Boom Juridische studieboeken - Bestuursrecht 2 rechtsbescherming tegen de overheid
Samenvatting van het vak Bestuursrecht: Rechtsbescherming. Alleen week 1 (H1 & H2) missen in de samenvatting, maar zou geen probleem moeten veroorzaken als het hoorcollege gevolgd is. Verder is het een volledige samenvatting van de overige voorgeschreven hoofdstukken inclusief arresten.
Boek: ...
Week 2: H3, H4 en H5
H3 Het voorwerp van geschil
3.2 Uitgangspunt: Het besluit + 3.3 Verruimingen van de toegang tot de bestuursrechter
Het besluitbegrip bakent de bevoegdheid af van de bestuursrechter en de civiele rechter. De
bestuursrechter is op grond van art. 8:1 Awb bevoegd over besluiten te oordelen. Ingevolge art. 7:1
lid 1 Awb moet voorafgaand daaraan een procedure van bestuurlijke heroverweging
(voorprocedures) worden gevolgd, tenzij één van de uitzonderingen van het eerste lid van toepassing
is.
Op het besluit als uitgangspunt voor procedures van bezwaar en beroep is een aantal beperkingen
van toepassing. De belangrijkste besluiten waartegen geen beroep bij de bestuursrechter mogelijk is,
zijn algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels (art. 8:3 lid 1 sub a Awb). Er zijn ook
handelingen die geen besluit zijn, maar waartegen toch beroep en bezwaar kan worden ingesteld.
Dit zijn verruimingen van de toegang tot de bestuursrechter. Uitgangspunt voor de toegang tot de
bestuursrechter is art. 8;1 Awb, dat verwijst naar het besluitbegrip van art. 1:3 lid 1 Awb. Hier zijn
verruimingen op van toepassing, namelijk de volgende:
- Schriftelijke weigering een besluit te nemen, art. 6:2 sub a Awb; art 1:3 lid 2 Awb;
● Art. 1:3 lid 2 Awb zorgt ervoor dat schriftelijke negatieve beslissingen op een
aanvraag van een beschikking ook beschikkingen zijn en dus ook besluiten. Art. 6:2
sub a Awb zorgt ervoor dat de door het bestuursorgaan op schrift gestelde weigering
een besluit te nemen voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar
en beroep gelijk worden gesteld aan een besluit.
- Schriftelijke afwijzing van de aanvraag van een besluit van algemene strekking, art 6:2 sub a
Awb;
● Art. 6:2 sub a Awb ziet ook op de inhoudelijke afwijzing van een aanvraag om een
besluit van algemene strekking te nemen. 2 categorieën besluiten van algemene
strekking kunnen niet aangevochten worden: de algemene verbindende
voorschriften en beleidsregels. -> Niet appellabel o.g.v. art. 8:3 lid 1 sub a Awb.
- Schriftelijke afwijzing van een verzoek om een beschikking van een niet-belanghebbende,
art. 6:2 sub a Awb; Zie hierboven.
- Niet tijdig nemen van een besluit (art. 6:2 sub b Awb)
● Niet tijdig nemen van een besluit wordt gelijkgetrokken met een besluit. Deze
bepaling geldt ook voor het niet tijdig beslissen op bezwaar of in administratief
beroep. In het geval van het niet tijdig nemen van een besluit staat rechtstreeks
beroep open op de bestuursrechter. Art. 6:2 sub b Awb is ook van toepassing op
ambtshalve te nemen besluiten.
● Dat beroep wordt ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit, laat
ingevolge art. 6:20 lid 1 Awb onverlet de verplichting van het bestuursorgaan om
alsnog een besluit te nemen, tenzij de belanghebbende daarbij als gevolg van de
beslissing op het beroep geen belang meer heeft.
- Mondelinge weigering, art. 6:2 sub b Awb; art. 6:10 lid 1 sub b Awb;
- Andere handelingen t.a.v. een ambtenaar, art.8:2 lid 1 sub a Awb;
, ● Ambtenaren kunnen ook opkomen tegen handelingen die geen besluiten zijn, zo blijkt uit art.
8:2 lid 1 sub a Awb. Een ambtenaar als bedoeld in art. 1 Ambtenarenwet (en zijn nagelaten
betrekkingen of rechtverkrijgenden) kan opkomen tegen besluiten waarbij zijn belang als
ambtenaar rechtstreeks is betrokken, maar ook tegen niet op enig rechtsgevolg gerichte
beslissingen en tegen feitelijke handelingen die ten aanzien van hem als ambtenaar zijn
genomen of verricht.
- Schriftelijke weigering van de goedkeuring van een besluit, inhoudende een avv of een
beleidsregel, dan wel de intrekking of vaststelling van de inwerkingtreding daarvan, art 8:2
lid 2 sub a Awb;
● Tegen een algemeen verbindende voorschrift en beleidsregels kan geen
bestuursrechtelijk rechtsmiddel worden aangewend (art. 8:3 lid 1 sub a Awb). Dat
geldt eveneens voor het besluit tot vaststelling of intrekking van de inwerkingtreding
daarvan, en voor het besluit tot goedkeuring van een besluit inhoudende een avv of
een beleidsregel of van de intrekking of vaststelling van de inwerkingtreding daarvan
(art. 8:3 lid 1 sub b en c Awb).
