Kindermishandeling En Verwaarlozing Over De Levensloop, Een Introductie (6478KMISH)
Instelling
Universiteit Leiden (UL)
Boek
De Kleine Gids Kindermishandeling
* Let op: dit document bevat niet de behandelde stof die tijdens het laatste gastcollege (perspectief van het kind) is behandeld. Wegens privacy redenen zijn deze aantekeningen niet geïncludeerd.
Dit document betreft een volledige samenvatting van de behandelde stof tijdens college 1 t/m 9 van ...
kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop
pedagogische wetenschappen
universiteit leiden
samenvatting
Gekoppeld boek
Titel boek:
Auteur(s):
Uitgave:
ISBN:
Druk:
Meer samenvattingen voor studieboek
Kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop; een introductie (6478KMISH) samenvatting + het boek: De Kleine Gids Kindermishandeling
2024/2025 SAMENVATTING DE KLEINE GIDS KINDERMISHANDELING , vak kindermishandeling en verwaarlozing over de levensloop (6478KMISHY)
Samenvatting Kleine Gids Kindermishandeling 5e druk
Alles voor dit studieboek (10)
Geschreven voor
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Kindermishandeling En Verwaarlozing Over De Levensloop, Een Introductie (6478KMISH)
Alle documenten voor dit vak (20)
4
beoordelingen
Door: jintduijndam • 1 maand geleden
Door: sachareer9 • 2 jaar geleden
Door: lindegoedee1 • 3 jaar geleden
Door: noabaas • 3 jaar geleden
Verkoper
Volgen
eveliensophie13
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Kindermishandeling & verwaarlozing;
een levensloop perspectief
Complete samenvatting 2021-2022
,Inhoudsopgave
College 1: introductie………………………………………………………………….3
College 2: prevalentie en risicofactoren…………………………………………..…...8
College 3: verklaringsmodellen……………………………………………………….16
College 4: onderzoeksmethoden en inschatten risico op kindermishandeling………24
College 5: intergenerationele overdracht en gastcollege Veilig Thuis………………..33
College 6: vrouwenopvang & partnergeweld + gastcollege Blijf Groep………….…...44
College 7: seksueel misbruik en gastcollege CSG…………………………….………51
College 8: preventie van kindermishandeling…………………………………………56
College 9: gastcollege UMC………………………………………………………...…68
2
,College 1: introductie
Stukje geschiedenis
Opkomst kinderbescherming vrij laat. Pas eind 19e eeuw begon de kinderbescherming in opkomst te
komen. *Een van de eerste mishandelingszaken die uitgebreid aandacht kreeg, was de zaak van het
10-jarige meisje Mary Ellen uit New York. Zij werd door haar pleegouders ernstig verwaarloosd en
mishandeld. De zaak leidde tot de oprichting van de New York Society for the Prevention of Cruelty
to Children in 1875.
1896: Cort van der Linden werd gevraagd als adviseur van de regering om een nieuwe wetgeving
voor verwaarloosde en criminele jongeren uit te denken. Zijn advies werd in 1898 gepubliceerd
onder het rapport ‘Het vraagstuk van de verzorging der verwaarloosde kinderen’. Het rapport
bevatte o.a. veel aanbevelingen. Deze aanbevelingen leidde o.a. tot de oprichting van de
Nederlandsche Bo nd to t Kinderbeschermin g in 1899. De oprichting kon in feite beschouwd
worden als het begin van de erkenning van kindermishandeling in Nederland.
➔ Ondanks erkenning werd nog heel anders naar kindermishandeling gekeken. Er werd vrijwel
uitsluitend gesproken van verwaarlozing. De assumptie heerste dat verwaarloosde kinderen
een uitvloeisel waren van de opkomst van ‘asociale gezinnen’, toegenomen door
industrialisatie en immigratie. Een mishandeld kind werd gezien als een bedreiging voor de
samenleving: een mishandeld kind werd gezien als een ‘crimineel in de dop’.
Tot begin vorige eeuw bestond geen wetgeving die het mogelijk maakte om in te grijpen als het mis
ging in de opvoeding. Hoewel tot 1838 ouders de plicht hadden hun kinderen op te verzorgen en op
te voeden, bestond voor nalatigheid nog geen straf.
Wetten die o.a. hierin verandering brachten waren:
➔ Kinderwetten (1905) – kinderen waren niet langer bezit van ouders; ouders moesten er zijn
voor hun kinderen en opvoeden werd een plicht.
