100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting H5 klas 2vwo €3,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting H5 klas 2vwo

 2 keer verkocht
  • Vak
  • Niveau
  • Boek

Samenvatting van geschiedenis H5 uit het geschiedenisboek Feniks.

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • Nee
  • H5
  • 27 oktober 2021
  • 5
  • 2017/2018
  • Samenvatting
  • Middelbare school
  • 3
avatar-seller
Paragraaf 5.1 Agrarische en demografische revolutie

Jethro Tull (1674-1741) is de uitvinder van de zaaimachine waarmee je meer kon zaaien en het dus
sneller ging. Ook voor andere werkzaamheden op de akkers werden machines uitgevonden. Deze
landbouwmachines waren erg duur in aanschaf. Bovendien leverden ze alleen op grote akkers
voordeel op. Dit was in Engeland juist een van de problemen. Slechts een klein deel van de
landbouwgrond bestond uit akkerland. Dit waren de open fields. Elke boer had hier enkele stroken
grond die hij voor eigen gebruik kon bewerken. Rond 1700 bestond ongeveer de helft van de
landbouwgrond uit common fields. Dit zijn uitgestrekte weilanden en bossen die door de
dorpsbewoners gemeenschappelijk gebruikt mochten worden. Hier konden ook landarbeiders en
keuterboeren een paar koeien of schapen laten grazen. Ook konden ze er het wintervoer voor hun
dieren vandaan halen.

In de 18e eeuw nam het Engelse parlement wetten aan om deze common fields te verkopen. Ze
werden vooral opgekocht door landadel. Op een goedkope manier verwierf deze groep uitgestrekte
landgoederen. Om aan iedereen duidelijk te maken dat deze vroegere common fields niet meer
gemeenschappelijk eigendom, maar privébezit waren geworden, werden deze velden omheind. Er
werd een muurtje, hek of heg omheen gezet. In het Engels was dat een enclosure. De wetten die dit
mogelijk maakten, worden daarom de Enclosure Acts genoemd.

Hierdoor was een grootschaligere en daardoor efficiëntere landbouw mogelijk. In de loop van de 18 e
eeuw steeg de agrarische productie zo sterk, dat we van een ‘agrarische revolutie’ spreken. Het
beginpunt daarvan ligt tussen 1700 en 1750. Dit ontstond in de eerste plaats doordat er meer
landbouwgrond ter beschikking kwam. De woeste gronden, die eerst als common fields in gebruik
waren, werden opgedeeld, omheind (enclosure) en ontgonnen. Veelal adellijke agrarische
ondernemers zagen het als een uitdaging proeven te nemen met nieuwe gewassen en fokmethodes.
Zij verbeterden fokmethoden, pasten zaadzaaiselectie toe en hadden meer aandacht voor
onkruidbestrijding en betere werktuigen, zoals de zaaimachine. Dankzij hun nieuwe
wetenschappelijke vindingen maakten de Engelse boeren meer gebruik van steeds ingewikkelder
vruchtwisselstelsels. Ze bewerkten de omheinde percelen grootschaliger en stapten af van het oude
drieslagstelsel. Vanaf het midden van de 19 e eeuw groeide de voedselproductie extra door de
enorme toename van het aardappelareaal, de toepassing van kunstmest en mechanisering.

En die grotere hoeveelheden voedsel van betere kwaliteit bereikten steeds beter de stedelijke
bevolking. Door de verbetering van het wegennet en later de aanleg van spoorwegen werden steeds
meer steden als afzetmarkt bereikbaar. Als gevolg van deze agrarische revolutie konden steeds meer
mensen gevoed worden. In Engeland kwamen er tussen 1750 en 1850 ongeveer 3x zoveel mensen
bij. Door meer voedsel van betere kwaliteit nam de kindersterfte af. Door het betere voedsel waren
minder mensen verzwakt en waren zij beter bestand tegen infectieziekten. Ook de zorg voor beter
drinkwater, de aanleg van riolering en de beter hygiëne en medische zorg verminderden de kans op
infectieziekten. Er stierven minder mensen dan voorheen: het sterftecijfer daalde.

, Paragraaf 5.2 De komst van de fabriek

Vanaf de tijd van jagers en boeren werkte verreweg het grootste deel van de bevolking als boer.
Alleen in de opkomende steden verdienden ook veel mensen met nijverheid en handel de kost.
Vanaf de 17e eeuw gingen veel boeren zich ook bezighouden met nijverheid. Dit gebeurde niet in
grote werkplaatsen in de stad, maar in een gedeelte van de eigen boerderij. Daarom wordt dit
huisnijverheid genoemd. Bij het maken van textiel zijn spinnen en weven de belangrijkste
werkzaamheden. In 1733 vond John Kay de schietspoel uit. Daarmee kon een wever de spoel sneller
door de schering schieten. Bovendien kon hij zo bredere stoffen weven. Het gevolg hiervan was dat
het probleem van de lage opbrengst van de spinners nog groter werd. Dit vroeg om een oplossing.
Als uitwerking van een prijsvraag werd er een echt goede machine ontwikkeld. Deze uitvinder was
James Hargreaves (1740-1778) en zijn machine de spinning jenny. In het begin werd de jenny op
bescheiden schaal toegepast, maar het nieuws van deze uitvinding ging snel rond. Het was ook een
eenvoudig apparaat dat gemakkelijk was na te maken.

In Engeland kregen velen na het succes van Kay en Hargreaves de smaak te pakken. Timmerlieden,
smeden en andere ambachtslieden gingen aan het werk om nog betere en snellere machines te
ontwikkelen. De succesvolste was Richard Arkwright. Hij bouwde een spinmachine die met een
waterrad werd aangedreven, een waterframe. Hiervoor was, zoals de naam als aangeeft, waterkracht
nodig. Een waterrad was te groot en te duur voor een kleine werkplaats. Voor de honderden
fabrieken die verschillende ondernemers rond 1780 lieten bouwen, was een plek nodig aan een
riviertje met voldoende stromend water. De beste plaatsen waren al snel bezet. De laatkomers
moesten dan genoegen nemen met een minder gunstige plek. Spoedig bleek dat sommige
fabrikanten in tijden van droogte hun bedrijf een tijdje moesten sluiten. Er moest een nieuwe
oplossing komen voor het probleem van de aandrijving van de machines. De stoommachine was in
zijn simpelste vorm in Engeland al sinds het begin van de 18 e eeuw in gebruik. Dankzij de
verbeteringen van James Watt (1736-1819) werd de toepassing flink verruimd. De stoommachine
was in staat om de rol van het waterrad over te nemen. Maar het kon ook wel eens omgekeerd zijn
als er problemen waren met de stoommachine dan kon men terugvallen op het waterrad want de
stoommachines waren in de beginperiode zeer storingsgevoelig. De stoommachine leverde nog een
ander belangrijk voordeel. De nieuwe door stoom aangedreven fabrieken waren niet meer aan
bepaalde plaatsen gebonden. Fabrikanten wisten precies waar ze hun fabrieken bij voorkeur wilden
bouwen: midden in de stad.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper quintyonline10. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,49  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd