1. Wat is recht?
2. Basisbegrippen
3. Rechtsgebieden
4. Rechtsbronnen
1. Wat is recht?
Een definitie: het geheel van ordening in de samenleving. Het zorgt voor
verwachtingen, net als in het verkeer, je verwacht van rechts voorrang te krijgen.
Prof. Dr. A. Pitlo:
‘Het moge in primitieve of in verfijnde vorm zijn maar zodra twee mensen met
elkaar in contact komen ontstaat recht. Zonder samenleving is er geen recht,
zonder recht is er geen samenleving.’
Maar: je kunt allerlei vormen hebben van recht en dus zou samenleving zonder
recht wel kunnen.
John Austin:
‘orders backed by threats’ —> er is een dreiging in de vorm van orders.
Dit doen criminelen echter ook.
Morele bepalingen: niet afdwingbaar, innerlijke houding
—> handen wassen voor het eten, respect hebben voor anderen, gij zult niet
moorden
Normen rechtsorde: afdwingbaar, uiterlijke gedraging
—> als je iemand mishandelt: boete
‘Uiterlijke gedragingen’ : je kan denken wat je wil, maar niet doen wat je wil.
H.L.A. Hart:
Het recht komt tot stand volgens een bepaalde procedure die onderworpen is
aan regels.
Oliver Wendell Holmes:
'the prophecies of what the courts will do and nothing more pretentious are what
I mean by law.’
—> rechtspraak staat centraal
Immanuel Kant
De wet staat centraal.
Het legisme: onrechtmatig versus onwetmatig (dit is waarom de stelling van Kant
niet klopt)
2. Basisbegrippen
Positief recht (Ius positivum): het geheel van het recht dat door de staat is
uitgevaardigd.
• Komt tot stand door bevoegde instantie
• Volgens de vastgestelde procedure
• Met dwang gehandhaafd
—> geheel van alle geldende rechtsregels op een bepaald tijdstip en op een
bepaalde plaats.
,Natuurrecht (Ius constituendum): het recht zoals wij zouden willen dat geldt, het
ideale recht.
• hoger recht: ongeschreven rechtsbeginselen
• Als toetssteen voor de geldigheid voor de wetten
Technisch juridische basisbegrippen
Objectief recht: geheel van geldende rechten in een land/gemeenschap
Subjectief recht: individuele bevoegdheden (bijv. koper heeft recht op
levering van gekochte zaken)
Materieel recht: inhoud van rechten en plichten: betreft de gedragingen van
mensen
Formeel recht: handhaving: bepaalt hoe het materieel recht wordt gerealiseerd
Gij zult niet doden staat in het materieel recht. Hoe iemand vervolgd wordt na
het doden van een ander staat in het formeel recht.
De wet in formele zin: besluit of wet door samenwerking van Staten-Generaal
De wet in materiële zin: wetten die algemeen gelden, voor alle burgers = een
wet die de burgers verbindende bepalingen bevat.
3. rechtsgebieden
1. Privaatrecht
• horizontale relatie tussen burgers
• autonomie van de burger
• initiatief tot handhaving ligt bij de burger
• Gemene of commune recht (gewoon recht)
• vermogensrecht
• personen- en familierecht
2. Publiekrecht
• verticale relatie:
Overheid (wet, beleid, bestuurlijke beslissingen) —> uitvoerende instanties
(handhaving) —> individuen (verenigingen burgers)
• publieke zaak, de res public (= algemeen belang)
• Initiatief tot handhaving ligt bij de overheid
• Uitzonderingsrecht
• staats- en bestuursrecht
• strafrecht
• internationaal en Europees recht
• belastingrecht
Een thematische ordening van rechtsbronnen: verschillende denkers, landen en
tijden hebben verschillende prioriteiten.
, De moderne staten: de statelijke ordening van de maatschappij gaat via de
wetten; controle en preventie.
Bij het continentaal recht staat de wet centraal. Wetten leggen vast wat wel en
niet verboden is bijvoorbeeld.
Hierarchie in de wetgeving:
1. Verdrag
2. Statuut
3. Grondwet
4. Wetten gemaakt door de nationale wetgever
5. Wetten gemaakt door lagere overheden
• een hogere wet gaat voor een lagere wet
• een latere wet gaat voor een eerdere wet
• een bijzondere wet gaat voor een algemene wet
Voorwaarden gewoonte:
• herhaling van gedragingen
• Wordt geacht een rechtsplicht te zijn
Waarom een toetsingsverbod?
• Democratie
• Rechtszekerheid
• Trias Politica
Normatieve regels
: normeren het gedrag van burgers, bedrijven en de overheid. Ze schrijven voor
wat er onder bepaalde omstandigheden moet gebeuren.
Drie modaliteiten:
• verlof: creëert een bevoegdheid
• verbod: bepaald gedrag is niet toegestaan
• gebod: bepaald gedrag wordt vereist
Kwalificatieregels: richten zich op de persoon of organisatie die de normatieve
regel moet toepassen
Schakelbepalingen : alle regels zijn in overeenkomstige toepassing (dan
hoeven alle wetten niet opnieuw worden opgeschreven)
Ficties: wanneer het niet echt zo is, maar wel zo behandeld wordt. Als je bijv.
Een NL bv wilt, maar je bedrijf is in Engeland dan wordt het behandeld alsof het
bedrijf in nl gevestigd is.
IRAC-model: casus oplossen
1. Issue - wat is de algemene rechtsvraag of de kwestie?
2. Rule - wat is de rechtsgrond?
3. Application - wat is de toegespitste rechtsvraag? Wat zijn de relevante feiten?
4. Conclusion - wat is de algemene conclusie?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kriszlucke. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.