MEDISCHE HEELKUNDE 1
Organisatie en financiering van de ziekenhuizen
ZIE PPT!!
Loon van de verpleegkundige wordt in perifere ziekenhuizen betaald door de artsen. Deze staan een
stuk van hun ereloon af aan de verpleegkundigen. Soms ook door partners.
Op kaart:
- P: psychiatrische ziekenhuis
- Geel: universitaire ziekenhuize,
- Blauw: perifere ziekenhuizen
- Groen: perifere met universitaire diensten
Dienst besmettelijke ziekten: rode vakjes kennen!!
KCE kennen!!
Medische raad hebben iets te maken met de besluiten van het ziekenhuis. Belangrijk!! Beslissen samen
met CEO over de honoraria of het aandeel dat moet afgestaan worden voor de werking van het
ziekenhuis.
Pré-, per- en postoperatieve zorg
Preoperatieve zorg
Polyklinische voorbereiding
Bij geplande opname, voorbereiding voorafgaand operatie:
- Gesprek tussen patiënt en chirurg over noodzaak van de operatie, de verwachtingen,
mogelijke gevolgen van de operatie (informed consent) en de datum van opname.
- Onderzoeken worden aangevraagd en verricht (bv. RX, CT, bloedname met kruisproef,…)
Informed consent = geïnformeerde toestemming, de mogelijke voor- en nadelen van de medische
behandeling moeten meegedeeld worden.
Voorbereiding de dag voor de operatie
Opname van de patiënt op de afdeling
Afhankelijk van de ingreep en de cultuur van het ziekenhuis, vindt dit de dag voor of de dag van de
operatie plaats. Dit gebeurt op een afgesproken datum en uur. Hierbij wordt de patiënt verwelkomt
en geïnstalleerd op de kamer. Op die moment wordt de kamer en de algemene werking uitgelegd.
,Verpleegkundige anamnese
Dit gebeurt aan de hand van een standaardanamnese in het EPD. Hierbij worden ‘alle zintuigen’
gebruikt.
- Uitvoeren patiëntenidentificatie
- Algemene gezondheidstoestand: uiterlijke observatie, parameters, huidige klachten,
overgevoeligheid/allergie voor, gebruik genotsmiddelen, medicatiegebruik,…?
- Voedingstoestand: dieet, overgewicht, ondergewicht,…?
- Uitscheidingspatroon: symptomen van infectie? Obstipatie? Diarree?
- Mobiliteit: bewegingsproblemen?
- Slaappatroon: slaapmedicatie?
- Invloed van eerdere ervaringen: kennis narcose, operatie?
- Impact geplande operatie: verwachtingen naar de toekomst, bekommernissen?
- Inschakeling andere disciplines: sociaal of maatschappelijk assistent, psycholoog, pastoraal
werker?
- Pre-operatief anesthesieblad: moet ingevuld worden door de patiënt
Medische anamnese en onderzoeken
Dit wordt gedaan om operatierisico’s vast te stellen en informatie te geven aan de patiënt. Het is de
bedoeling om de patiënt in zo’n optimaal mogelijk conditie te brengen voor de operatie. Patiënten met
een medische pathologie (bv. diabetes, stollingsproblemen,….) worden eerst op punt gesteld.
De verzamelde informatie uit de medische anamnese en lichamelijk onderzoek worden aangevuld met
routine onderzoeken zoals ECG, RX Thorax, BN, MRSA-screening,…
De preoperatieve onderzoeken en onderzoeken tijdens het verdere verblijf van de patiënt zijn
ingepland in het klinisch zorgpad.
Zorgpad = complexe interventie om de gemeenschappelijke besluitvorming en organisatie van
zorgprocessen te verwezelijken voor een specifieke groep van patiënten gedurende een definieerd
tijdskader.
Anesthesie zal zorgen voor een preventief onderzoek aan de hand van een ingevuld preoperatief
anesthesieblad. Dit blad is noodzakelijk en dient ondertekend te worden gezien dit een soort toelating
is voor de narcose. Dit moet ten laatste de avond voor de ingreep gebeuren. Bij een tijdig consult
eventueel nog bijkomende onderzoeken aanvragen. Tijdens dit gesprek is er de gelegenheid voor de
patiënt tot overleg en vraagstelling over de voorbereiding, soort anesthesie, onmiddellijke situatie
postoperatief,…. Eventueel kan slaapmedicatie worden voorgeschreven voor de nacht voor de
operatie. Bij minderjarigen dient deze toelating ondertekend te worden door de ouders of voogd.
Psychologische gebied
Het is belangrijk aandacht te hebben voor de persoonlijke beleving vanuit de eigen achtergronden.
Deze varieert van ontspannen tot angstig. Dit is afhankelijk van vroegere ervaringen of andere
oorzaken. De symptomen van angst kunnen zich uiten op fysiologisch, emotioneel en cognitief vlak en
variëren met de mate van de angst.
Coping = manier waarop men met bedreigende situaties omgaat.
Het is aan de verpleegkundige om de patiënt zo goed mogelijk te informeren en begeleiden, nagaan
of de uitleg door de chirurg en de anesthesist werd begrepen. Zo kan zo nodig opnieuw een degelijke
uitleg gegeven worden over de operatie, de narcose en de pré- en postoperatieve zorgen. Hierdoor
kan de angst verminderd worden.
,Lichamelijk gebied
Afhankelijk van de geplande ingreep worden de interventies opgesomd die door de verpleegkundige
dienen te worden uitgevoerd: bloeddruk, pols, zuurstof, saturatie, bloedstalen, urinestalen,
operatiezone onthalen, TED-kousen,….
- Huidvoorbereiding:
Hiermee probeert men eventuele micro-organismen te verwijderen om, infectiegevaar of
postoperatieve wondinfecties maximaal te vermijden. De huidvoorbereiding gebeurt via een
standaardprotocol of door een apart order die door de chirurg werd gegeven.
Bv. scheren operatiezone, wassen van patiënt met desinfecterende zeep, desinfecteren
operatiegebied,…
- Maagvoorbereiding:
Hiermee probeert men het braken, en de eventuele daardoor mogelijke aspiratie van braaksel
in de luchtwegen, tijdens en onmiddellijk na de operatie te voorkomen. Men houdt de patiënt
dus nuchter. Het braken is mogelijk door een gevulde maag, door verslapping van de spieren
tijdens en na de narcose. Door afwezigheid van de slikreflex kan het braaksel in de luchtwegen
terechtkomen en verstikking of aspiratiepneumonie veroorzaken. De patiënt mag tot 8 – 10u
voor de operatie niet meer eten of drinken. Bij operaties in de voormiddag wordt dat
standaard genoteerd dat de patiënt vanaf 24u nuchter moet zijn. In de nuchtere periode mag
men ook niet roken!
- Darmvoorbereiding:
Dit wordt standaard uitgevoerd bij grote ingrepen en abdominale ingrepen. Het is zeker niet
nodig voor elke operatie. Het doel hiervan is postoperatieve obstipatie en paralytische ileus te
voorkomen. Na een buikoperatie zijn de darmen altijd enkele dagen verlamd door manipulatie
van de darmen en het buikvlies tijdens deze operatie. De narcose verminderd ook de
peristaltiek, en bij een volle darm wordt het herstel van de normale peristaltiek vertraagd.
Hierdoor zorgen we best voor lege darmen door middel van de toediening van orale en/of
rectale laxeermiddelen de dag voor de ingreep.
- Respiratoire voorbereiding:
Men wilt hiermee een ineffectieve luchtwegreiniging door stase van secreties, pneumonie en
atelectase voorkomen. De ademhaling bij abdominale en thoracale ingrepen is oppervlakkiger
doordat de buikspieren en het middenrif onvoldoende gebruikt worden. De mensen durven
ook niet te hoesten waardoor stase van secreties ontstaat. Preventieve maatregelen:
preoperatieve informatie en instructies kunnen complicaties verminderen, ademhalingskiné
reeds opstarten bij risicopatiënten en extra aandacht besteden bij geriatrische patiënten.
