Samenvatting van het vak inleiding tot boekhouden en financiën. Prof Marie-Laure Vandenhaute. Samenvatting gemaakt adhv lesopnames en notities uit de les aangevuld met extra info uit het handboek.
Hoofdstuk 1. De boekhoudkundige gelijkheid
Wat houdt boekhouden nu precies in?
Het is het proces waarbij bedrijfsactiviteiten geïdentificeerd, geregistreerd en samengevat worden in
een financieel rapport, ook wel de jaarrekening genoemd. Het doel van het rapport is om
belanghebbende te informeren over het reilen en zijlen van de vennootschap. De boekhouding
vertaald eigenlijk in cijfers wat er in de vennootschap allemaal gebeurt.
Al de gebeurtenissen van een bedrijf (bv aankoop van materialen) worden geregistreerd en
geanalyseerd door de boekhouder als ze boekbare transacties zijn. Na een periode worden al deze
boekingen samengevat in de jaarrekening. Vervolgens kan iedereen gebruik maken van de
jaarrekening voor economische beslissingen. België is uniek wat betreft de transparantie van
jaarrekeningen van vennootschappen. In België moeten ook kleine vennootschappen een
jaarrekening neerleggen in andere landen vaak enkel de grote.
Boekhouden is naast een management tool ook een communicatiemiddel naar de stakeholders toe.
Hoe beter je de taal van het bedrijfsleven beheerst (boekhouden) hoe beter je economische
beslissingen zult kunnen nemen. De gepubliceerde cijfers geven niet alles in detail weer zoals interne
cijfers maar geven toch een goed beeld van de onderneming weer.
Op te zoeken via de Nationale Bank van België/ balanscentrale. Bedrijven communiceren via
commerciële rapporten, hierdoor krijgt men inzicht in het bedrijf. Hoe goed heeft een bedrijf het in
het verleden gedaan? kijk naar de financiële rapporten. De jaarrekening wordt gebruikt om
economische beslissingen te staven.
Jaarrekening = output boekhoudproces (historische info) in standaardformaat volgens de GAAP
Wie zijn de gebruikers/stakeholders van de jaarrekening?
Het management presteren we goed?
Bestaande/potentiële aandeelhouders is de onderneming een goed investering?
Crediteuren (schuldeisers) zij willen weten of ze krediet kunnen verstrekken, hvl en voor
hoelang?
Klanten kunnen we rekenen op een goede service na verkoop of gaan ze failliet?
Overheid voor de berekening van belastingen en nationale statistieken.
Overige (concurrenten, werknemers, vakbonden)
Onderscheid tussen boekhoudkundige domeinen
Algemeen boekhouden: het boekhouden van transacties zoals aankopen & verkopen. Dit proces
resulteert in de jaarrekening die andere belanghebbende dan het management zullen informeren
over het reilen en zijlen van de onderneming. Externe partners krijgen hierdoor dus beknopte
informatie over de onderneming.
Management accounting: een interne boekhouding met gedetailleerdere informatie over de
onderneming. Hierin kan men bv zien welke takken van de onderneming het goed doen/minder
doen. Het eindproduct zijn bv budgetten voor de komende jaren of gedetailleerde berekeningen over
de kostprijs van goederen. Een bedrijf dat handtassen verkoopt moet zorgvuldig berekenen aan
welke prijs ze het verkoopt om winst te generen. Kosten zoals arbeid en materiaal zijn gemakkelijk te
berekenen. Algemene kosten zoals bv licht en machines zijn moeilijker te bereken, hier moet ze
,weten hvl van de energiekost moet worden doorgerekend bij de productie van 1 handtas.
Management accounting is veel toekomst gerichter, de tijdpanne is vrijblijvend afhankelijk van wat
management eist. Hierbij zijn er geen regels, vrij te bepalen dus.
De GAAP (Generally Accepted Accounting Principles/Algemeen Aanvaarde Boekhoudkundige
Beginselen)
Dit zijn algemene richtlijnen waaraan we ons moeten houden als we de boekhouding voeren.