Jaren 60: omslag in denken, de ‘ontdekking van kindermishandeling’ – tot in de jaren 60 was er
weinig belangstelling voor kindermishandeling. Mishandeling werd alleen als één aspect van ouderlijke
verwaarlozing gezien, maar werd niet als afzonderlijk fenomeen. Hierdoor bleef het fenomeen
onderbelicht. Kindermishandeling werd voor het eerst expliciet onder de aandacht gebracht in het
proefschrift Psychische kindermishandeling in 1956.
- Amerikaanse kinderarts *Henry Kem pe heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de
‘ontdekking van kindermishandeling’. Hij legde een verband tussen onverklaarbare ziekten en
botbreuken en kindermishandeling. Hij definieerde kindermishandeling als ‘clinical condition
with diagnosable medical and physical symptoms resulting from deliberate physical assault’
(1962).
➔ ‘The B attered- Child Syndrom e’ – artikel dat naar aanleiding van Kempe’s bevindingen is
geschreven. Het syndroom betreft een ‘klinische conditie in jonge kinderen die ernstige
fysieke mishandeling hebben meegemaakt, welke vaak de oorzaak is van permanente schade
of (plotselinge) dood’. Het is belangrijk voor onderzoek naar kindermishandeling, het bewijs
als leidend te beschouwen. Wanneer ouders/verzorgers van het kind een verklaring geven
3
, van de botbreuken of de plotselinge dood van hun kind, dient dit te matchen met het bewijs
dat aan het lichaam van het kind is gevonden. Het is daarom van belang dat artsen kritisch
nadenken en vragen stellen aan de patiënt om erachter te komen wat er daadwerkelijk
speelt. Dit is betrof destijds een lastige kwestie: het zat niet in de aard van de arts om
vraagtekens te zetten bij het verhaal van de patiënt, met name wanneer ouders vrijwillig hun
kind lieten onderzoeken. Voor artsen is het echter om toch te handelen naar hun morele
plicht en verantwoordelijkheid om de waarheid te achterhalen: ‘The bones tell a story the
child is too young or frightened to tell’.
➔ De publicatie trok aanvankelijk een negatieve reactie aan. Artsen wilden deze informatie niet
horen. Uiteindelijk groeide echter het besef dat het belangrijk was om te letten op hetgeen
wat Kempe et al. stelde. Het fenomeen werd meer serieus onder de aandacht gebracht.
Jaren 70/80: betuttelende aanpak kindermishandeling – veel kritiek op het beleid. In veel gevallen
werd voor gezinnen geheimgehouden dat er een melding was binnengekomen en dat er een
onderzoek naar hen werd ingesteld. Hulpverleners maakten hierdoor óver de hoofden van de ouders
beslissingen die zij als goed achtten.
Eind vorige eeuw: verbeterde rechtspositie ouder en kind – in 1992 werd de Wet op de
jeugdhulpverlening ingevoerd. Deze wet moest de situatie betreft de versnipperende hulpverlening in
tehuizen en instellingen veranderen. Hulpverlening moest zo tijdig mogelijk, zo licht mogelijk en zo
dicht mogelijk bij huis gegeven worden. Dit werd ook wel het ‘zo-zo-zo beleid’ genoemd. De
verantwoordelijkheid voor jeugdhulp verschoof van het Rijk naar de provincies.
- De wet stelde tevens het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) in, welke zich
specifiek richt op de signalering van kindermishandeling.
- 1 januari 2015: nieuwe Jeugdwet – door deze wet kregen gemeenten de
verantwoordelijkheid en de regie over de Jeugdzorg.
Wat is kindermishandeling?
De Jeugdwet gaat uit van de volgende definitie:
‘Kindermishandeling is elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie
van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de
minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of onvrijheid staat, actief of passief opdringen,
waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in
de vorm van fysiek of psychisch letsel.’
Verschillende definities/perspectieven:
Kindermishandeling: vanuit verschillende perspectieven
• Medisch: focus op fysiek letsel (geen aandacht voor psychische mishandeling).
• Juridisch: is er sprake van schade? (volgens de wet).
• Sociologisch: geldt overal en altijd dezelfde definitie?
• Ecologisch: welke factoren spelen een rol?
Ciccheti: definieert kindermishandeling vanuit een ontwikkelingspsychologisch perspectief.
