H9 erfelijkheid
9.1 jouw waarneembare eigenschappen
Haploide zaadcel (n) + haploide eicel (n) = diploide zygote (2n)
Chromosomen bestaan uit DNA opgerold rond steuneiwitten (binas 70a). Het DNA bevat erfelijke
informatie over je eigenschappen. De chromosomen van je vader en moeder vormen paren in de
bevruchte eicel. Zo’n paar noem je homologe chromosomen. Centromeer is het gedeelte waar twee
chromatiden aan elkaar vast zitten. De chromosomen 1 t/m 22 heten de autosomen. Het 23e paar
heten de geslachtschromosomen. Mannen hebben twee keer X en vrouwen hebben XY. Een extra
chromosoom heet trisomie en een minder heet monosomie.
Als je geboren wordt heb je bepaalde eigenschappen, aangeboren eigenschappen. Sommige
ontstaan al door invloeden in de baarmoeder. Een gen is een stukje DNA met informatie voor een
bepaalde eigenschap. Dergelijke genvarianten, met verschillende informatie heten allelen. Alle
allelen vormen je genotype: jouw DNA-software om je eigenschappen te vormen. Ruim 90% van je
dna bevat geen genen.
Het fenotype zijn je eigenschappen die je kan zien vanaf de buitenkant. Het milieu heeft ook invloed
op je. Emergente eigenschappen zijn eigenschappen die niet valt af te leiden uit het dna of uit het
fenotype. Het zit hem in de combi en de samenwerking van factoren. Dus genotype, milieu en jezelf
spelen een factor.
Via celdifferentiatie specialiseren cellen in een bepaalde taak. Het is een proces, waarbij cellen
steeds meer gaan verschillen in vorm en functie. Genen kunnen worden aan en uitgezet. Als genen
worden aangezet, komen erfelijke eigenschappen tot uiting. Je spreekt dan van genexpressie.
Speciale regulatorgenen in het DNA regelen de genexpressie door de structuurgenen, aan of juist uit
te schakelen.
9.2 stamboomonderzoek
Een stamboom geeft een overzicht van de overerving van een eigenschap in een bepaalde familie.
Vrouw is rondje, man is vierkantje.
Liggen allelen op de autosomen, dan is er sprake van autosomale overerving. Ligt het op een x-
chromosoom, dan is er sprake van x-chromosomale overerving. Mannen kunnen voor x-
chromosomale allelen niet heterozygoot zijn. Zonen (XY) krijgen het x-chromsoom altijd van hun
moeder. Dochters (XX) krijgen van beide ouders een X-chromosoom. BIJ X-CHROMOSOMALE
OVERERVING GELDT:
- Alle zonen van een moeder die homozygoot recessief is, krijgen het fenotype dat hoort bij
het recessieve allel.
- De dochters van een vader met een dominant allel, krijgen het fenotype dat hoort bij het
dominante allel.
Is dat in een stamboom allebei niet het geval? Dan ligt het op een autosoom.
9.3 overerving in de familie
Een kans varieert altijd tussen 0 en 1. Voor het bepalen van de genotypen van nakomelingen gebruik
je kansberekening. TIP: maak een combinatietabel. (de geslachtscellen van beide ouderplanten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elvan1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.