Korte inleiding:
Sociaal Recht beschrijft het in Nederland geldende sociaal recht, dat ook wel ‘arbeidsrecht’ wordt
genoemd. Met dit deel van het recht krijgen veel mensen te maken, al was het alleen al omdat groot
deel van de bevolking betaalde arbeid verricht. Na je opleiding kun je op verschillende manieren met
sociaal recht te maken krijgen;
- Beleids of uitvoerende functie op een HR afdeling.
- Je geeft leiding aan andere mensen.
- Je werkt in een functie waarin allerhande problemen die zich binnen een arbeidsorganisatie
kunnen voordoen moeten worden geanalyseerd en van een antwoord worden voorzien.
-
Sociaal recht gaat altijd om mensen. Mensen die met elkaar te maken hebben en die op elkaar
aangewezen zijn omdat zij in een organisatie samenwerken. Problemen die daaruit voortkomen
hebben natuurlijk veelal met geld te maken. Ook bij sociaal recht spelen financiële belangen vaak
een grote rol. De een heeft promotie gemaakt, de ander niet. De een is voorgedragen voor ontslag,
de ander mag blijven, en ga zo maar door.
In dit boek komen al dit soort problemen op systematische wijze aan de orde. Na de
terreinverkenning in hoofdstuk 1 wordt in hoofdstuk 2 de aanloopfase naar het werken in de
onderneming onder de loep genomen. Wanneer is iemand werknemer? Welke regelingen zijn er voor
de oproepkracht, de uitzendkracht, de freelancewerker, de zzp’er? Het betreft sociaal rechtelijke
vragen die rijzen op het moment dat iemand nog niet de onderneming is binnengestapt. Hoofdstuk 3
gaat in op allerlei vragen die spelen tijdens het werk in de onderneming als werknemer zijnde.
Hoofdstuk 4 behandelt het ontslagrecht.
,Hoofdstuk 1.1 Oriëntatie
De beroepsbevolking zijn alle personen van 15 tot 75 jaar die betaald werk hebben = werkzame
beroepsbevolking of recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn =
werkloze beroepsbevolking.
De mensen die een betaalde baan hebben, worden tot de onzelfstandige beroepsbevolking
gerekend. Zij bevinden zich tijdens hun werk in een afhankelijkheidspositie ten opzichte van de ander,
namelijk de werkgever. De laatste heeft het recht om instructies te geven aan zijn ondergeschikten.
Grootste groep is werkzaam in het bedrijfsleven, die binnen de private sector arbeid verrichten.
De tweede groep bestaat uit ambtenaren, werkzaam in de publieke sector. Zij vormen het personeel
dat in dienst is van de overheid.
Daarnaast kennen we nog de werknemers in de semipublieke sector. Zij zijn verbonden aan
organisaties en instellingen binnen de private sector, die financieel afhankelijk zijn van de overheid -
personeel in ziekenhuizen, onderwijs, verpleegtehuizen.
Zelfstandige beroepsbevolking - Worden tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden niet
onderworpen of aangestuurd aan opdrachten van anderen. Mensen met een eigen bedrijf of
zelfstandig beroep.
Zelfstandige zonder personeel - Een zzp’er werkt voor zichzelf en heeft geen werknemers in dienst.
Beschermende regels die voor de werknemer gelden, moeten zzp’er missen. Moeten zelf pensioen
opbouwen en krijgen geen WW-uitkering wanneer zij werkloos worden.
Als we in dit boek spreken over sociaal recht, hebben we het oog op de onzelfstandige
beroepsbevolking. Sociaal recht heeft dus betrekking op de rechtspositie van de werknemer - in de
private (bedrijfsleven) sector, de publieke (ambtenaren) sector en de semipublieke sector. Zij hebben
gemeenschappelijk dat zij in dienstverband - oftewel in ondergeschiktheid - arbeid verrichten.
1 januari 2020 > Wet normalisering rechtspositie ambtenaren - Wnra. De invoering van deze wet
heeft tot gevolg dat op het overgrote deel van de ambtenaren het arbeidsrecht van toepassing is dat
geld voor de werknemers in de private sector. Er blijft wel een Ambtenarenwet van kracht die onder
een aantal groepen ambtenaren valt.
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen - WNT > deze wet bepaalt dat niemand in de
publieke en semipublieke sector per jaar meer mag verdienen dan 130% van het jaarsalaris van de
minister president > balkenende norm. De WNT geldt niet voor de private sector. Men vindt de
balkenende norm terecht omdat de banen in de publieke en semipublieke sector uit belastinggelden
worden gefinancierd, is in de private sector niet het geval.
,Hoofdstuk 1.2 Werkgever en werknemer: welke rechtsbronnen?
Er zijn zes belangrijke rechtsbronnen die betrekking hebben op werkrelatie tussen werkgevers en
werknemers.
1.2.1 Arbeidsovereenkomstenrecht
Een belangrijke vindplaats van rechtsregels die de verhouding tussen de individuele werkgever en
werknemer regelen, is het Burgerlijk Wetboek - BW. De betreffende wetsartikelen kunnen we
aantreffen in Boek 7 titel 10 BW > titel 7:10 BW.
