EERSTELIJNSZORG
Introductie en organisatie van de eerstelijnszorg
(Re)organisatie eerstelijnszorg
Wie of wat is de eerste lijn?
Dit is een rechtstreeks toegankelijke, ambulante, generalistische zorg voor niet-gespecificeerde
gezondheids- of welzijn problemen, zowel op fysiek, psychologisch en sociale vlak.
De eerste lijn situeert zich tussen de 0e lijn (mantelzorgers, vrijwilligers, crisiscentra) en de 2e lijn
(gespecialiseerde zorg die meestal binnen instellingen wordt verleend, maar ook
gynaecoloog/pediater/geriater/…). Het is hee laagdrempelige zorg zonder een opname, liefst in de
thuissituatie van de patiënt.
Eerstelijnszorg kan gaan over diagnostische, curatieve, revaliderende en palliatieve zorgverlening.
Binnen de eerste lijn wordt ook aan preventieve zorg gedaan maar in beperkte kring. Hierbij gaat het
over individuen en risicogroepen binnen de eigen populatie.
Het houdt rekening met de persoonlijke en sociale context van de patiënt en verzekert de continuïteit
van de zorg.
Eerstelijnszorg moet bijdragen tot de realisatie van de Quadruple Aim, wat 4 doelstellingen van de zorg
formuleert:
1. Verbeteren van de zorg zoals die door het individu wordt ervaren
2. Verbeteren van gezondheidstoestand op bevolkingsniveau met bijzondere aandacht voor
toegankelijkheid en sociale rechtvaardigheid
3. Het realiseren voor de patiënt van meerwaarde op het vlak van gezondheid met de ingezette
middelen
4. Ervoor zorgen dat professionelen hun zorg actief te kunnen verlenen in de gezondheidszorg
op een goede en duurzame manier.
Waarom hervormen?
Dit is nodig wegens demografische en epidemiologische veranderingen, zoals vergrijzing, toename van
chronische zieken, toename multimorbiditeit (meerdere chronische ziekten bij éénzelfde patiënt) en
toename van kwetsbare groepen (laaggeschoolde, kansarmoede, vluchtelingen,…). Bij
multimorbiditeit is het van belang om te vertrekken vanuit een geïntegreerde benadering. Dit wilt
zeggen dat men vertrekt vanuit de doelen en voorkeuren van de patiënt zelf. Al deze veranderingen
eisen dus kwaliteit en interprofessionele samenwerking.
Ook wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en betaalbaarheid van de zorg vragen voor
veranderingen. Momenteel is er al reeds een toename van technologie in de thuiszorg. Medicalisering
in het dagelijkse leven moet vermeden worden. Er wordt voortaan veel voorgeschreven waardoor er
gekeken moet worden naar wat er echt nodig is. Al deze veranderingen hebben dus ook een impact
op het budget. Er zal dus meer gekeken moeten worden naar wat nodig is voor een bepaalde patiënt.
De globalisering en sociaal-culturele ontwikkelingen vragen voor hervorming. Er zal dus kennis gedeeld
moeten worden op internationaal vlak (bv. zoeken vaccin voor COVID-19). Medische informatie is ook
toegankelijker geworden (internet). Hierdoor zal er dialoog nodig zijn tussen zorgvrager en
1
,zorgverlener. Wegens de toename van diversiteit zal het dus ook van belang zijn om rekening te
houden met deze culturele verschillen. Tegenwoordig leven mensen langer, wat een impact heeft op
informele zorg (vrijwilligers en mantelzorgers). Het moet voor beide partijen haalbaar blijven.
Tegenwoordig blijven mensen ook liefst zo lang mogelijk thuis.
Exponentieel gaan mensen nadenken over wat ze willen in het leven; Kwaliteit, zingeving en
betekenisgeving is dus van groot belang. Ook de mondigheid is sterk toegenomen. De patiënten willen
en moeten ook een rol opnemen in de zorg voor zichzelf. Men vertrekt dus steeds uit het
zelfbeschikkingsrecht en de eigen leefomgeving van de patiënt.
Werkloosheid, lager opleidingsniveau, alleenstaand zijn en laag inkomen leidt tot een hoger risico op
mentaal onwelbevinden, depressie en zelfdoding. Anderzijds hebben mensen met mentale problemen
ook een hoger risico op werkloosheid, eenzaamheid en armoede. Vandaar is het belangrijk dat de
eerste lijn toegankelijke zorg aanbiedt en ook een signaalfunctie heeft te vervullen.
De zesde staatshervorming heeft er ook voor gezorgd dat er overheveling van bevoegdheden wer
gedaan. Ook de financiering van de ziekenhuizen werd aangepast.
Ambities hervorming?
