Onderzoek en behandeling IIa WPO
Inleiding:
Doel van functioneel onderzoek:
- Bepalen van de actuele belastbaarheid
- Vaststellen van aard en ernst in fysiologische functiestoornissen:
o Gewricht, spier – pees, zenuw en huid
- Bijdragen tot bepalen van aard/ernst letsel in anatomische structuren (bot/kraakbeen/spier
– pees /zenuw)
- Nagaan rode vlaggen (en terugkoppelen naar musculoskeletale tractus anamnese)
- Indicatie kiné?
- Bepalen van de doelstellingen voor therapie: adviseren/informeren/ motiveren/bandageren
(zwachtels)/ passief-actief mobiliseren/ oefentherapie/…
Functiestoornissen:
- Fysiologisch
o Verminderde mobiliteit/rekbaarheid (gewricht; spier, zenuw)
o Verminderde compressie BBH (bot; kraakbeen)
o Verminderde stabiliteit
o Verminderde kracht-uithouding
o Verminderde coördinatie
- Psychologisch
o Bewegingsangst
o Passieve coping
Doel:
- Brug naar therapie:
o Bewegingsbeperking: passief-actief mobiliseren
o Verminderde stabiliteit: stabiliserende oef of passief
o Stabiliseren: door een tape
o Verlies van kracht of uithouding: oefentherapie
o Verminderde compressiebelastbaarheid (steunname): CKK oef
o Bewegingsangst: informeren/adviseren/motiveren
Functiestoornissen gewricht:
- Gewricht is een orgaan en is een geheel van:
o Kraakbeen, subchondraal bot, gewrichtskapsel, ligamenten, synovium, meniscus of
labrum of discus
- Stoornissen in de mobiliteit: verlaagd of verhoogd
o Vb: osteoartrose (artritis), immobilisatie of postoperatief; blokkering: verlaagd
o Vb: voorstekruisband ruptuur of schouderluxatie: verhoogd
- Stoornis in de compressie-belastbaarheid (kraakbeen/subchondraal bot/ synovium)
o Vb: artritis; fractuur, immobilisatie
, - Stoornis in de stabiliteit
o Passieve component: mechanische treksterkte ligamenten
o Actieve component: neuromusculaire controle=controle van krachten die inwerken
op gewricht, controle door spierwerking en sturing zwaartepunt op basis van
afferente info
▪ Vb: elongatie/ruptuur kapsuloligamentair weefsel; postoperatieve
ligamentoplastie (reconstructie); post immobiliteit
- Stoornis in de sensorische functie: pijn/ stijfheid
o Vb: artritis
- Stoornis in de sensorische functie: houdings-en bewegingsgevoel
o Vb: ligamentair letsel; osteoartritis; centraal of perifere zenuwletsel
Functiestoornissen spier – pees:
- Stoornissen in de rekbaarheid: verlaagd
o Vb: spiercontractuur; spierscheur; postimmobiliteit
- Stoornis in de spierkracht: verminderd
o Vb: tendinopathie; centraal of perifeer zenuwproblematiek; osteoartritis; aging,
immobilisatie
- Stoornis in de spiertonus
o Vb: spiercontractuur; ziekte van Parkinson
- Stoornis in uithouding
o Vb: post immobiliteit; osteoartritis; aging
- Stoornis in de sensorische functie: pijn/ stijfheid
o Vb: acute tendinitis/tendinopathie
Functiestoornissen zenuw:
- Stoornissen in de mobiliteit: verlaagde rekbaarheid