● In art. 8:2 lid 2 sub a Awb wordt daarop weer een uitzondering gemaakt, waardoor
de weigering om (de intrekking of vaststelling) van een algemeen verbindend
voorschrift of beleidsregel goed te keuren, appellabel wordt bij de bestuursrechter.
- Schriftelijke weigering van de goedkeuring van een besluit ter voorbereiding van een
privaatrechtelijke rechtshandeling, art. 8:2 lid 2 sub b Awb.
● Een besluit ter voorbereiding van privaatrechtelijke rechtshandeling kan niet bij de
bestuursrechter worden aangevochten. Wordt goedkeuring aan een besluit van een
bestuursorgaan ter voorbereiding van een privaatrechtelijke rechtshandeling
onthouden, dan bestaat geen kans op uiteenlopende jurisprudentie, want de
privaatrechtelijke rechtshandeling komt niet tot stand en kan dus ook niet worden
aangevochten.
3.4 Beperkingen van de toegang tot de bestuursrechter
- Beslissingen inzake de procedure ter voorbereiding van een besluit, art. 6:3 Awb.
● Het heeft geen zin wanneer tegen alle verschillende voorbereidendingsbeslissingen
beroep kan worden ingesteld. Beslissingen over de procedure ter voorbereiding van
een besluit zijn niet vatbaar voor bezwaar en beroep, tenzij de belanghebbende los
van het voor te bereiden besluit rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen -> 6:3
Awb.
- Algemeen verbindende voorschriften en beleidsregels, incl. besluiten inhoudende intrekking
of vaststelling van inwerkingtreding en besluiten inhoudende de goedkeuring van (de
intrekking of vaststelling van inwerkingtreding van) avv en beleidsregels, art. 8:3 lid 1 sub a, b
en c Awb.
● De beperking houdt verband met de onzekerheid die het opstellen van een beroep
tegen vooral een avv volgens de regering met zich zou brengen.
● De appellerende belanghebbende kan bij het beroep tegen een uitvoeringsbesluit,
dat wordt ingesteld bij de bevoegde bestuursrechter, een exceptief verweer voeren,
een voorvraag opwerpen. Daarbij kan de onverbindendheid van de ‘onderliggende’
algemene regel worden ingeroepen of kan de bevoegde bestuursrechter worden
gevraagd het betreffende algemeen verbindend voorschrift of de betreffende
, beleidsregel, ter uitvoering waarvan het aangevochten besluit is vastgesteld, voor
het concrete geval buiten toepassing te verklaren.
- Besluiten ter voorbereiding van privaatrechtelijke rechtshandelingen, art. 8:3 lid 2 Awb.
● Vallen evident buiten het besluitbegrip van art. 1:3 lid 1 Awb: zij zijn immers niet
publiekrechtelijk.
● In art. 8:3 lid 2 Awb zijn dergelijke besluiten ter voorbereiding van een
privaatrechtelijke rechtshandeling uitgesloten van beroep. Het moet dan wel gaan
om besluiten die duidelijk strekken tot het verrichten van een privaatrechtelijke
rechtshandeling. Besluiten tot weigering van die goedkeuring kunnen wel bij de
bestuursrechter worden aangevochten.
- Bijzondere categorieën besluiten, art. 8:4 Awb
● Art. 8:4 Awb betreft besluiten die zich naar hun aard niet of minder goed lenen voor
beroep bij de bestuursrechter of waartegen al rechtsbescherming bij een andere
rechter bestaat.
- Besluiten als bedoeld in art. 1 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak.
● Art. 8:5 lid 1 Awb verwijst naar de zogenoemde negatieve lijst, met de in art. 1
Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak genoemde wettelijke voorschriften.
● Het verschil tussen art. 8:4 en 8:5 Awb is dat het in art. 8:4 Awb gaat om categoriale
uitzonderingen, terwijl in art. 8:5 Awb specifieke uitsluitingen zijn opgenomen.
3.5 Nieuwe besluiten hangende bezwaar en beroep
Omdat een procedure lang kan duren is het begrijpelijk dat bestuursorganen en burgers er vaak
behoefte aan hebben dat het bestreden besluit wordt gewijzigd of ingetrokken, terwijl er nog
bezwaar of beroep teen aanhangig is. Daarmee kan immers een gehele of gedeeltelijke oplossing van
het geschil worden bereikt, zonder dat de afloop van de aanhangige procedure behoeft te worden
afgewacht. -> Procedurele regeling in art. 6:19 Awb. In deze bepaling is sprake van een nieuw besluit
dat tijdens de procedure geheel of gedeeltelijk in de plaats komt van het oude besluit. Met de
regeling is beoogt te bereiken dat de beoordeling van het oude besluit en de beoordeling van het
nieuwe besluit zo veel mogelijk in dezelfde bezwaar- of beroepsprocedure worden verricht.