De persoon met een zorgnood komt centraal te staan. Mantelzorgers, vrijwilligers, buurt gaan rond de
patiënt staan. Zij zijn de beschermende schil van de patiënt. Daarrond zal de eerste lijn geschikt staan
die vaak het eerste contact is met professionele hulpverleners. Deze gaat bij complexere zorgnoden
op de voorgrond komen. Vandaar dat de eerstelijnszorg goed uitgebouwd moet worden. Het is niet de
bedoeling dat de patiënt meteen naar de gespecialiseerde en duurdere zorgen gaat overstappen. Maar
men gaat, vanaf het moment dat hulp nodig is, naar de eerste lijn gaan. Als er daarna nood is aan meer
gespecialiseerde hulp, zal men verder gaan naar de tweede lijn. Dit wilt dus zeggen dat veel problemen
al binnen de eerste lijn aangepakt kunnen worden, maar om dit te doen lukken moet het zorgaanbod
geïntegreerd worden en vanuit de individuele patiënt vertrekken.
Men wilt 60 eerstelijnsnetwerken opzetten in Vlaanderen. Om zo lokale verankering en initiatieven te
verkrijgen. Ook gaan deze opleidingen aanbieden. De Vlaamse overheid gaat ook initiatieven
aanbieden. Deze zullen ook voor de financiering zorgen.
Wat veranderen?
Eerstelijnszone is de basis van de hervorming. Men wilt lokale zones met 75000-125000 inwoners. Zo
zijn er in Vlaanderen 59, in Brussel is dat er 1. Deze zones worden aangestuurd door een zorgraad. De
eerstelijnszorg krijgt vorm door integratie/opslorping van huidig gesubsidieerde structuren. Deze
zones gaat praktijkondersteuning en intersectorale samenwerking bieden tussen lokale besturen,
welzijn en gezondheid. Alle partners, die zorg verlenen, moeten dan ook vertegenwoordigt zijn.
De eerstelijnszone wordt aangestuurd door een zorgraad. Deze heeft 5 belangrijke taken. De eerstelijn
is afstemming organiseren tussen iedereen die betrokken is binnen de eerstelijn. Dit wil zeggen tussen
zorgaanbieders, vrijwilligers, mensen met gespecialiseerd zorgaanbod,…. Deze gaan de
interdisciplinaire samenwerking stimuleren door middel van het delen van gegevens. Kringwerking zal
ook gestimuleerd worden (bv. huisartsen, thuisverpleegkundigen,…). Ze zullen ook ondersteuning
bieden bij de ontwikkeling van een geïntegreerd breed onthaal. Het is eigenlijk de bedoeling dat de
patiënt op één plaats terecht kan met vragen, noden,…. Deze GBO wordt vormgegeven door 3
verschillende organisaties: diensten van maatschappelijk werk van ziekenfondsen, centrum algemeen
2
,welzijn en OCMW’s. Elk van deze organisaties heeft elk zijn specifieke expertise. Zij gaan ook gegevens
voor de sociale kaart aanleveren. Zij hebben ook de taak gekregen een Covid-19 team op te stellen,
die uitbraken gaan beheersen.
De zorgraad is samengesteld uit 20 verplichte partners en 4 optionele partners. De 4 optionele partners
zijn personen met een zeer specifieke expertise (bv. academische achtergrond, iemand met uitgebreid
netwerk). Dit kan wisselen in de loop der tijd. Zo zal men in totaal aan 24 vertegenwoordigers komen.
De regionale zorgzone en het regionaal zorgplatform is een plaats waar eerstelijnszorg en de meer
gespecialiseerde zorg (bv. palliatieve) elkaar kunnen vinden voor afstemming. Deze betrokkenen
kunnen gaan samenwerken, ondersteuning vragen,….
Het Vlaams Instituut voor de Eerste Lijn (VIVEL) gaat alle kennis en expertise samenbrengen die
aanwezig is in de eerste lijn. Maar steeds met de focus op de eerste lijn. Ze bieden vormingen aan,
adviseren, coachen, sensibiliseren, strategieën uitwerken op wetenschappelijk vlak,…. Zij adviseren
ook de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Brussel.
De Academie voor de Eerste Lijn is een netwerk voor onderzoek en ontwikkeling. Het bestaat uit alle
grote Vlaamse universiteiten en hogescholen, Wit-Gele Kruis en het Vlaams Patiëntenplatform. Deze
heeft het doel de eerste lijn te versterken en ondersteunen. Hiervoor gaan ze samenwerken rond 4
thema’s, namelijk interprofessionele samenwerking (over de verschillende disciplines en organisaties
heen), doelgerichte zorg (vertrekken vanuit levensdoelen en noden uit patiënt zelf), zelfmanagement
en buurtgerichte zorg. Dit gaan ze doen door gebruik te maken van toegepast onderzoek met als doel
concrete tools en strategieën te ontwikkelen. Deze nieuwe kennis willen ze doorgeven door middel
van het onderwijs.
