1.Inleiding
1.1. Respiratoir systeem
Het respiratoir systeem bevat 3 onderdelen:
- Respiratoire pomp = sternum, ribben, wervelkolom en ademhalingsspieren
- Bronchiaal boom = luchtwegen
- Alveolen = plaats waar gasuitwisseling plaatsvindt
1.2. Structuur van de longen
Als je een bloemkool doorsnijdt zie je een stam, deze vertakt zich in kleinere stammen, die vertakken
zich dan ook om dan uiteindelijk tot de bloem te komen.
- In de longen zijn dit onze alveoli
- Altijd vertakkingen tot kleinere luchtwegen naarmate je meer naar de periferie/buitenkant
gaat
- De grote luchtwegen zijn centraal
- Rechter long heeft 3 kwabben terwijl linker long 2 kwabben heeft
- De scheidingslijnen tussen elke kwab noemen we de lingula
o Bij een longonsteking kunnen we ter hoogte van de lingula een infectie zien
- Op de longen zitten twee vliezen: parietale pleura en viscerale pleura
o Parietale pleura of pleura costalis = op de thoraxwand gekleefd
o Viscerale pleura of pleura mediastinalis = op de longen
o Tussen de twee vliezen is er een klein ruimte met vocht
o De twee vliezen zorgen voor het uitzetten en inkrimpen van de longen en zorgen
voor de beweglijkheid van de longen, want het zijn niet de longen die ademen op
zich, het is de respiratoire pomp die zorgt voor het mecaniek van het inademen en
uitademen
1.3. Ademhalingsspieren
OPGELET: lijst niet te kennen, enkel een idee geven
Primaire ademhalingsspieren:
- Diafragma
- M. intercostalis externus: loopt van binnen naar buiten
- M. sternocostalis
Secundaire ademhalingsspieren:
- M. sternocleidomastoideus
- M. scalenus
- M. pectoralis maior en minor
Uitademhalingsspieren:
- M. rectus abdominis
- M. obliquus abdominis
- M. intercostalis internus: loopt van buiten naar binnen
Gezonde personen gebruiken alleen de primaire ademhalingsspieren om te ademen in rust en de
secundaire wanneer we een intense inspanning leveren
- Bij patiënten met pathologieën met obstructieve en restructieve aandoeningen gaan ze in
rust ook gebruik maken van de secundaire waardoor ze veel meer energie nodig hebben om
deftig te kunnen ademen.
Volume verandert in 3 dimensies bij een gezonde persoon: anterioposterieur, lateraal, craniocaudaal
Beweging van de longen:
- Pump handle: bovenste ribben zorgen voor een beweging naar boven en naar voor
(anterieur en craniaal)
- Bucket handle: Onderste ribben zorgen voor een beweging naar beneden en naar buiten
(lateraal en caudaal)
o Bij het inademen: wanneer borstkas omlaag en de buik omhoog, dan noemen we dit
een paradoxale beweging en kunnen we dus zeggen dat er een respiratoir probleem
is
Diameter wordt in de eerste kolom voorgesteld en daarnaast de oppervlakte
A is onze trachea/luchtpijp, die heeft de grootste diameter en oppervlakte van al onze luchtwegen en
gaat zich splitsen in twee hoofdbronchiën, die zich dan op hun beurt vertakken in bronchioli
- Als je de 2 hoofdbronchiën doorsnijdt en aan elkaar plakt dan is zijn oppervlakte iets groter
dan die van onze trachea
o Zo gaat het telkens verder, de gezamenlijke oppervlakte van de luchtwegen is telkens
groter dan die van de voorafgaande
o De diameter wordt alsmaar kleiner
o Het aantal luchtwegen wordt steeds groter
Doordat aantal toeneemt, neemt de oppervlakte steeds meer toe waardoor
dit een invloed heeft op de luchtsnelheid en dus de luchtverplaatsing
- Longen zijn een omgekeerde trechter
