de energie van het katabolisme
1.2 Anatomie VS fysiologie
Macroscopische anatomie = kenmerken onderzoeken die met het blote oog zichtbaar zijn
- Uitwendige anatomie = oppervlak bestuderen en algemene vorm
- Regionale anatomie = oppervlak, inwendige structuren van bepaalde regio (bv. hoofd)
- Systemische structuur van orgaanstelsel
o Orgaanstelsel: groep organen, die samen op een gecoördineerde wijze functioneren
Microscopische anatomie = structuren niet zonder vergroting zichtbaar
Taxonomie
= Leer van het ordenen (organismen in gelijke groepen steken obv
gemeenschappelijke kenmerken)
- Soort of species
= als 2 organismen voortplanten en de nakomeling kan zich ook voortplanten
o Bv. “Ingrid Marie” + “Golden delicious” = “ Elstar”
- Klasse
= Verschillende ordes, maar gelijke kenmerken
o Vogels
o Vissen
o Zoogdieren
o Amfibieën
o Reptielen
- Rijk
= verschillende stammen, gelijke kenmerken
o Planten
o Bacteriën
o Protisten, algen, wieren
o Dieren
2
, o Fungi & schimmels
- Domeinen
o Bacteriën
Prokaryoten (geen kern in hun cel)
o Archaea
o Eukaryoten (wel kern in hun cel)
§ Schimmels
§ Planten
§ Dieren
§ Protisten
1.3 Symbiose
= samenleven van 2 of meer organismen van verschillende soorten waarbij de samenleving voor
minstens één van de organisme gunstig is of zelfs noodzakelijk
- Mutualisme = beide voordeel
o Vb. Bacteriën in dikke darm: (ppt p15)
In onze dikke darm zijn een groot aantal bacteriën aanwezig. Zij bezetten de
darmwand en leven van de continue voedselvoorraad die wordt aangebracht uit de
dunne darm. De darmflora leeft in symbiotische relatie met ons. Wij zorgen voor een
ideale groeiomgeving waar bv. continue aanvoer is van nutriënten. In ruil beschermen
zij ons tegen gevaarlijke, ziekteverwekkende micro-organismen en voeren zij
metabola reacties uit die wij zelf niet kunnen. *
* Darmflora bezet onze darm en beschermt ons tegen schadelijke micro-organismen.
Door aanwezigheid van bacteriën wordt ons immuunsysteem gestimuleerd om
potentieel gevaarlijke pathogenen te elimineren. Vnl. onverteerde EW en KH kunnen
worden afgebroken in een fermentatiereactie (anaeroob). Fermentatie KH: short chain
fatty acids. Deze stoffen zijn een belangrijke energiebron voor darmcellen. Darm kan
nog andere stoffen afbreken en biologisch actief maken. Bacteriën kunnen ook
bepaalde vitamines maken (K en B). Samenstelling darmflora is afhankelijk van dieet.
- Commensalisme = ene heeft voordeel andere geen voordeel / nadeel
- Parasitisme = ene heeft voordeel, andere nadeel
o Vb. Toxoplasma gondii:
Toxoplasma gondii is een protist die een seksuele voortplantingscyclus heeft in de kat.
Vrouwen die in contact komen met uitwerpselen van de kat kunnen besmet geraken.
Ook rauw of onvoldoende verhit vlees eten vormt een gezondheidsrisico. Varkens,
geiten, schapen, … kunnen de parasiet immers opnemen tijdens het grazen, waardoor
de parasiet uiteindelijk in de spiermassa terechtkomt
3
, 1.4 Voedselkringloop
- Organisme = hiërarchisch opgebouwd
chemisch ® cellen ® weefsel ® organen ® stelsel ® organismen
o Menselijk lichaam bestaat uit orgaanstelsel
o Orgaanstelsel bestaat uit organen
§ Verschillende organen vervullen samen één overkoepelende functie
§ Spijsverteringsstelsel: slokdarm + maag + …
® verwerkt voedsel en zorgt dat voedingsstoffen worden opgenomen, het is
ook verantwoordelijk voor het verwijderen van afvalstoffen
o Orgaan bestaat uit weefsels
§ Deze werken samen om een specifieke functie uit te voeren
§ Functie slokdarm: verplaatsen van voedselbrij van de mond naar de maag
o Weefsel bestaat uit cellen
§ Cellen voeren een gemeenschappelijke functie uit
§ 4 basisweefsel:
• Epitheelweefsel
• Bindweefsel
• Spierweefsel
• Zenuwweefsel
1.5 Homeostase
= alle cellen streven naar een constant intern milieu (constante temperatuur, pH, zoutgehalte, …)
ondanks grote fluctuaties in de omgeving.
- Belangrijkste fysiologische mechanisme achter homeostase is negatieve feedback.
- Negatieve feedback: een prikkel neemt toe of af en wordt waargenomen door een receptor.
Deze informatie wordt doorgegeven aan en integratiecentrum dat de info ontvangt, verwerkt
en een opdracht doorgeeft aan een effector. Hierdoor wordt de situatie gecorrigeerd en blijft
de homeostase bewaard
o Vb. Regulatie van het glucosegehalte in het bloed:
De glucoseconcentraties in het bloed moeten constant blijven ( 70 – 110 mg/dL).
Wanneer er te weinig glucose aanwezig is, zal onder andere glycogeen in de spieren
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper louisegoyvaerts. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.