- Art. 7: 610-615 BW > algemene bepalingen
- Art. 7: 616-633 BW > loon
- Art. 7: 634-645 BW > vakantie en verlof
- Art. 7: 646-649 BW > gelijke behandeling
- Art. 7: 650-653 BW > enkele bijzondere bedingen in de arbeidsovereenkomst
- Art. 7: 654-685c BW > enkele bijzondere verplichtingen van de werkgever
- Art. 7: 659-661 BW > enkele bijzondere verplichten van de werknemer
- Art. 7: 662-666a BW > rechten van de werknemer bij overgang van onderneming
- Art. 7: 667-689 BW > einde van de arbeidsovereenkomst
- Art. 7: 690-693 BW > de uitzendovereenkomst en de payrollovereenkomst
Wet flexibiliteit en zekerheid
Doel van deze wet is enerzijds dat het de werkgevers de mogelijk wordt gemaakt flexibeler en
slagvaardiger over het personeel te beschikken. Ten gevolge van de mondialisering van de handel
moeten werkgevers sneller op veranderingen in de markt kunnen reageren. Anderzijds wilde de
wetgever bepaalde kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt extra bescherming en dus meer
zekerheid bieden. De Wet flexibiliteit en zekerheid niet als als een opzichzelfstaande wet, maar deze
wet zit verwerkt in andere wetten, vooral in Titel 7:10 BW.
Wet werk en zekerheid - WWZ
Halt toeroepen aan de ontwikkeling dat steeds minder mensen een vast arbeidscontract krijgen.
Werkgevers maken namelijk steeds vaker gebruik van tijdelijke arbeidskrachten, oproepkrachten en
zzp’er. Daarnaast een einde maken aan de ongewenste ontwikkelingen op het terrein van
ontslagrecht. Ook geen opzichzelfstaande wet > heeft geleid tot ingrijpende wijzigingen Titel 7:10
BW - met name ontslagrecht.
Wet arbeidsmarkt in balans - Wab
Eveneens onderdeel geworden van Titel 7:10 BW. Met deze wet wil de wetgever de niet gehaalde
doelstellingen van de WWZ alsnog realiseren. Er is onder meer veel aandacht geschonken aan
versterking van positie van de oproepkracht en aan versoepeling van het nogal starre ontslagrecht.
, 1.2.2 Vermogensrecht in het algemeen
De arbeidsovereenkomst is een obligatoire overeenkomst, dat wil zeggen een overeenkomst waaruit
verbintenissen voortvloeien. Een verbintenis kan omschreven worden als een rechtsbetrekking
tussen ten minste twee partijen tussen rechten en plichten. Voor de arbeidsovereenkomst betekent
dit onder meer dat de werkgever de plicht heeft loon te betalen en dat de werknemer de plicht heeft
arbeid te verrichten. Wat is de verhouding tussen de bijzondere regels van de arbeidsovereenkomst
en het vermogensrecht > de speciale regeling Art. 7:610 gaat over de algemene.
1.2.4 Jurisprudentie > rechtersrecht
Het arbeidsovereenkomstenrecht, het verbintenissenrecht en de overige arbeidswetten die voor de
private sector gelden, hebben betrekking op door de wetgever gemaakt recht. Naast de wetgever
kan ook de rechter als rechtsvormer optreden. Regelmatig moet hij namelijk een oordeel geven over
een geschil rondom een arbeidsovereenkomst, terwijl er geen toepasselijk wetsartikel voorhanden is.
In dit soort situaties vult de rechter de wetgever als het ware aan. Het geheel van gepubliceerde
uitspraken, gedaan door rechterlijke colleges, noemen we jurisprudentie.
1.2.5 Collectieve arbeidsovereenkomst > Cao
Zeer veel en ook zeer belangrijke rechtsregels zijn voorts aan te treffen in de grote aantallen
collectieve arbeidsovereenkomsten, die meestal jaarlijks of tweejaarlijks worden gesloten tussen een
individuele werkgever of een of meer werkgeversorganisaties enerzijds en vakbonden anderzijds.
Wat veelal in cao’s wordt geregeld zijn zaken als; hoogte van lonen en andere arbeidsvoorwaarden,
aantal vakantie- en verlofdagen en de toepasselijke opzeggingstermijn bij ontslag, arbeidstijden en
pensioenen. Ook kan er in cao een kwestie aan de orde worden gesteld die niet in een wet of
wetsartikel geregeld is.
1.2.6 Verdrag
Ook op het internationale vlak kunnen sociaalrechtelijke regels tot stand komen, die doorwerken in
onze nationale rechtsorde. Een veelvoorkomende vorm is het verdrag > een overeenkomst gesloten
tussen twee of meer landen. Wanneer Europese regelgeving formeel door de EU-wetgever is
vastgesteld, moet deze in veel gevallen door de lidstaten ten uitvoer worden gelegd >
implementatie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Aaafkee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,39. Je zit daarna nergens aan vast.