Proefexamenvragen Kleur en Licht
• Wanneer is het contrast het sterkst?
• Als je primaire kleuren naast elkaar legt
• “ secundaire kleuren
• “ tertiaire kleuren
• Als je tussenliggende kleuren naast elkaar legt
• Sommige kleuren vallen meer op dan andere. Schrijf ze in volgorde van de meest opvallende?
Eventueel ook een schets maken.
Geel, oranje, rood, groen, blauw, paars
• Hoe wordt kleurenblindheid veroorzaakt? Leg kort uit
Staafjes en kegels die in het oog zitten, bevatten chemische stoffen die op licht reageren. In de
kegeltjes zitten deze stoffen voor rood, groen en blauw licht. Kleurenblinden hebben een of meerdere
van deze stoffen te weinig. Meestal rood/groen
• Kan je zwart krijgen als je licht mengt? Zo ja, hoe doe je dat en wat is de naam?
Neen wel door het mengen van rood, groen en blauw (= additief mengen!)
• Kan je zwart krijgen als je verfstoffen mengt? Indien ja, hoe doe je dat en wat is de naam?
Ja dit noemt substractief mengen, er wordt licht onttrokken als je de kleuren mengt. Zwart= cyaan +
magenta + yellow
• Wat zijn de belangrijkste karakteristieken van een lichtbron voor gebruik in interieurruimtes?
• K-waarde
• W Vermogen
• Ra-waarde
• Lm/W – waarde
• De waarneming van de omgeving onder kunstlicht is niet dezelfde onder daglicht. Leg kort uit waarom.
Bij kunstlicht kan je bepalen wat je verlicht. De waarneming van de kleuren verschilt bij kunstlicht in
vergelijking met daglicht. Kunstlicht heeft meer beperking.
• Als men in een ruimte een warme of koude sfeer wil scheppen. Welke eigenschap zal de gekozen
hebben in de beide situaties. Welk is de eenheid van deze eigenschap?
Een warme sfeer in een ruimte krijgt men door een lichtbron te gebruiken met een hoge kleurweergave
om een warme kleurtemperatuur te bekomen.
Een koude sfeer in een ruimte krijgt men door een lichtbron te gebruiken met een lage kleurweergave
om een koude kleurtemperatuur te bekomen.
Eenheid kleurweergave-index: Ra
• Als twee vellen wit papier naast elkaar liggen en het ene wordt verlicht met een fluolamp van 3000K en
de andere met een halogeenlamp van 3000K. Is er dan een verschil in kleurweergave?
• Nee want door de adaptatie naar lichtkleur, worden de verschillen in kleurweergave
verdoezeld en ook als de papieren naast elkaar liggen, wordt het verschil niet waargenomen.
• Ja want de kleurweergave hangt af van de spectrale samenstelling van het licht en door het
feit dat de papieren naast elkaar liggen treedt de chromatische adaptatie niet op.
• Nee want de lampen hebben dezelfde K-waarde en er is geen verschil van waarneming van
het wit papier
• Ja maar slechts als de lampen op dezelfde afstand worden geplaatst.
• Wat wordt bedoeld met algemene verlichting en accentverlichting? Welke waarden zijn verschillend in
deze twee situaties en wat is het resultaat vanuit een waarnemingspunt? Leg uit.
, • Algemeneverlichting: maakt het volume en zijn ruimte zichtbaar. Er is een globale en uniforme
verspreiding van het licht.
• Accentverlichting: legt de focus op 1 bepaald element (objecten, architectonische elementen).
Deze verlichting helpt om orde te scheppen in de overgebrachte informatie. Het is ‘licht om
aandacht te trekken’.
• Welke families lichtbronnen bestaan er, of maw hoe kan je lichtbronnen indelen? Geef een voorbeeld
van een lichtbron voor elke familie. Let op: je kunt zeer algemeen zijn of nauwkeuriger en dus binnen
eenzelfde indeling variatie hebben. Beide antwoorden worden aanvaard zolang je appelen en peren
niet mengt.
1) Temperatuur- / warmtestralers:
Deze zenden licht uit doordat een stof op zeer hoge temperatuur gebracht wordt of verbrandt.
Vb. halogeen- & gloeilampen
2) Gasontladingslampen / hogedruklampen:
Hier ontstaat licht dat de atomen van een gas door elektrische ontlading in een ontladingsbuis,
in een energierijke toestand worden gebracht. Bij de overgang van deze energierijke toestand
naar oorspronkelijke toestand ontstaat straling.
Vb. TL-lampen
3) LED’s = Light Emitting Diodes:
Dit zijn halfgeleiders die elektrische stroom direct in licht omzetten.
Vb. RGB-LED
• Wat is het accommodatievermogen van het oog?
• Het aanpassingsvermogen op luminantie verschillen te overbruggen
• Het aanpassingsvermogen om kleurverschillen te overbruggen
• De vervorming van de ooglens, platter of boller, om de afstand van de ooglens tot het waar te
nemen object aan te passen
• De vervorming van de ooglens, platter of boller, om de hoeveelheid licht dat op de lens valt,
te regelen.
• Wat is het adaptatievermogen van het oog?
• Het aanpassingsvermogen om grote luminantieverschillen te overbruggen dankzij de iris, de
kegeltjes en de staafjes.
• De vervorming van de ooglens, platter of boller, om de hoeveelheid licht dat op de lens valt,
te regelen
• De vervorming van de ooglens, platter of boller, om de afstand van de ooglens tot het waar te
nemen object aan te passen.
• Het aanpassingsvermogen om kleurverschillen waar te nemen.
• Welke Ra waarde moet voor de lichtbron gekozen worden om de kleur van een voorwerp als zo goed
mogelijk waar te nemen?
• 100
• 80
• 50
• 25
• Kleuren, zonder dat we er altijd bewust van zijn, doen beroep op onze emoties. Zet bij elke kleur de
emotie en/of de beschrijving die volgens jou het beste past
• Rood: straalt passie uit, levendig onrustig en rood vraagt om actie. Wordt ook als gevaarlijk
aangeduid
• Oranje: dynamiek en speelsheid van het leven
• Geel: straalt, aandacht trekken voor op reclame, beweegt van binnen en lijkt de waarnemer te
benaderen
• Groen: kleur van vitaliteit, symbool van de natuur en is een ontspannen en evenwichtig kleur
• Blauw: vertrouwen, straalt vrede uit, ernst en betrouwbaarheid