Boekhouden is geen exacte wetenschap, we weten bv precies hvl geld een bedrijf op zijn
bankrekening heeft staan. Maar andere zaken kunnen we niet precies weten zoals bv het voorzien
van renovatiewerken. Een jaarrekening moet niet tot op de euro nauwkeurig zijn, maar moet wel en
getrouw beeld geven van de onderneming.
Om jaarrekeningen vergelijkbaar en consistent te houden heeft men de GAAP ingevoerd. Elk land
heeft zijn eigen GAAP ontwikkeld hierdoor kunnen er kleine verschillen ontstaan. Bv de BE GAAP &
US GAAP.
Uiteindelijk heeft men de IFRS (International Financial Reporting Standard) ingevoerd. De IFRS zijn
een reeks boekhoudkundige standaards/richtlijnen die tot doel hebben de jaarrekeningen over de
hele wereld consistent/transparant en gemakkelijk vergelijkbaar te maken. Binnen de EU moeten
beursgenoteerde ondernemingen sinds 1 jan 2005 hun geconsolideerde jaarrekening opstellingen in
overeenstemmingen met de IFRS.
Enkelvoudige (statutaire) versus geconsolideerde jaarrekening
Stel vennootschap A & B afzonderlijke rechtspersonen zijn & vennootschap B eigenaar is van A. Elke
zal haar eigen jaarrekening opmaken enkelvoudige/statutaire jaarrekening. Deze zorgen voor een
overzicht van de individuele ondernemingen. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de financiële
gegevens van moeder en dochter samengevoegd. Het is eigenlijk een jaarrekening van een groep.
,De beursgenoteerde bedrijven moeten rapporteren via IFRS bv Ab Inbev. De enkelvoudige
jaarrekeningen moet in België volgens de GAAP worden opgesteld. De geconsolideerde
jaarrekeningen moeten volgens IFRS opgesteld worden.
Boekhouden is geen exacte wetenschap, soms zijn er grijze zones waar men schattingen moet doen.
Bv de onderneming heeft een oude computer liggen, hvl is deze nog waard = grijze zone.
Enkele boekhoudkundige beginselen
Boekhoudkundige entiteit: het is iets apart, een economische eenheid waarvan we de boekhouding
kunnen doen. Ik baken mooi af voor wat ik de boekhouding doe, de wijn die je voor uw bedrijf koopt
mag je niet privé gebruiken. Een boekhoudkundige entiteit kan een onderneming zijn of een groep
van bedrijven.
Boekhoudkundige transactie: het is een gebeurtenis die we kunnen boeken en de financiële
toestand beïnvloedt daarnaast is ze ook betrouwbaar in geld uit te drukken. Een nieuwe pc dat je
koopt kan je boeken. Maar een nieuwe werknemer kan je niet boeken want je kan er geen waarde
op plakken. Dus een nieuwe persoon aannemen is geen boekhoudkundige transactie, in een
voetbalploeg mag je wel een waarde plakken op een persoon. Als bv de CEO sterft zal dit wss wel een
effect hebben op financiële toestand van het bedrijf, maar het kan niet geboekt worden.
Realisatie: Het realisatiebeginsel geeft uitsluitsel over het moment wanneer opbrengsten mogen
worden geboekt en dit is wanneer opbrengsten gerealiseerd is hierbij moet er aan twee
voorwaarden voldaan zijn:
Verdiend: de goederen/diensten moeten geleverd zijn aan de klant.
Geconcretiseerd: geld of vordering verkregen van klant (wanneer klant betaald doet er niet
toe, want opbrengst wordt geboekt als deze gerealiseerd is en dit is niet persé moment van
betaling)
VB: tijdschrift abonnementen dienen op voorhand cash te worden betaald, maar de opbrengst wordt
slecht gerealiseerd op het ogenblik dat het tijdschrift geleverd wordt. De opbrengst is dus al
geconcretiseerd maar niet verdient (want goed is nog niet geleverd)
Bv de verkoop van cadeaubonnen wordt niet onmiddellijk in de JR geboekt, de opbrengst wordt pas
geboekt als de bon daadwerkelijk wordt gebruikt.
