DEEL I
RELATIE TUSSEN JUSTITIE EN HULPVERLENING
DE SPECIFICITEIT VAN DE CRIMINOLOGISCHE INTERVENTIE
DE PROFESSIONELE RELATIE
1
,DE RELATIES TUSSEN JUSTITIE EN
HULPVERLENING: EEN APARTE
COMBINATIE
1. INLEIDING
Als criminoloog ben je vaak in werkzaam in het spanningsveld tussen hulpverlening en justitie. Dit zal vaak
leiden tot een spanningsveld.
2.SAMENWERKEN TUSSEN JUSTITIE EN HULPVERLENING: KAN
DIT WEL?
Wanneer justitie en hulpverlening met elkaar in contact komen, is dit een ontmoeting tussen 2 werelden, elk
met hun eigen geschiedenis. Deze geschiedenis is bepalend voor de intrinsieke eigenschappen die justitie en
hulpverlening in onze huidige samenleving kenmerken. De vraag is nu of deze intrinsieke eigenschappen een
evenwichtige relatie tussen justitie en hulpverlening niet in de weg staan. Hieronder worden enkel van deze
eigenschappen geanalyseerd en besproken. Er ontstaat een gestructureerde en gesystematiseerde
samenwerking tussen justitie en hulpverlening in de laatste jaren door onder andere regelgeving,
samenwerkingsinitiatieven als slachtofferschap. Maar moet er überhaupt een relatie zijn tussen de twee?
We zien dat het twee aparte instituten zijn en dat ze verschillende, soms conflicterende, doelstellingen en
werkwijzen hanteren. Indien geen relatie dan zullen we een hardere justitie hanteren. Geen straffen en
maatregelen meer gebaseerd op persoon van delinquent en zijn sociale omgeving. Maar ook geen probatie,
VOV, penitentiair verlof en VI meer.
2.1. DE DOELSTELLINGEN
Wat is het doel van justitie? Aan de basis van justitie ligt het recht. Het recht is een geheel van gedragsregels
die het samenleven in een maatschappij reguleert. En dat geheel aan gedragsregels noemen we wetten. Het
basisprincipe van al deze gedragsregels in het recht, is in onze democratie het streven naar het evenwicht
van macht. En deze gedragsregels leggen de noodzakelijke verhouding vast tussen burgers onderling,
burgers en overheid en tussen de verschillende machten. Zo wordt een kader geboden waarbinnen relaties
zich kunnen ontplooien zonder angst voor de ander. Het doel van het recht is het proberen te vermijden van
intermenselijke waardegeladen belangenconflicten. Of als deze conflicten zich voordoen, om ze op te lossen.
Zo blijven we in een veilige geordende samenleving. Het gezamenlijk welzijn wordt gemaximaliseerd. Met
andere woorden ligt bij de wet het collectief belang centraal. De wet is niet bedoeld om iedereen gelukkig te
maken, maar er voor te zorgen dat we verder kunnen met elkaar. Door de wet ligt de noodzakelijke
verhoudingen vast, er zit een minimumgrens vast. Waardoor we met z’n allen verder kunnen evolueren als
samenleving. Het doel van justitie is het creëren en handhaven van orde en dat de doelstellingen van het
recht worden bewerkstelligd. En daartoe heeft justitie een aantal hulpmiddelen: politie en strafuitvoering.
De politie ziet toe op de naleving van wetten en gedragsregels en het handhaven van de openbare orden.
Men kan deze ook met macht en kracht laten naleven. De strafuitvoering ziet erop toe dat beslissingen door
de rechter genomen, worden uitgevoerd.
Wat is het doel van hulpverlening? Het is gericht op het verhogen van het welzijn van een individuele cliënt.
Dus niet een collectief belang maar individueel belang. De persoon als cliënt, zijn ontwikkeling en zijn
persoonlijke welzijn staat hier centraal. Daar gaan we naar het maximaliseren van het welzijn van de cliënt,
dus is er geen sprake van een noodzakelijke verhouding. Het gaat over de mensen in hun best mogelijke
context te brengen en te laten evolueren dat ze kunnen groeien en bloeien. Dit als individu.