o Vb: centraal neurologisch problematiek (hernia lumbaal/cervicaal); perifeer
zenuwletsel; postimmobiliteit
- Stoornis in de sensorische functie: rekpijn, verandering in sensibiliteit (anesthesie,
hyperesthesie(overgevoeligheid), paresthesie (stoornis gevoelssensatie))
o Vb: centraal neurologisch problematiek (hernia lumbaal/cervicaal); perifeer
zenuwletsel; postimmobiliteit
- Stoornis in de spierfunctie: verminderde of afwezige reflex, spierkrachtverlies, verlies
coördinatie
o Vb: centraal neurologisch problematiek (hernia lumbaal/cervicaal); perifeer
zenuwletsel (N. peroneus letsel tgv een direct trauma)
- Stoornis in de bewegingsfunctie: verminderde of afwezige reflex, verlies coördinatie,
gestoord gangpatroon
o Vb: centraal neurologisch problematiek (hernia lumbaal/cervicaal)
Functiestoornissen huid:
- Stoornissen in de mobiliteit: verminderde oppakbaarheid, verminderde verschuifbaarheid
- Stoornissen in de herstelfunctie; littekenvorming
- Stoornissen in de sensibiliteit: drukpijn, rekpijn, tintelingen
- Trofiek stoornissen: verminderde doorbloeding (voeding van het weefsel)
- Stoornissen in de zweetsecretie
,Functiestoornis vestibulair (oor):
- Stoornissen in de balans/evenwicht: verlaagd
o Vb: centraal neurologisch problematiek; ligamentair letsel; osteoartritis; aging,
vestibulair probleem
- Stoornissen in houdings-en bewegingsgevoel
o Vb: tgv ligamentair letsel: bij osteoartritis vestibulair probleem
Stoornissen in de bewegingsfunctie:
- Stoornissen in de motorische reflex: pees reflex A-pees verminderd of afwezig
o Vb: centraal neurologische problematiek: discus hernia
- Stoornis in de willekeurige beweging: links-rechts coördinatie, oog-hand-coördinatie
o Vb: CVA (cerebrovasculair accident)
- Stoornis in de onwillekeurige bewegingsreactie: vertraagde of geen evenwichtsreactie
o Vb: CVA; hersentumor
- Stoornis in onwillekeurige beweging: tremor (voortdurende schudbeweging)
o Vb: ziekte van Parkinson
- Gestoord gangpatroon: manken
o Vb: ziekte van Parkinson; posttraumatisch; postoperatief, immobiliteit
- Gewaarwordingen gerelateerd aan bewegingsfuncties: spierstijfheid
o Vb: posttraining; spierletsel; post immobiliteit
Oefening is niet hetzelfde als een testen
o Oefening ga je meerdere keren doen
o Test doe je 2-3 keer
, Enkel/voet:
Praktijk:
Functieonderzoek bestaat uit :
- Inspectie/ Palpatie (OTTAWA/BUFFALO ankle rules)
- Actief bewegingsonderzoek
- Passief bewegingsonderzoek
- Spiertesting
- Psychosociaal (bv. vragenlijsten)
Moet ze aan elkaar koppelen en terugkoppelen naar de anamnese
Inspectie/palpatie:
= wat is er aan de hand
- Antalgie?
o Verwijderen van de pijn → op de tippen lopen
- Zwelling? Hoeveel/ waar?
- Verkleuring?
- Atrofie/ hypertrofie? → overtraining of compartimentssyndroom
- Afwijkende stand?
- Huid: trofiek/ litteken/ transpiratie (zweten)?
