Educatieve technologie
Les 1: 22/09/2020
Inleiding van het vak: het gaat over technologiegebruik in het onderwijs.
Vijf thema’s:
1. Inleiding, geschiedenis en media-debat
2. Gebruik van ICT in het onderwijs + computationeel denken
3. Adaptiviteit en Multimediaprincipes
4. Computer-supported collaborative learning
5. Learning spaces met demo’s + FB-moment
6. Learning analytics
+ NAP TEKST! Zeker H8
1. Geschiedenis en mediadebat (H1)
Wat kunnen we verwachten dat we in de toekomst van technologie kunnen verwachten, maar ook
wat is de geschiedenis ervan. Mbt het mediadebat wordt er bv gekeken naar oke is online onderwijs
nu beter of slechter, moeten studenten met laptop of pen noteren en dergelijke.
1.1. A history of instructional design and educational technology (tekst in de reader)
Definitie van domein “Instructional Design and Educational Technology” (Reiser, 2001, p. 53)
o In de tekst starten ze vanaf dit brede domein, ze definieren dit in de tekst (zie
afbeelding)
Kernactiviteiten in het gebied instructional design and educational technology: ontwerpen,
ontwikkelen, implementeren in de praktijk, managen zoals teacher dashboards, evalueren,
analyseren
Twee kernpraktijken volgens Reiser
1. The use of media for instructional purposes = technologie voor het onderwijs
a. Gebruik van media voor onderwijskundige doeleinden: BV gebruik van een laptop
om oefeningen te maken
2. The use of systematic instructional design procedures = technologie van het onderwijs
a. Gebruik van systematische onderwijskundige ontwerpprincipes om leeromgevingen
te ontwerpen BV studenten worden in een WISE-omgeving gegooid en de leerkracht
denkt na over welke oefeningen laat ik aan bod komen, in welke volgorde en evt
ondersteuning
OPO Educatieve Technologie: vooral technologie voor het onderwijs, maar met linken naar
technologie van het onderwijs
Reiser (2001): geschiedenis van media use = de tekst die in onze reader zit
Ook geschiedenis van instructional design, maar niet in cursustekst
Beperkt beeld van de geschiedenis van mediagebruik, want slechts 1 eeuw (1900-2000)
Geschiedenis van educatieve technologie
Technologie heeft een impact over het (nadenken over) leren en onderwijzen
Medium = fysieke drager van informatie (tools, maar ook personen)
o BV een computer, een boek, maar ook een leerkracht
Eén van de meest populaire media in het onderwijs is het ‘bord’ in een klaslokaal
Laatste eeuwen: evolutie van media in het onderwijs
1
, o Van een hornbook (1650) naar videocasettes zoals schooltelevisie, naar een laptop
en dergelijke
1.2. Mediadebat
Actualiteit: heersende polemiek over tablets, laptops en smartphones op school
o Zie je zeker ook in corona-tijden: lockdown was er en plots moesten mensen
overschakelen in technologie
o Sommige scholen waren hier snel in, anderen niet
Centrale vraagstelling:
o Belang van media: Maken ze verschil?
1.2.1.Kadering van het debat: deze 2 staan recht tegenover elkaar
CLARK KOZMA
• Media will never influence learning, het • Establish a relationship between media
is de methode dus wat er gebeurt wat and learning
belangrijk is • Hij zegt dat het medium er wél toe doet
• Hier is het behaviorisme waar er geen
rekening wordt gehouden met
• Replaceability argument • No behaviorism: Interaction between
(media / media attributes) cognition and environment
• Medium is verc-sc
Medium ≠ method • ThinkerTools (simulaties) / Jasper
Woodbury (lerenden adhv videos
wiskunde leren)
• Met deze voorbeelden toont hij aan dat
media wel het verschil maken
• What is the active ingrediënt? • Media kan je beschrijven adhv 3 dingen
• Dit is de methode! • Technology: de hardware, kaft van het
boek (zoals Clark)
• Symbol system: de symbolen die
kunnen overgedragen worden door een
medium zoals bv beeld bij een boek of
een filmpje
• Processing capability
• Necessary conditions • Sufficient conditions
• Het enige waar we rekening mee
moeten houden als we kiezen voor een
medium is de cost-effectiveness en wat
leidt tot snellere leerresultateb
• Effectiveness and efficiency • Integration of media and method
(economic perspective) • Je moet kijken naar welke methodes
een bepaald medium mogelijk maken
Terugkoppeling:
Zie ook NAP, p. 186
Vaak mixed results
Effectiviteit hangt af van
o Kwaliteit van de interactie tussen de lerenden
2
, o De inhoud die geleerd wordt
o De onderwijsgevende
o Type van lerende
Eerder dan de vraag te stellen: “welk medium is beter”, is te kijken naar de manier waarop
leeromgevingen moeten vormgegeven worden opdat ze effectief zijn:
2. Gebruik van ICT in het onderwijs & computationeel denken (H2)
Algemeen kader:
Digitale competenties: erkenning belang
o Internationaal, cf. Europese Commissie
o Vlaanderen
Digitale competenties: uitdagingen voor het onderwijs
o Internationaal, cf. Europese Commissie
o Vlaanderen
o Pre- versus post-COVID-19
2.1. Pre – COVID 19: internationaal
Internationale erkenning van belang, vb. beleidsdocumenten Europese Commissie
Algemeen
1. Digitale transformatie, het zit ingebed in onze maatschappij (bv bankieren gebeurt
nu volledig online terwijl dit vroeger niet zo was)
2. Uitdagingen voor onderwijs (zie 3 punten)
Actieplan: 3 speerpunten
1. Digitale technologie beter inzetten bij lesgeven en leren
2. De relevante digitale competenties en vaardigheden ontwikkelen met het oog op de
digitale transformatie
3. Onderwijs verbeteren door een betere gegevensanalyse en betere prognoses dus
door regelmatig informatie te verzamelen en studies uit te voeren
1- Internationaal: digitale competenties
Definitie waarbij er 2 beleidsdocumenten zijn (de DigComps)
“[…] het met vertrouwen en kritische zin gebruiken van digitale technologie, en heeft betrekking op de
kennis, vaardigheden en attitudes die alle burgers in een snel veranderende digitale samenleving
nodig hebben”
o DigComp2.0 [https://ec.europa.eu/jrc/en/publication/eur-scientific-and-technical-
research-reports/digcomp-20-digital-competence-framework-citizens-update-phase-
1-conceptual-reference-model]
o DigComp2.1 [https://ec.europa.eu/jrc/en/publication/eur-scientific-and-technical-
research-reports/digcomp-21-digital-competence-framework-citizens-eight-
proficiency-levels-and-examples-use]
het gaat over de integratie van kennis en vaardigheden en verder een houding die
ze willen nastreven
2.1.1.DigComp2.0 en 2.1 – de beleidsdocumenten
5 gebieden
o Information and data literacy: opzoeken, bewaren en beoordelen van online info
o Communication and collaboration: via digitale media kan je ook communiceren en
samenwerken met elkaar
o Digital content creation: facebook, youtube (ook wij maken inhouden die we online
plaatsen)
o Safety: op een veilige manier zelf info online plaatsen
3
, o Problem solving: door gebruik te maken van technologie kunnen we problemen
oplossen
21 competenties binnen de verschillende domeinen
8 proficiency levels (dit is in de 2.1!) – wat je nastreeft heeft te maken met hoe oud je bent
en de doelgroep waarmee je werkt
o Complexiteit van de taak
o Autonomie
o Kennis/inzicht/vaardigheid
Belangrijk
o Basisvaardigheden, ze bieden leerkrachten ook antwoorden om te streven naar die
digitale competenties
Het moet bij IEDEREEN nagestreeft worden
o Ontwikkelen van op jonge leeftijd en bij alle burgers - levenslang leren
Ook na het afstuderen moet het worden bijgehouden
o Ook: leren programmeren en computationeel denken
o Richtlijnen voor lidstaten ter bevordering van ontwikkeling digitale competenties
1- Internationaal: digitale technologie
Dit om leerkrachten te stimuleren om op een effectieve manier te werken met digitale competenties
Investeren in
(1)Infrastructuur: beschikbaar stellen van digitale technologie (kwantiteit; kwaliteit)
o Dat ze ook effectief digitale technologie kunnen inzetten in het onderwijs, ze krijgen
van de EU een financiering
o BV een digibord, smartschool, Bingel, Toledo
(2)Digitale competenties scholen/leerkrachten
o Digitale capaciteit scholen versterken (Erasmus+; opleiding leerkrachten; beoordeling
digitale vaardigheden leerkrachten)
Samenwerken van verschillende scholen en ook leren van elkaar
BV een Erasmus project binnen 4 lidstaten waar ze gaan inzetten op dyslexie,
de bedoeling is dat er praktijkvoorbeelden uitkomen die later gebruikt
kunnen worden
o Ontwikkelen van kader digitaal gecertificeerde kwalificaties van leerkrachten e nook
om de communicatie tussen de lidstaten te vereenvoudigen
Zie ook internationaal onderzoek
o Infrastructuur: is noodzakelijk maar onvoldoende aanwezig
o Belangrijk: functie ICT in onderwijs – er zijn meerdere manieren hoe leerkrachten de
digitale middelen inzetten
Onderzoek Tondeur e.a. (2007)
o Meerdere mogelijkheden van hoe leerkrachten de digitale middelen inzetten,
meerdere doelen
o Eerder onderzoek o.a.
Tijdstip: voorbereiden les versus tijdens les = verschil in middelen
We zijn vooral geinteresseerd wanneer leerkrachten middelen
inzetten TIJDENS de les
Activiteit lerende: passieve versus actieve lerende
o Bevraging 352 leerkrachten lager onderwijs
Doel: subject versus onderwijsleermiddel
3 mogelijke functies om digitale middelen in de zetten
4