4
,Je beredeneert of er sprake is van kindermishandeling door hetgeen wat er gebeurt met het kind in
een ontwikkelingsperspectief te plaatsen → bv. een ouder die een peuter alleen over de openbare
weg laat lopen of alleen thuis laat, is niet passend gezien de ontwikkelingsfase en kan gezien worden
als kindermishandeling.
Volgende vormen van kindermishandeling te onderscheiden:
1. Licham elijk e m ishandeling – hieronder vallen alle vormen van lichamelijk geweld tegen
een kind, zoals: slaan, schoppen, knijpen, duwen, bijten, het toebrengen van brandwonden of
het kind laten vallen. Ook het vastbinden, smoren of het geven van alcohol of vergelijkbare
middelen vallen hieronder. Al bij eenmalig voorkomen hiervan spreken we van lichamelijke
mishandeling.
Voorbeelden
• ‘Pedagogische tik’ – veel ouders zien het regelmatig uitgeven van een klap als effectief
opvoedingsmiddel voor ongewenst gedrag. Sinds 2007 is toepassing van geweld in
opvoeding niet toegestaan en verboden (Art. 1:247, 2e lid BW). Het slaan in de
opvoeding geeft het verkeerde voorbeeld aan het kind en het kind leert tevens niet
waarom het gedrag verkeerd is en wat wel het gewenste gedrag is. Uit vrijwel alle
onderzoeken naar het effect van de corrigerende tik als opvoedingsmiddel is een
negatief effect aangetoond.
Meta-analyse naar het effect van de pedagogische tik: ‘Spanking and Child
Development: We Know Enough Now to Stop Hitting Our Children’ (Gershoff)
▪ Effectgroottes duiden op negatief effect van ‘spanking’ en ‘physical abuse’.
Kinderen hebben vaker gedrags- en psychische problemen wanneer zij
corrigerende tik krijgen of fysiek geweld meemaken.
▪ Geen significante verschillen tussen het effect van ‘spanking’ en ‘physical
abuse’ – dit zou aangeven dat hun negatieve effect nagenoeg ongeveer gelijk
is.
Al met al → Fysiek straffen is niet effectief en kan vaak beangstigend werken.
Kinderen kunnen hierdoor probleemgedrag door ontwikkelen, ongehoorzaam gedrag
vertonen. Op de langere termijn kunnen ze vaker psychische problemen
ontwikkelen. Daarnaast gaat het gepaard met een verhoogd risico op mishandeling.
• Shaken baby syndrome – ook wel Abusive Head Trauma genoemd. Hierbij wordt
kind hard door elkaar geschuwd met hersen- en hoofdbeschadiging tot gevolg. De
kans op letsel is het grootst bij baby’s tot 1 jaar. De oorzaak is vaak onmacht van de
ouder.
• Pediatric Condition Falsification en foetale mishandeling – bij Pediatric Condition
Falsification (vroeger Münchausen by proxy genoemd) maken ouders – meestal
moeders – een kind opzettelijk ziek of beweren ze dat het ziek is terwijl hij/zij dit
niet is. Het kan ook zijn dat het om een ziek kind gaat waarbij het probleem
ernstiger wordt gepresenteerd door de ouder(s). Dit kan schade tot gevolg hebben,
en daarom sprake van KM. Bij foetale mishandeling stelt een zwangere vrouw het
ongeboren kind bloot aan schadelijke middelen/stoffen, zoals tabak, alcohol of drugs.
5
, Foetale mishandeling kan ook door een ander dan de zwangere vrouw worden
toegebracht, bijvoorbeeld een partner die de vrouw een schop in de buik geeft.
• Meisjesbesnijdenis
• P sychische m ishandeling – uitschelden, afwijzen, kleineren of het zich minderwaardig
laten voelen van het kind. De mishandeling kan bestaan uit het pesten en voor gek zetten.
Ouders bedreigen het kind of maken het kind opzettelijk bang. Ook het terroriseren van het
kind valt hieronder, bijvoorbeeld het kapot maken van speelgoed waar het kind aan gehecht
is. Een bijzonder vorm van psychische mishandeling is wanneer er onredelijke hoge eisen aan
het kind worden gesteld, bijvoorbeeld het onder druk zetten of verplichten van kind om
uitzonderlijke schoolprestaties te leveren.
• Licham elijk e v erwaarlozing – ouders of opvoeders komen gedurende langere tijd
onvoldoende tegemoet aan de lichamelijke basisbehoeften van het kind. Het krijgt niet de
zorg en verzorging waar het gezien zijn leeftijd en ontwikkeling behoefte en recht op heeft.