- Palpatie om te provoceren:
o Vb: OTTOWA ankle rules bij vermoeden fractuur
- Palpatie om een kwaliteit van een beweging te evalueren:
o Vb: anterieure translatie van tibia voorstekruisbandletsel (Lachman test)
- Palpatie om bv. de kuitspier, achillespees te testen:
o Vb: crepitaties (krakend geluid bij bewegen), onderbreking (gapping)
- Tenenstand:
o Mobiliteit & compressie belastbaarheid gewricht naar plantair flexie/ kracht peroneï
snelheid van uitvoeren/ mobiliteit/ herhaalbaarheid/ compensatie
Basis functioneel onderzoek:
- Positieve likelihood ratio of LR+ = echte positieve/vals positieve → moet zo hoog mogelijk zijn
- Negatieve likelihood ratio of LR- = vals negatieve/echt negatieve → moet zo laag mogelijk zijn
➔ Likelihood ratio’s (LR): Combinatie van sensitiviteit & specificiteit
➔ Testen met een lage likelihood ratio dienen om dingen uit te sluiten
X-Ray alleen als er pijn is rond de zone van de malleolus en:
- Bot gevoeligheid aan de posterieure zijde of kant van de laterale malleolus of
- Bot gevoeligheid aan de posterieure zijde of kant van de mediale malleolus of
- Niet mogelijk is om 4 stappen te zetten (2 stappen aan de pijnlijke voet)
X-Ray alleen als er enige pijn is in de middenvoet en:
- Bot gevoeligheid aan de basis van de vijfde metatarsaal (kleine teen)
- Bot gevoeligheid aan het naviculare
, - Niet mogelijk is om 4 stappen te zetten (2 stappen aan de pijnlijke voet)
OTTOWA ankle rules:
- Vragen aan P vragen om 4 stappen te nemen zonder pijn
o Lokale belastbaarheid? Verkorte steunname? Stapt in exo?
- Palpatie achter de malleolus lateralis en 6 cm richting proximaal over de fibula
- Palpatie achter de malleolus medialis en 6 cm richting proximaal over de tibia
- Palpatie tuberositas met V op drukpijnlijkheid
o Voelt de tuberositas gaat naar beneden tot je in een putje komt → is een zachter
gedeelte
- Palpatie tuberositas os naviculare op drukpijnlijkheid
o Dorsaal flexie → peesaanhechting van de tibialis posterior aan naviculare
➔ Toegepast om fractuur enkel/middenvoet posttrauma < 72 u uit te sluiten
➔ Fractuur uitgesloten indien P 2 stappen kan nemen op aangedane voet (ondanks pijn)
én er geen drukpijn op fibula, tibia, os naviculare en tuberositas met V en dus (in
principe) geen RX-foto geïndiceerd
➔ LR- = 0.08
➔ Voor palpatie mag je doorduwen
Actief bewegingsonderzoek:
➔ Als je een test geeft moet er altijd een alternatief zijn
➔ Altijd duidelijk zijn tegen P → weten niet wat plantairflexie is
Hoe moeten we dit beoordelen
- Provocatie?
o Pijn/vermoeidheid/stram/ tintelingen/ gevoelloosheid
- Kwaliteit van bewegen?
o Bewegingsuitslag, snelheid, herhaalbaarheid, compensaties, coördinatie
- Pijn: wegens spier-peesletsel/zenuwletsel of gewricht probleem
- Vermoeidheid: onvoldoende kracht/uithouding/ gewaarwording
- Bewegingsbeperking: beperkte mobiliteit gewricht /verminderde rekbaarheid spier – pees/
verminderde rekbaarheid zenuwweefsel
- Coördinatieprobleem: tgv letsel/ziekte perifeer of centraal ZS
- Basisbewegingen:
o Vb: buigen en strekken van de enkel
- ADL: staan/stappen/ hurken
- Werk gerelateerd of sport specifiek:
o Vb tillen-dragen van lasten, shotbeweging voetballer, service tennisser
- Van weinig belastend naar meer belastend
o Vb: unipodale stand/ stappen/ traplopen/ hinkelen
Analytische bewegingen:
Volgende bewegingen laten uitvoeren en observeer:
- Plantairflexie
- Dorsaalflexie
- Inversie
- Eversie