- Er zijn in totaal 23 vertakkingen tot aan de alveoli
o De eerste 16 vertakkingen noemen we de “transporting airways” = zij gaan de lucht
vervoeren
o De vertakkingen 17 tot 23 noemen we de “transitional zone and respiratory zone” =
alveolen zijn hierbij geïncludeerd, er is een overgang van transport en gasuitwisseling
- We hebben 9 generaties van bronchii of grote luchtwegen
o In die bronchii zijn er kraakbeenringen die zorgen voor stabiliteit in de luchtwegen
(minder mogelijkheid om dicht te klappen)
o Eens de 9 generaties voorbij dan komen we terecht in de bronchioli of kleinere
luchtwegen, hier is geen kraakbeen waardoor er dus geen bescherming is tegen
externe druk en kunnen de luchtwegen gemakkelijker dicht gaan
o Uiteindelijk hebben we de alveoli/longblaasjes
Regel: Hoe hoger de luchtsnelheid is, hoe beter de secreties uit de longen kunnen gaan
-
Bronchiaal boom heeft een invloed op de luchtsnelheid, flow/debiet en gasuitwisseling
o Luchtsnelheid uitgedrukt in m per sec
o Flow/debiet uitgedrukt in L per sec
- De dode ruimte: hoeveelheid lucht die niet gaat deelnemen aan de gasuitwisseling
QUIZ:
- Als je 1 liter per sec inademt, hoeveel ga je hebben aan de alveoli?
- Als je 1 m/sec inademt, hoe snel is dat aan de alveoli?
- Als je 1 liter zuurstofrijke lucht gaat inademen, hoeveel komt terecht in de alveoli?
ANTWOORD:
- Debiet gaat even groot zijn, het volume per tijdseenheid verandert niet
- De snelheid zal hier 180x KLEINER zijn dan aan de mond aangezien de oppervlakte 180x
groter is, dit is een probleem omdat als je in de perifere luchtwegen veel secreties hebt dan
moeten we de luchtsnelheid verhogen en opdrijven
- Er komt 850 ml terecht in de luchtwegen omdat er al 150 ml is blijven zitten na de vorige
Uitademing
1.5. Alveoli connecties en collaterale ventilatie
Alveoli connecties:
- Verbindingen van Martin = tussen de bronchioli
- Verbindingen van Lambert = tussen de bronchioli en alveolen
o Worden pas actief vanaf de leeftijd van 6 jaar
Bij baby’s heb je een probleem als er een verstopping is, want je hebt veel
minder mogelijkheden om achter die verstopping toch lucht te krijgen in die
longgedeeltes
Sommige delen van de longen kunnen dichtklappen wanneer er te veel
secreties zijn maar we vinden daar wel oplossingen voor als kiné.
- Poriën van Kohn = tussen de alveolen
o Worden pas actief vanaf de leeftijd van 2 jaar
Door het drukverschil gaan de kanaaltjes open zodat er lucht kan gaan naar de zones waar er minder
lucht is totdat de druk overal gelijk is.
1.6. Alveoli en terminale bronchioli
Structuur van alveoli:
- Bevat een heel gladde celstructuur met bepaalde “gele structuren” waar de gasuitwisseling
gebeurt.
o CO2 wordt afgegeven aan de alveolen
o O2 wordt afgegeven aan het bloed
- Deze gele structuren zorgen in de alveolen dat er een dunne laag surfactans wordt afgegeven
o Het surfactans gaat de spanning aan de oppervlakte verlagen waardoor de alveolen
bij het uitademen gaan verkleinen maar niet volledig kunnen dichtklappen
Anders heb je te veel spierkracht nodig om die alveolen terug te openen. Bv.
bij het opblazen van een ballon, het moeilijkste deel is het beginnen
opblazen want daar heb.
- Op een microscopisch beeld van de alveolen zien we zwarte gaten: dit is waar er lucht is
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ilonadg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.