3.5.2. De bevoegdheid om het bestreden besluit in te trekken, te wijzigen of te vervangen
De wettelijke regeling gaat ervan uit dat een besluit tijdens de procedure kan worden ingetrokken,
gewijzigd of vervangen, als dat ook zou hebben gekund als er geen procedure aanhangig zou zijn.
Het is niet uitgesloten dat het bestreden besluit hangende bezwaar of beroep wordt gewijzigd,
ingetrokken of vervangen ten nadele van de indiener. Het verbod van reformatio in peius verzet zich
daar niet tegen, omdat de bevoegdheid tot wijziging of intrekking niet afhangt van het ingestelde
beroep. Voorwaarde is wel dat het b.o. de bevoegdheid om het besluit ten nadele van de indiener in
te trekken of te wijzigen ook zou hebben gehad, als geen bezwaar of beroep tegen het besluit
aanhangig zou zijn.
3.5.3. De procedurele gevolgen van de intrekking, wijziging of vervanging voor het aanhangig
bezwaar of beroep
Ingevolge art. 6:19 lid 1 Awb is het bezwaar of beroep tegen het oude besluit van rechtswege tevens
gericht tegen het nieuwe besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben. Zo wordt
, voorkomen dat de indiener van het bezwaar- of beroepschrift een aparte procedure moet starten
indien hij rechtsbescherming wenst tegen het nieuwe besluit.
De procedure tegen het nieuwe besluit begint in de fase waarin de procedure tegen het oude besluit
zich bevindt. Voor de belanghebbende kan dit verlies van een instantie opleveren. Ingevolge art. 6:19
lid 5 Awb is de bestuursrechter bevoegd tot verwijzing naar een ander orgaan. Het komt ook voor dat
tegen het nieuwe besluit een afzonderlijk bezwaar- of beroepschrift wordt ingediend. Dat kan
afkomstig zijn van dezelfde indiener, maar ook van nieuwe belanghebbenden die opkomen tegen het
nieuwe besluit. -> Zie art. 6:19 lid 4 Awb.
Om te voorkomen dat de verschillende organen langs elkaar heen gaan werken, is het ten minste
noodzakelijk dat het bestuursorgaan dat het nieuwe besluit neemt, daarvan mededeling doet aan het
orgaan waarbij de procedure tegen het oude besluit loopt (art. 6:19 lid 3 Awb).
Toepassing van art. 6:19 Awb is alleen mogelijk als het nieuwe besluit kan worden aangemerkt als
een wijzigings-, intrekkings- of vervangingsbesluit. Dit is het geval als in het nieuwe besluit sprake is
van ‘een nadere standpuntbepaling, waarbij het gaat om een herhaald gebruik van dezelfde
bevoegdheid door hetzelfde bestuursorgaan t.a.v. dezelfde feitelijke situatie en waarbij wordt
gebleven binnen de grondslag en de reikwijdte van het aanvankelijke besluit’.
Art. 6:19 lid 6 Awb hanteert een fictie, want wat niet meer bestaat, kan niet meer worden vernietigd.
Voor deze fictie is een goede reden, want de indiener kan door het ingetrokken besluit schade
hebben geleden. Met de vernietiging van dit besluit komt vast te staan dat het bestuursorgaan
onrechtmatig heeft gehandeld door dat besluit te nemen. Voor de indiener kan dat oordeel van
doorslaggevend belang zijn wanneer hij schadevergoeding wil eisen op grond van een onrechtmatige
daad. Daarom kan in zo’n geval de indiener nog een belang behouden bij een oordeel over het
ingetrokken besluit.
3.5.4 Het alsnog nemen van een besluit hangende een bezwaar of beroep tegen het niet tijdig
nemen van een besluit
Als het beroep is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit (art. 6:2 sub b Awb), blijft het
bestuursorgaan verplicht een besluit op de aanvraag te nemen (art. 6:20 lid 1 Awb). Die verplichting
geldt niet als de belanghebbende als gevolg van de beslissing op het beroep geen belang meer heeft
bij het verkrijgen van een reëel besluit. Verder treft art. 6:20 Awb in het derde lid een procedurele
voorziening die vergelijkbaar is met die van art. 6:19 Awb. Het beroep wordt geacht mede te zijn
gericht tegen het alsnog genomen besluit, tenzij dat aan het beroep geheel tegemoet komt. In het
tweede en vierde lid geeft art. 6:20 Awb voorschriften over mededeling en verwijzing.
Ook al is inmiddels een (expliciet) besluit genomen, het beroep tegen het niet tijdig nemen van een
besluit ligt er nog. Dat kan alsnog gegrond worden verklaard indien de indiener daarbij belang heeft
(art. 6:20 lid 5 Awb).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lian0215. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.