Voorbeeldsituaties:
- Kind wordt blootgesteld aan gevaarlijke situaties; heel jong kind loopt zonder
toezicht op een openbare weg.
- Kind begeeft zich in een gevaarlijke of ongezonde leefomgeving; bijvoorbeeld
rondslingerende medicijnen, schoonmaakmiddelen, enz.
- Medische verwaarlozing van het kind; bv. ouders die ziekten bij kind ontkennen, geen
arts bezoeken, gebit van kind verwaarlozen.
• Em otionele verwaarlozing – ouders of opvoeders schieten tekort in het geven van
positieve aandacht aan hun kind. De verwaarlozing is passief, aangezien ouders zich hierbij er
vaak niet van bewust zijn dat zij hun kind emotioneel verwaarlozen. Hierbij kan gedacht
worden aan een ouder die veel kampt met psychische en/of verslavingsproblematiek en
hierdoor veel tijd kwijt zijn aan worstelen met zichzelf.
Voorbeeldsituaties:
- Kind wordt niet naar school gestuurd en wordt regelmatig thuisgehouden om op de
jongere kinderen te passen of de huishouding te doen.
- Getuige van huiselijk geweld – kinderen die getuige zijn van geweld in het gezin zien
of horen conflicten tussen ouders of worden geconfronteerd met de gevolgen,
bijvoorbeeld verwondingen bij de ouder of het moeten vluchten van een ouder.
Getuige zijn van geweld blijkt even traumatiserend te kunnen zijn als het
daadwerkelijk meemaken van geweld.
• Sek sueel m isbruik – alle seksuele aanrakingen of handelingen die een volwassene een kind
opdringt. Door het lichamelijke of relationele overwicht, de emotionele druk, of door dwang
en geweld van de volwassene kan het kind die aanrakingen niet weigeren. Seksueel misbruik
kan vele vormen aannemen, bijvoorbeeld verkrachting, maar ook grooming, en het bekijken
van kinderpornografie.
- Onderscheid zich van andere vormen van kindermishandeling doordat bij een
aanzienlijk deel van de gevallen het misbruik wordt gepleegd buiten het gezin, door
personen die met kinderen werken.
6
, Grooming – dader probeert het sl.achtoffer stapje voor stapje in te palmen met als doel om
het kind te misbruiken. Verloopt doorgaans in verschillende stappen
1. Aandacht (zoekt kind via chatsite en geeft hen veel aandacht, toont belangstelling)
2. Vertrouwen (groomer probeert vertrouwen te winnen, laat hem/haar weten dat hij/zij
alles aan hen kan vertellen)
3. Chantage (groomer kan kind verzoeken om seksuele handelingen te verrichten voor
webcam of seksuele foto’s, en hem/haar hiermee later chanteren en dreigen het
materiaal online te zetten)
4. Isoleren (uit schaamte doet het kind er alles aan om te voorkomen dat materiaal online
komt, durft het aan niemand te vertellen)
5. Misbruik (groomer kan kind voorstellen in het echt te ontmoeten, dit kan leiden tot
seksueel misbruik van kind).
Child Abuse by Com m ission – betreft het actief toebrengen van geweld. Hieronder vallen
lichamelijke mishandeling, psychische mishandeling en seksueel misbruik.
Child Abuse by Om ission – betreft het nalaten van iets (passief). Hieronder vallen lichamelijke
verwaarlozing, psychische verwaarlozing en verwaarlozing van onderwijs.
Samenvattingen Artikelen
Emotional abuse and neglect (psychological maltreatment): a conceptual framework
Danya Glaser, 2002
Kindermishandeling is – hoewel een vaak onderbelicht fenomeen – veelvoorkomend. Dit is
problematisch, aangezien op basis van talloze studies is aangetoond dat kindermishandeling schadelijk
is voor de verdere ontwikkeling van een kind en in verband staat met een vergrote kans op
emotionele, gedrags- en cognitieve problemen in de (latere) kindertijd.
Op basis van meerdere publicaties omtrent kindermishandeling is het echter duidelijk dat er wat
inconsequenties zijn in de definities die gegeven worden aan verschillende vormen van
kindermishandeling, in het bijzonder emotionele mishandeling en verwaarlozing (psychological
maltreatment). Naast dat de termen lastig blijken te operationaliseren, kan de onderrapportage van
psychische mishandeling of psychische verwaarlozing tevens verklaard kunnen worden door het vage
onderscheid tussen maltreatment en abuse (mishandeling).
