Het verschil tussen radiolucent en radiopaak
Radiolucent= zwarting omdat het minder straling absorbeert dan omgeving.
Gedeelte op foto zwarter dan de omgeving; dat gedeelte minder straling absorberen dan de omgeving.
Radiolucente structuren: donkerder/ zwarter.
Radiopaak= grijs/ wit omdat het meer straling absorbeert dan omgeving.
Radiopake structuren: lichtgrijzer/ witter.
Niets op foto staan; zwart worden.
Iets op foto wat donkerder dan de meeste andere dingen op de foto; het is radiolucent= zwarter op de foto.
Dikke loden plaat fotograferen; foto wordt wit (alle straling geabsorbeerd).
Lood is dus erg radiopaak= grijzer/ witter dan veel andere dingen.
Voorbeelden v. radiolucente en radiopake structuren op een THK-röntgenfoto
Cariëslaesie: glazuurkap niet intact; daar dus minder straling geabsorbeerd-> resulteren in zwart plekje op de
röntgenfoto radiolucent.
(Amalgaan) vulling in cariëslaesie: laesie gevuld met materiaal dat meer röntgenstraling absorbeert dan de
glazuurkap-> op foto witter afgebeeld radiopaak.
Breuk element: op foto zichtbaar kunnen zijn als een zwarting (radiolucentie) of radiopaciteit:
2 botjes v. elkaar af; ruimte tussen zitten ruimte= radiolucent.
Botstructuren over elkaar heen plek botstructuren op elkaar= radiopaak.
Radiopaciteit die je niet wilt op röntgenfoto: foto waar je cariës wilt diagnosticeren-> bitewing foto waar de
elementen over elkaar heen geschoven zijn door verkeerde projectierichting; glazuurcariëslaesie niet kunnen
beoordelen.
Radiopaak
Radiolucent
Relatie tussen absorptieverschillen in de kaak vertalen naar
zwartingsverschillen op de röntgenfoto
Goede röntgenfoto maken: 3 grijstinten moeten kunnen onderscheiden; pulpa, dentine+ glazuurkap.
Pulpakamers= absorberen weinig röntgenstraling; op foto zwarter afgebeeld.
Dentine= meer röntgenstraling absorberen dan pulpa; op foto witter afgebeeld.
Glazuurkap= meer röntgenstraling absorberen dan dentine; op foto nóg witter afgebeeld.
Dus v. zwart naar wit: pulpa – dentine – glazuur.
Radiopaciteit/ radiolucentie= op röntgenfoto weergegeven als een grijstint (v. wit tot zwart)-> tijdens röntgenfoto
bekijken: kijken of je dat wat je ziet, kan verklaren met … :
1. De normale anatomie.
2. Is er sprake v/e Corpus alienum (=vreemd voorwerp)? bv. lippiercing.
3. Artefact= drogbeeld; iets gebeurt met de foto wat niet hoort.
Bv. bewegingsartefact= patiënt tijdens röntgenfoto bewegen; drogbeeld geven.
4. Restauratie= vulling.
5. Als je met die dingen↑ het niet kan verklaren: pathologie= er is iets aan de hand met de patiënt.
, ANATOMISCHE VERKLARING
Anatomisch verklaarbare radiolucentie niet verwarren met een pathologische radiolucentie (bv. hals cariës):
1e foto: zwarting/ radiolucentie zien; denken dat het hals cariës is-> kijken naar 3D-anatomie↓.
Glazuurkap+ cresta alveolaris (botgedeelte) meer röntgenstraling absorberen-> daartussen een klein bandje
zitten; minder röntgenstraling absorberen-> (zwarte) band die minder röntgenstraling absorbeert= burn-out.
Als je de anatomie snapt, begrijp je dat de zwarting (1 e foto) geen pathologie is.
Waarom de afbeelding groter is dan de werkelijkheid
Afstand focus+ object veranderen: FO-afstand↓, dan vergrotingsfactor↑.
FO-afstand bij #2 kleiner dan bij #1, dus #2 grotere objectvergroting #1 betere techniek dan #2.
Korte tubus: kleiner FO-afstand, dus vergrotingsfactor↑.
Lange tubus: groter FO-afstand, dus vergrotingsfactor↓.
Afstand object+ beeldplaat (detector) veranderen : DO-afstand↑, dan vergrotingsfactor↑.
DO-afstand bij #2 groter dan bij #3, dus #2 grotere objectvergroting
Naar alle 4de situaties kijken: #4 beste situatie; minste last hebben v. vergroting.
Minste vergroting bij FO-afstand↑ en DO-afstand↓-> kan je invullen in Vergroting = FD: FO.
FO-afstand zo groot mogelijk en DO-afstand zo klein mogelijk willen.
VERGROTING V. WERKELIJKHEID
Elke foto is een vergroting v/d werkelijkheid-> willen weten wat de lengte v/e element is; ook moeten weten wat de
vergroting v/h element is-> vergroting uitrekenen: lengte element foto: werkelijke lengte element.
Bv. lengte v/e fantoom fotograferen (grootte v. weten); afwijking kunnen uitrekenen.
VERTEKENING
Vertekening door:
Verschil in V (vergroting)
Schuine projectie
Röntgenbundel schuiner op detector gericht; vertekening groter.
Alles wat in het midden (b) wordt gefotografeerd, wordt beter afgebeeld dan wat aan de buitenkant (a of c)
wordt gefotografeerd-> komt doordat de röntgenbundel divergeert= spreidt.
LANGE TUBUS VS. KORTE TUBUS
Korte tubus (links)= meer vergroting
Lange tubus (rechts)= minder vergroting
Korte tubus: element groter afgebeeld dan bij een lange tubus-> daarom in praktijk liever lange tubus.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sammiexj. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,95. Je zit daarna nergens aan vast.