Overeenstemming (matching): Matching bepaald wanneer kosten geboekt mogen worden. Er
mogen geen kosten opgenomen worden zonder dat overeenstemmende opbrengsten geboekt zijn.
De kosten moeten dus worden geboekt in de periode waarop ze betrekking hebben en niet wanneer
ze werden betaald.
VB: Kostprijs van verkochte goederen worden geboekt op het ogenblik dat het product verkocht
worden en de opbrengst gerealiseerd werd. Zolang het product dus niet verkocht werd staat het op
de balans onder de post bezittingen.
VB: de kostprijs van een machine mag niet in één keer worden geplaats op de RR, deze kosten worden
dus geleidelijk in de RR geboekt in de periode dat er gebruik wordt van gemaakt om opbrengsten te
generen.
VB: in het begin van het jaar moeten we onze verzekering betalen, in elke maand nemen we een
stukje van deze kost mee. In januari creëren we een actief rekening ‘vooruitbetaalde verzekering’. Dit
is een voorbeeld van periodekosten.
, De kosten moeten dus worden geboekt in de periode waar de onderneming er gebruik van maakt
en hierdoor opbrengsten genereerd. (Afschrijving is mooi vb)
Op het ogenblik dat de o de vrachtwagen aankoopt creëren we een rekening vrachtwagen op het
actief van de balans voor de volledige aanschaffingswaarden. Volgens het matching principe dienen
we de kost van de vrachtwagen te spreiden over de periode waar het bedrijf de vrachtwagen zal
gebruiken.
Bezittingen zijn dus eigenlijk onverbruikte kosten en kosten zijn verbruikte activa. Volgende kosten
passeren niet eerst langs de activa kant op de RR en worden direct als kost geboekt:
bureaumateriaal, reclame, personeel,…
Continuïteit: Het continuïteitsprincipe (going-concern – principe) zegt dat je de boekhouding van een
onderneming moet voeren ervan uitgaand dat deze zal blijven voortbestaan. Zo kan een
onderneming activa kopen en boeken met de verwachting dat het voordelen zal halen uit het gebruik
van de activa na de huidige boekhoudperiode. Het is omdat we veronderstellen dat de onderneming
going-concern is, of anders gezegd dat ze langer dan dit boekjaar zal blijven voortbestaan dat ze de
kost van het actief ook mag boeken gespreid over meerdere jaren. Als we bv een machine kopen en
deze afschrijven op 15 jaar dan veronderstellen we dat de o minstens nog 15 jaar zal blijven bestaan.
Het is ook het continuïteitsbeginsel dat bepaald dat activa dienen gewaardeerd te worden aan
historische kostprijs/netto boekwaarde. Dit is de aanschaffingswaarde – afschrijvingen. Deze
werkwijze zorgt voor een best mogelijke overeenstemming van kosten en opbrengsten. Vermits het
niet de bedoeling is van de onderneming om haar bezittingen onmiddellijk te verkopen is het gebruik
van waardering volgens fair value/reële waarde/marktwaarde niet aangewezen.
Enkel wanneer een onderneming niet meer in continuïteit is maar in discontinuïteit omdat ze bv
riskeert failliet te gaan dan moet de onderneming correcties doorvoeren omdat de onderneming
geen oneindige levensduur meer heeft. De activa zullen in dit geval aan verkoopwaarden worden
geboekt.
Materialiteit: Het materialiteitsbeginsel zegt dat foutjes mogelijk zijn in de jaarrekening, maar deze
mogen niet zo groot of belangrijk zijn dat ze de gebruiker van de JR zou misleiden. Vb een
onderneming doet een investering en koopt dure bureaustoelen die ze over meerdere jaren zal
gebruiken. Deze investering zal ze moeten activeren en afschrijven. Als de onderneming een gom (1
euro) koopt is dat ook een investering want ze gaat die langdurig gebruiken. Eigenlijk zou ze die 1
euro moeten afschrijven over een periode van 10 jaar. Maar hier speelt het materialiteitsbeginsel,
het meteen in kost nemen van deze gom ipv de kost te spreiden zal geen invloed hebben op de
economische beslissingen die gebruikers nemen op basis van de JR.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vincentvansompel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.