Daarnaast is er een debat gaande of we pas van de definitie van emotionele mishandeling of
verwaarlozing kunnen spreken wanneer het mishandelende gedrag te zien is of indien de negatieve
consequenties van mishandeling aan het kind te zien zijn. Het antwoord hierop is nee: professionals
hoeven de consequenties / het bewijs niet per se eerst te zien voordat ze kunnen ingrijpen en het
kind in bescherming kunnen brengen.
7
,De algemene definitie van emotionele mishandeling en verwaarlozing
Emotionele mishandeling en verwaarlozing kan door volgende criteria worden gedefinieerd:
- Beschrijft een relatie tussen ouder en kind – de mishandeling betreft niet een specifiek
moment waarop de ouder het kind schadelijk behandelt. Het is terug te zien in het hele
relatie tussen ouder en kind.
- De interacties karakteriseren de relatie (op dat moment).
- De interacties zijn daadwerkelijk of potentieel schadelijk voor de emotionele/psychische
gezondheid van het kind.
- Kan actief (commission) of passief (omission) plaatsvinden.
- Er hoeft geen sprake te zijn van fysiek contact tussen ouder en kind.
Fram e work (Glaser)
Glaser heeft een alternatief frame work ontwikkeld waarin ze uitgaat van de volgende definitie van
het kind:
Een kind is…
- Een persoon dat bestaat.
- Een persoon met zijn/haar eigen kenmerken.
- Kwetsbaar, afhankelijk en ontwikkelt zich snel.
- Een individu met eigen gevoelens, gedachten en perceptie.
- Een sociaal wezen dat met de tijd steeds meer zal interacteren met de sociale omgeving.
Glaser stelt vervolgens in haar artikel dat emotionele mishandeling en verwaarlozing kan worden
gevangen door 5 categorieën:
• Emotionele afwezigheid, niet responsief – ouder/verzorger is niet in staat/ niet beschikbaar
om toe te komen aan de emotionele behoeften van het kind.
• Negatieve attributies en misattributies – bv. vervelend gedrag van kind op vijandige manier
interpreteren (kind gedraagt zich bewust vervelend).
• Voor de ontwikkeling ongepaste of inconsistente interacties met het kind – bijvoorbeeld te
hoge eigen stellen aan kind (als volwassene behandelen), overbeschermen van kind,
blootstelling aan traumatische situaties.
• Onvermogen tot erkennen individualiteit kind en psychologische grenzen – het kind
gebruiken om eigen psychologische behoeften te vervullen.
• Onvermogen om sociale aanpassing van kind te stimuleren – bv. door stimuleren ongepaste
gedragingen, psychologische verwaarlozing (hierdoor geen cognitieve stimulatie of
gelegenheid bieden van situaties te leren).
College 2: Prevalentie en risicofactoren
Hoe vaak komt kindermishandeling voor?
In het onderzoek naar de omvang van kindermishandeling gaat het altijd om schattingen. Vermoedens
van kindermishandeling worden lang niet altijd geregistreerd. Niet iedereen neemt contact op met
Veilig Thuis om vermoedens te bespreken en huiselijk geweld en kindermishandeling vind meestal
8
,‘achter de voordeur’ plaats. De directbetrokkenen komen er over het algemeen niet mee naar
buiten.
◼ Dit maakt het soms lastig om de cijfers te interpreteren. Indien de cijfers hoger zijn dan
voorheen kan het 1) of zijn dat het geweld is toegenomen, óf 2) dat professionals beter zijn
gaan signaleren en daardoor meer zijn gaan melden, óf 3) dat slachtoffers de hulp beter
weten te vinden.
Tot 1 januari 2015 kon iemand met vermoedens van kindermishandeling contact opnemen met het
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling en hier melding maken en advies vragen. Na 1 januari 2015
is het AMK onderdeel geworden van Veilig Thuis. Het Centraal Bureau voor de Statistiek verzamelt
nu registratiecijfers van Veilig Thuis m.b.t. huiselijk geweld en kindermishandeling. Voor een beeld van
de omvang van kindermishandeling zijn we vooralsnog aangewezen op studies naar de prevalentie en
incidentie om op een betere schatting te komen.
Prevalentie & Incidentie: hoe berekenen?
Prevalentie= totaal aantal kinderen die kindermishandeling meemaken of hebben meegemaakt.
Incidentie= alle nieuwe gevallen over een bepaalde periode die kindermishandeling meemaken. Het
geeft de snelheid aan hoe een bepaald fenomeen zich verspreidt of voorkomt.
Prevalentie berekenen
• Je telt het aantal gevallen dat kindermishandeling tot een bepaald punt (bv. 2014) heeft
meegemaakt. Je telt in dit geval dus ook de gevallen uit het verleden mee. Dit aantal deel je
vervolgens door de populatie kinderen.
Incidentie berekenen
• Je telt het aantal nieuwe gevallen die
kindermishandeling in een bepaalde periode (bv.
2014) heeft meegemaakt bij elkaar op. Hierbij
includeer je dus niet de gevallen vóór of na die
periode. Het aantal deel je vervolgens door de
populatie kinderen.
Point Prevalentie
• Je telt het aantal gevallen dat
kindermishandeling vanaf een bepaald punt
meemaakt (bv. vanaf 2014). Het gaat hierbij dus
om de kinderen die op dat moment
kindermishandeling meemaken. Voor het
berekenen van de puntprevalentie van 2014 tel
je de gevallen van 2014 tot nu op, vervolgens
deel je dit aantal door de gegeven populatie
kinderen.
9
, Lifetime Prevalentie
• Je telt het totaal aantal gevallen die nu/ ooit kindermishandeling heeft meegemaakt (totaal
aantal gevallen ooit). Dit deel je door de gegeven populatie kinderen.
P reva lentiestudies
Nationale Prevalentiestudies Mishandeling van kinderen en jeugdigen
• 2005 & 2010 → eerste en tweede Nationale Prevalentiestudies van Kinderen en Jeugdigen
uitgevoerd (NPM-2005 & NPM-2010).
• 2017 → cijfers van derde prevalentiestudie in 2019 bekend.
Tussen 2010 en 2017 hebben veranderingen plaatsgevonden, waardoor men ervan uitging dat de
cijfers van 2010 verouderd waren geraakt. Er bewustzijn rondom kindermishandeling is in deze
periode toegenomen, maar ook op wettelijk gebieden werden veranderingen ingezet.
➔ 2013: ingang Wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld – organisaties die met kinderen
werken – zoals onderwijs, jeugdzorg, kinderopvang, enz. – dienen deze meldcode te
gebruiken als ze vermoedens hebben van huiselijk geweld/ kindermishandeling bij een kind.
NP M- 2017: Nationale P rev alentiestudie Mishandeling v an Kinderen en Jeugdigen
(Lennek e Alink et al., 2017)
• Doelstellingen:
- In kaart brengen prevalentie in risicogroep.
- Inzicht verschaffen in risicofactoren die kinderen/jeugdigen kwetsbaar(der) zouden maken
voor het meemaken van kindermishandeling.
- Betere inschatting van familieomgeving.
Hoe in kaart brengen? → gegevens verschaffen van organisaties/personen die zicht hebben op/ zich
bezighouden met kindermishandeling. Deze organisaties/personen zijn gearrangeerd o.b.v. hoeveel
zichtbaarheid ze hebben op dit fenomeen:
1. Veilig Thuis
2. Overheids-Justitiële Instanties (politie)
3. Professionals (scholen, huisartsen, ziekenhuizen, enz.).
➔ NPM-2017 is gebaseerd op gegevens van bovenstaande drie domeinen.
- Nadeel: deze organisaties zien alleen ‘puntje’ van de ijsberg en niet wat daaronder ligt
(onderstaande domeinen).
4. Sociale omgeving (buren, gezinsleden, familieleden).
5. Overigen (alleen bekend bij slachtoffer en pleger).
➔ Scholierenstudie is vaak gebaseerd op informatie van deze twee domeinen.
Werkwijze→ Onderzoeksteam verdeelde Nederland in zones (elke zone bestaat uit ongeveer
evenveel kinderen). Er werden per zone verschillende organisaties aangeschreven
(kinderdagverblijven, scholen, Veilig-Thuis instanties, huisartsen, ziekenhuizen, enz.).
- Aan alle professionals van deze organisaties werd gevraagd een registratieformulier in te
vullen. Dit formulier bevatte vragen over de demografische gegevens van het kind waarvan ze
vermoedens van kindermishandeling hadden (leeftijd, woonplaats. Vervolgens werd gekeken
of verschillende professionals uit dezelfde zone over een zelfde kind hadden gerapporteerd.
10
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper eveliensophie13. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,19. Je zit daarna nergens aan vast.