De zorgcoördinator is vooral van belang wanneer het een complexe zorgsituatie is. Zij zullen gebruik
maken van een zichtbaar en deelbaar zorg- en ondersteuningsplan.
Huidige situatie
SEL
Het is een organisatie van zorg- en hulpverleners, verenigingen van mantelzorgers en
vrijwilligersorganisaties, actief in de eerstelijnsgezondheids- en welzijnszorg. Deze wil de
zorgverlening, aan personen met een zorgnood, in zijn regio optimaliseren. Dit gaan ze doen door
zorgaanbieders te ondersteunen, om zo ook beter te kunnen samenwerken. Het zorgaanbod zal ook
maximaal afgestemd moeten worden aan de noden van de bevolking in de regio. Het SEL kan
zorgvragers ook doorverwijzen naar de juiste zorgaanbieder, maar kan ook initiatieven nemen voor
vrijwilligers in de zorgverlening. Het is een organisatie van zorg- en hulpverleners, verenigingen van
mantelzorgers en vrijwilligersorganisaties, actief in de eerstelijnsgezondheids- en welzijnszorg. Zo zijn
er in Vlaanderen 14 SEL’s, Brussel heeft er één.
Opdrachten:
- Optimale zorgverlening
- Aanbod afstemmen op de noden
- Bevolking informeren
- Neutraal aanspreekpunt
- Toegankelijkheid
3
, GDT
Elke cel is ook gekend als een Geïntegreerde Dienst voor Thuisverzorging. Zij gaan het geheel van de
patiëntenzorg versterken binnen een zorgzone. Dit gaan ze doen door de organisatie van een
multidisciplinair overleg praktisch organiseren en ondersteunen. Anderzijds zorgen ze ook voor het
financiële luik, gezien men als zorgverlener wordt vergoed voor het participeren aan een overleg. Deze
wordt door de overheid gefinancierd.
LMN
Dit is een Lokaal Multidisciplinair Netwerk dat zich bezig houdt met de zorgtrajecten die werden
opgericht voor Diabetes type 2 en chronische nierinsufficiëntie. Op die manier gaat men de
samenwerking tussen patiënten, huisartsen, specialisten,… zo goed mogelijk organiseren. Dit leidt tot
een kwalitatieve opvolging. De initiatiefnemers zijn meestal huisartsenkringen, in samenwerking met
SEL en GDT. Niet in alle gemeenten is een LMN actief, zo zijn er 9 huisartsenkringen die niet
participeren. Het wordt gefinancierd door Zorg en Gezondheid. Zij ontvangen een subsidie op basis
van het aantal inwoners in de regio waar het LMN actief is.
Opdrachten:
- Ondersteunen bij aanleggen en opvolgen zorgtrajecten
- Organiseren en coördineren
- Initiatieven nemen rond chronisch ziekten
Neuman systems model
Belangrijke begrippen
Visie is de kijk op de realiteit die je denken en doen bepaalt. Het is belangrijk om bewust te worden
van de eigen visie en deze te ontwikkelen (bv. visie op verpleegkunde). Op deze manier kan men
tegemoetkomen aan de noden van de patiënt, maar ook kan men hierdoor de eigen tekortkomingen
ontdekken.
Een theorie zijn steeds abstract (bv. theorie van Darwin). Een verpleegkundige theorie is een
verzameling van samenhangende begrippen, definities en proposities. Deze probeert de
verpleegkundige activiteit te beschrijven, verklaren, voorspellen en voorschrijven. Deze is dus
samengesteld uit concepten. De verbanden tussen deze concepten, worden proposities genoemd. Het
berust steeds op de werkelijkheid en vertrekken steeds uit de praktijk. Voor verpleegkunde bestaan
er enkele centrale concepten, deze vindt men terug in alle verpleegkundige theorieën. Dit wordt ook
een metaparadigma genoemd.
Het metaparadigma voor verpleegkunde bestaat uit 4 belangrijke conceptren:
- Mens (persoon): individu, familie, groep personen en gemeenschap
- Omgeving: significante anderen, fysieke omgeving, cultuur, politiek en economie
- Verpleegkunde: acties door verpleegkundigen samen met anderen, diagnose, plannen,
interventie en evaluatie
- Gezondheid
Conceptueel model is een vereenvoudiging van de theorie, maar ook een vereenvoudiging van de
werkelijkheid. In een model komen niet alle concepten aan bod.
4