,Functionele bewegingen:
➔ Gaat altijd alles testen, maar moet per test wel weten wat het meeste getest wordt
Onbelaste dorsaal- en plantairflexie
➔ P in ruglig op tafel → voeten over de tafelrand → vragen aan P om de voeten zo hoog
mogelijk pp te trekken → dan zo veel mogelijk naar beneden proberen te krijgen
o Doen we meerdere keren
o Voet naar boven bewegen → krijgen een indruk van de mobiliteit van het
bovenste spronggewricht en het aanspanningsvermogen van dorsi flexoren van
enkel en voet
o Voet naar beneden bewegen → krijgen een indruk van bewegelijkheid van
plantair flexoren in het bovenste spronggewricht
Onbelaste eversie en inversie van de enkel
➔ P ruglig op tafel → voeten over de tafelrand → vragen aan P of hij de voet zo veel
mogelijk naar buiten wilt brengen
o Doe de beweging altijd eerst voor dat P zeker de juiste uitvoert
o Naar lateraal → krijgt een indruk van het aanspanningsvermogen van de
peroneï
▪ Kan verstoord zijn door een inversietrauma of door een
zenuwproblematiek
o Naar mediaal → kijken of de invertoren kunnen worden aangespannen krijgen
ook een klein beetje info over de rekbaarheid van de peroneï
o Doen we een paar keer
Onbelaste extensie van de teen
➔ P ruglig op tafel → voeten over de tafelrand → vragen aan P of hij zijn teen zo ver mogelijk
naar boven kan brengen
o Krijgen een indruk van het aanspanningsvermogen van de hallucis longus
Stappen:
➔ Op een lijn stappen
o Kan P dat?
o Kijken naar steunname op beide benen → wilt hij er op steunen, is er een
verminderde steunfase
o Stapt P in inversie of eversie
o Sneller stappen → belasting is groter
Unipodale stand
➔ Kan P met twee voeten steunen, op 1 voet staan, op 1 voet staan met handen in de zijen, op
1 voet staan en romprotaties maken
- Ervaart P pijn of niet? Zo ja hoeveel op 10
- Hoe herhaalbaar is de oefening
o Zegt iets over de compressiebelastbaarheid
- Kan P ook op een onstabiele ondergrond zetten
o Letten op de compensaties
o Aan de rand van de mat gaat er meer inversie worden uitgelokt
, o Kan P ook vragen om voor zich te kijken dan heeft hij minder visuele controle
o Of een duale taak uitvoeren → armen omhoog brengen
Bij sporters ga je ze langer laten staan dan een oudere persoon die zijn enkel heeft
omgeslagen tijdens het wandelen
Test balans/posturale controle/compressie belastbaarheid
Kan verstoord zijn na een zenuwproblematiek of na een enkelverstuiking
➔ Kan ook in inversie gaan staan of eversie gaan staan
- Indruk van de inversie van het onderste spronggewricht
- Bij eversie krijgen we een indruk van het aanspanningsvermogen van de peroneï
- Kijken naar de hoek tussen de hiel en het onderbeen
Tenenstand bilateraal vs. unipodaal
➔ Voeten op heupbreedte→ vasthouden aan een stoel of sportraam
(evenwicht uitschakelen) → op de tenen gaan staan op 2 voeten
- Is er een verschil in hielhoogte
- Compenseert P door heterolateraal het bekken te heffen
- Hoe herhaalbaar is de oefening
- Ervaart P pijn
➔ Voeten op heupbreedte→ vasthouden aan een stoel of sportraam
(evenwicht uitschakelen) → op de tenen gaan staan op 1 voet
- Compenseert P door heterolateraal het bekken te heffen
o Niet buigen in de knieën of doorzakken in de lumbale wervelkolom
- Hoe herhaalbaar is de oefening
- Unilateraal vergelijken met de andere kant
- Ervaart P pijn
Kuitspier wordt getest als je op de tenen gaat staan → test kracht en compressie
belastbaarheid
Test bewegelijkheid in het bovenste spronggewricht en het aanspanningsvermogen van
plantair flexoren
Vasthouden aan sportraam of niet → anders testen we ook nog stabiliteit
Belaste dorsaalflexie (bilaterale squat)
➔ Voeten heupbreedte → voeten in natuurlijke stand (links en rechts gelijk) →
squatten (knieën mogen niet voorbij de tenen en rechte rug)
- Kan P de knie boven de tenen bewegen
- Blijft de hiel op de grond
- Geen verhoogde eversie subtalair/ endorotatie knie merkbaar
- Is de beweging/ steunname symmetrisch
- Ervaart P pijn of niet
- Hoe herhaalbaar is de oefening → paar keer uitvoeren omdat compensatie meestal daarna
zichtbaar is (na 10 keer)
o Inzakken van het mediale voetgewelf → ook bekijken langs achter
- Kijken naar de hoek tussen de tibia en voet
We testen compressie belastbaarheid en mobiliteit
Letten op snelheid van uitvoeren/ mobiliteit/ compensatie
Vereist stabiliteit van het gewricht naar dorsaal flexie
Progressie: hinkelen/lopen/richtingsveranderingen
Krijgen een indruk van bewegelijkheid van het bovenste spronggewricht naar dorsieflexie
, Unilaterale squat
➔ Zelfde als een gewone squat maar dan op 1 been
- Vraagt meer bewegelijkheid en stabiliteit dan een bilaterale squat
- Hoe herhaalbaar is het
- Vergelijken met de andere kant
- Compensatie in de knie of onderste spronggewricht
o Valgisatie van de knie en niet te veel naar inversie bewegen met de enkel
- Is er posturale controle → romp niet te veel naar lateraal of mediaal
Belaste dorsaalflexie (trap op en trap af)
➔ Wilt het linkerbeen testen → gaat met links omhoog een rechts naar beneden → beweging
moet traag en gecontroleerd
- Beoordelen: Kan de P de knie boven de tenen bewegen?
- Kan de P de hiel plat op het trapje houden tijdens het afstappen?
o Brengt hij het zwaartepunt naar het te belaste been
- Laat de P zich niet vallen als hij de trap afgaat?
- Ervaart de P pijn?
- Hoe herhaalbaar is de oefening? → voor het testen van de lokale belastbaarheid
- Kan zijn da P slecht omhoog gaat maar goed naar beneden
- Is er een goede steunname van de voet en is er voldoende dorsieflexie
- Kijken of de knie genoeg naar voor gaat tijdens het opstappen
- Kijken naar het zwaartepunt of het op 1 been blijft → kijken of de romp niet te veel gaat
bewegen
- Kijken langs achter voor de romp en zwaartepunt, kijken langs lateraal voor de knie en
dorsieflexie, kijken als frontaal voor de knie voor valgisatie
We testen compressie belastbaarheid + mobiliteit + kracht
Letten op snelheid van uitvoeren/ mobiliteit/ compensatie
Vereist stabiliteit van het gewricht naar dorsaal flexie
Progressie: hinkelen/lopen/richtingsveranderingen
Rompflexie frontaal
➔ P buigen naar voren en laat zich gewoon hangen
- Is de lordose op L1-L5 nu een kyfose?
- Wijkt de romp van de P uit naar links of rechts (anthalgie?)
- Kan P de beweging eindstandig uitvoeren?
- Lokt deze beweging de verwachte scherpe pijn in onderbeen-voet uit of
de typische neurologische symptomen?
- Langs lateraal en dorsaal bekijken
Als je deze oefening en paar keer gaat herhalen zal je sowieso wel een zenuw gevoelig
maken waardoor je tintelingen kan ondervinden
Pijn/ uitstraling in het been van P moet herkenbaar zijn
KNGF richtlijnen: bij vermoeden van radiculopathie
Kan P de beweging eindstandig uitvoeren? → afstand vingertoppen – grond < 25cm
Test voor uitstralingspijn
➔ Kan ook naar extensie gaan → armen gekruist over de romp en naar extensie gaan