2
,Hier zie je al de eerste spanningsvelden bestaan: justitie richt zich op collectief belang en hulpverlening richt
zich op het individueel welzijn. Ze hebben allebei het welzijn van de mensen voor ogen. Het verschilpunt zit
hen in de operationalisering van deze doelstellingen. Justitie beoogt het collectief welzijn te bereiken door
normerend, bestraffend op te treden tav mensen die de regels niet volgen. Hulpverlening wil het individueel
welzijn bereiken door middel van sociale integratie van de cliënt, waar cliënt zelf aangeeft wat zijn of haar
behoeften en wensen zijn.
Naarmate in de toekomst zien we meer en meer initiatieven die het algemene welzijn en het individuele
welzijn bij elkaar brengt. Zoals terugprevalentie en programma’s gericht op resocialisatie.
2.2. HET STUREND MENSBEELD
Een tweede aspect in deze complexe relatie is het mensbeeld. Als we kijken naar het mensbeeld binnen het
strafrecht, dan zijn daar 2 belangrijke elementen centraal; de vrije wil en intentie (mensen kunnen pas
gestraft worden, wanneer ze uit vrije wil en uit intentie schade heeft berokkent). Deze visie vindt haar
oorsprong in de periode van de verlichting 1650 en die tot de Franse revolutie 1790 inging tegen het
heersende autoriteitsgeloof. Men stelde de rede centraal en waren niet geneigd om standpunten van
autoriteiten te gaan aanvaarden. Het is sinds Napoleon dat gedrag wordt gezien als gevolg van menselijke
verantwoordelijkheid en vrije wil.
Hoe zit het dan binnen de hulpverlening? We zouden een onderscheid kunnen maken in theorieën met
verschillende mensbeelden.
1. Psychoanalyse:
Vrije wil is hier relatief en intentie is hier onduidelijk. Een groot deel van wat ons leven uitmaakt, is
onbewust. We hebben groot deel waar we weinig contact mee hebben maar die wel een groot
invloed heeft op hoe we denken, voelen, handelen etc. we hebben wel een idee waarom we iets
doen, maar dat is vaak maar een relatief idee. We hebben er vaak geen zicht op. Intentie is heel erg
relatief begrip binnen de psychoanalyse. We kennen maar een klein topje van de redenen waarom
we iets doen. Hetzelfde geldt voor de vrije wil. We weten maar een bepaald aspect van ons
functioneren. Vrije wil bestaat in onze beleving maar we worden gestuurd door onbewuste
krachten.
2. Leerpsychologie:
Intentie en vrije wil is hier geen object van studie. We gaan alleen maar onderzoek doen naar dingen
die observeerbaar zijn. Dus deze stimuli en de reactie van mensen op deze stimuli. 5SR) Wat er in
ons hoofd omgaat, kunnen we niet bestuderen. 5SOR) Enkel wat we kunnen zien, gaan we gaan
bestuderen.
Zijn deze 2 mensbeelden interessant voor ons recht? Vrije wil en intentie staat centraal in het
recht, maar hier staat dat niet
3. Humanistische stromingen (Maslov, Rogers)
De innerlijke beleveniswereld van de mens staat centraal. Deze innerlijke wereld wordt belangrijk
geacht als studieobject. Het is als het ware een reactie tegen de psychoanalyse en leerpsychologie.
We gaan dus de aandacht richten naar het innerlijke wereld, hoe denkt/voelt/gedraagt de persoon
zich? Vrije wil en intentie zijn hier wel centrale concepten. Alles wat van buiten komt, eisend is,
3
, normen van buitenaf opgelegd, zijn een bedreiging voor de gezondheid en ontwikkeling van mensen.
Alhoewel dat vrije wil en intentie zeer duidelijk aanwezig zijn in dit mensbeeld, is het zo dat de
relatie tussen deze stromingen en mensbeeld in het recht, spanning teweeg brengt. Het is iets van
buitenaf opgelegd, waardoor deze zelfactualisatie geblokkeerd wordt.