- Cardiovasculaire voorbereiding:
Men wilt hiermee de stabiliteit van de hartfunctie en circulatie controleren. Het gebeurt ook
voor preventie van diepe tromboflebitis postoperatief ten gevolge van immobiliteit en
veneuze stroombelemmering. Bij een diepe tromboflebitis bestaat de kans op een
longembolie door het loslaten van de trombus of een deel ervan. Voor de operatie moet de
patiënt normale parameters hebben, dus controle van de pols, bloeddruk en ECG moet
gebeuren. De patiënt mag geen tekens van diepe tromboflebitis vertonen en preventief
handelen. Indien nodig kan de patiënt TED-kousen krijgen. Geef ook steeds info over clexane
die mogelijks na de operatie wordt opgestart.
Voorbereiding de dag van de operatie
Op de dag van de operatie gebeuren meestal alleen nog een aantal controles zodat eventuele actuele
veranderingen nog opgemerkt kunnen worden.
- Hygiënische zorg
, - Toedienen premedicatie: dit is meestal sederende medicatie. Na de toediening mag de patiënt
het bed ook niet meer uit wegens kans op duizeligheid en vallen.
- Checklist overlopen
- Voorbereiding van kamer en bed
Begeleiding van de patiënt naar het operatiecomplex
De verpleegkundige of logistieke medewerker, die verantwoordelijk is voor de patiënt, brengt de
patiënt naar de operatiezaal. Er blijft iemand bij de patiënt tot deze wordt overgenomen door een
verpleegkundige van de operatiezaal.
Peroperatieve zorg
Algemene anesthesie of narcose
Bij de narcose streeft men 4 hoofddoelen na:
- Bewustzijnsverlies
- Pijnbestrijding
- Onderdrukking van de vegetatieve reflexen
- Spierverslapping
Een algemene anesthesie bestaat dus uit meerder medicaties, namelijk een slaapmedicatie of een
hypnoticum (bv. Dormicum), pijnstiller of analgeticum, medicatie om vegetatieve reflexen te
onderdrukken en spierverslappende medicatie of curare (bv. Vecuronium).
Het vegetatieve zenuwstelsel en werkt autonoom. Dit wilt zeggen dat het werkt buiten de wil van de
persoon. Het bestaat uit 2 delen met een antagonistische werking: sympathische zenuwstelsel (actief
bij actie van het lichaam) en het parasympatische zenuwstelsel (actief bij rust van het lichaam).
Hypnoticum
Dit wordt gebruikt voor de inleiding van de narcose. Dit gebeurt via inhalatie in de ademhalingswegen
of via intraveneuze toediening. Door dit soort medicatie zal de patiënt zeer snel bewusteloos worden.
Inhalatie anesthesie
Hierbij wordt er een gasmengsel van zuurstof en anesthesiedampen toegediend via een masker. Het
wordt vooral toegepast bij kinderen omdat men hen het IV-gebeuren wilt besparen. Narcose, die
uitsluitend door gasgebruik wordt uitgevoerd, wordt niet voor langere periodes aanbevolen. Daardoor
wordt het dus enkel voor de inductie of bij kleine ingrepen gebruikt. Deze kan tijdens de ingreep verder
toegediend worden in combinatie met een analgeticum en curare IV. Zodra de bewusteloosheid is
ingetreden, wordt STEEDS een gasmengsel van zuurstof toegediend (bij beide vormen).
Lachgas is een snelwerkend en goedkoop gas dat voornamelijk gebruikt wordt voor inhalatie inductie.
Desflurane en sevoflurane zijn gassen gebruikt als anaesthesiedampen. Deze gassen worden voor een
volledige ingreep gebruikt. Het grote voordeel hierbij is dat dit snelwerkend is en ook snel uitgewerkt
is.
IV-anesthesie
De patiënt krijgt hierbij een hypnoticum toegediend langs een vene, als bolusinjectie om de narcose
te starten. Tijdens de bolus wordt een masker met 100% zuurstof voorgehouden bij de patiënt. Hierna
wordt, via een continu infuus, de narcose in stand gehouden. De infusie wordt afgebouwd zodra de
patiënt wakker wordt.