4. Cognitivisme
Mens als informatieverwerker en beslisser. Intentie en vrije wil zullen hier een belangrijke rol gaan
spelen. Waarbij alle elementen die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van deze mensen niet zullen
botsen met de plaats van vrije wil en intentie in het recht. Het is vanaf deze periode 1980 dat er een
meer systematische relatie is ontstaan tussen justitie en hulpverlening.
2.3. WAARDENGEBONDEN VS WAARDENVRIJ
Een derde spanningsveld tussen relatie justitie en hulpverlening is het feit dat justitie waarde gebonden zijn.
En de hulpverlening was heel lang waardenvrij. We werken niet normatief en waardevrij, meer beschrijvend
en verklarend. Er is vele jaren geen plaats geweest in hulpverlening in het waardendebat. Zij namen aan dat
het laatste wat ze deden, de waarden van mensen beïnvloeden. Vanaf de opkomst van humanisme en
cognitivisme (verschuiving in mensbeeld), krijgt zo het waardendebat ook een plaats in de hulpverlening.
Deze aandacht zorgt ervoor dat er heel veel onderzoek werd gedaan. Men ziet dat de waarden een heel
belangrijke rol speelt in hulpverlening en therapeutisch proces. Psychotherapie is niet waardenvrij, het is de
beste manier om waarden te gaan wijzigen. De psycho-sociale hulpverlening stelt zich steeds meer open om
samen te werken met justitie. Deze samenwerking dwingt de hulpverlener binnen een justitiële context tot
een continue bezinning over de vraag welke waarden hij laat primeren. Het individueel belang (hvl) of het
collectief belang (just)? Deze indeling is niet zwart-wit! Ze besteden beide aandacht aan collectieve en
individuele belang. Hulpverlener houdt rekening met grenzen van anderen. Justitie vindt dat het individu zal
moeten kunnen functioneren in de samenleving.
2.4. WIENS WAARHEID?
Een vierde dimensie is de waarheid. Justitie is gericht op waarheidsvinding. Men wil weten wat er precies
gebeurd is vooraleer men een uitspraak doet. Justitie is prioritair gericht op het verzamelen en beschermen
van feitenmaterialen. En secundair gaat men binnen justitie zorg hebben voor de betrokken zoals getuigen,
slachtoffers, verdachten. Een interventie door justitie is maar mogelijk als de waarheid bewezen is.
Binnen de hulpverlening is men geneigd om de cliënt op zijn woord te geloven. Dus niet primair gericht op
waarheidsvinding. Maar het perspectief en belevenis van cliënt komt centraal te staan. En secundair heeft
men aandacht voor mogelijke congruentie tussen beleving en de werkelijkheid. De zorg voor de betrokkene
centraal staat. Terwijl in justitie de verzameling en bescherming van de feiten centraal.
Dit alles leidt tot een belangrijke conclusie: als we kijken naar de grootste fouten van justitie en
hulpverlening kunnen maken, dan zien we grote verschillen: justitie: een vals positief aannemen. Je
veroordeelt iemand die het feit niet heeft gepleegd. Binnen de hulpverlening is de vals negatieve de meest
ernstige. Stel je voor ik voel wat pijn in mijn arm en druk op mijn borst. Ik ga naar de dokter en ga maar naar
huis dit is stress. Ik overlijd. Versus ga maar naar het ziekenhuis voor onderzoeken van jouw hart. Nadien
blijkt er niets aan de hand te zijn. (vals positieve) De eerste fout, vals negatieve, is een heel grote fout in de
hulpverlening.
Het toont aan dat we in justitie en hulpverlening een fundamenteel andere blik hebben, op ‘de gevallen
waar we mee te maken hebben, we richten ons op andere dingen, fouten worden anders gezien’.
Ook wanneer beide zich buigen over de waarheid van eenzelfde persoon, zorgt dit voor problemen.
Wanneer personen eerst in hulpverlening hun verhaal doen, bestaat er een risico op contaminatie van de
4