100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
samenvatting begrippenlijst communicatiewetenschappen 1 €3,99   In winkelwagen

Samenvatting

samenvatting begrippenlijst communicatiewetenschappen 1

 10 keer bekeken  0 keer verkocht

samenvatting begrippenlijst communicatiewetenschappen 1

Voorbeeld 3 van de 29  pagina's

  • 6 december 2021
  • 29
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (12)
avatar-seller
vdgVUB
Hoofdstuk 2: prolegomena
• Communicatie is een Mickey Mouse wetenschap: de reden hiervoor is omdat deze dicipline
vanuit verschillende standpunten bekeken kan worden. Vb. historisch, media economisch,…
standpunten. Bovendien wordt er bestudeerd wat hun impact was op de samenleving
aangezien dat hij een enorm bekend figuur was & is.
• Bovendien is de communicatie wetenschap, een wetenschap die zich heef gevormd door
aspecten van verschillende andere wetenschappen te gaan gebruiken. Dit maakt hen
Interdisciplinair omdat deze wetenschap de grenzen tussen de andere wetenschappen doet
vervagen.


Thomas S. Kuhn: the structure of scientific revolutions: paradigma = universeel gedeeld model van
wat onderzocht dient, welke vragen essentieel zijn, hoe deze aan te pakken en te interpreteren. In
dit boek refereert hij ook naar de structuur van een wetenschappelijke revolutie:

a) Nominale wetenschap: binnen het heersende paradigma onderzoek doen
b) Puzzel-solving: na gaan wat er onderzocht moet worden binnen in het heersende of
gedeelde paradigma
c) Paradigma: Het delen van dezelfde onderzoek agenda als in welke visie er gewerkt moet
worden.
d) Anomalie: als er zich stellingen voordoen die stroken met het eigen idee, dienen deze eerst
opgelost te worden.
e) Crisis: kan het probleem niet opgelost worden binnen het heersende paradigma, dan verzeilt
de paradigma in een crisis.
f) Revolutie: is door het hebben van een onoplosbaar probleem, gaat men zich door een een
paradigmashift begeven

Theorie: Een logische reeks van met elkaar verbonden (niet-tegenstrijdige) stellingen, opvattingen en
begrippen over (een deel van) de empirische werkelijkheid, zodanig geformuleerd dat er toetsbare
hypothesen uit zijn af te leiden

Deductie: idee of theorie over de werkelijkheid toetsen via empirisch onderzoek. (algemeen naar
speciefiek)

Inductie: via interpretatie van waarnemingen zoeken naar patronen en regelmaten. (van specifiek
naar algemeen)

Tour d’horizon: van iets groot snel kennis maken

Gemedieerde communicatie: zijn communicatieprocessen die plaats vinden via een technologisch
medium

Technologisch determinisme: het idee dat technologisch veranderingen een eigen logica volgen

Concurrerende paradigma: paradigma’s die naast elkaar bestaan, maar waar meestal toch een van
dominanter is dan de andere.

Slinger beweging: door conflicten met andere paradigma’s zich laten groeien.

Dominant paradigma: Het paradigma dat de meeste volgers heeft en vaak het collectief denken wat
stuurt.

,Cultural studies: het bestuderen van ideologie in media boodschappen.

Classificeren van theorievorming

1) Actie: media en maatschappij zijn vrij en er is vrijheid van keuze, wil, individualiteit,…
structuren worden gezien als instellingen die in relatie staan met de burgers.
2) Structuur: hier heeft de persoon geen vrije wil, maar wordt die opgelegd door structuren die
via processen allemaal hun macht uitoefenen op de burgers.
a. Consensus: samenleving ontw. Zich lineair, volgens het pad van vooruitgang. Deelsystemen
zijn op elkaar afgestemd. Op basis van consensus in deze relaties wordt er vooruitgang
geboekt.
b. Conflict: de wereld is in een sociale wanorde, er is een klassenstrijd. Volgens het marxistisch
model, zal er op basis van revolutie niets tot stand komen, maar zich schoksgewijs
manifesteren.
I. materie: ‘objectiviteit’ maatschappij bestaat uit instellingen die gevestigd zijn op historische,
economische en politieke basis die hun aard bepaald en sociale actie die erin wordt
geproduceerd.
II. Geest: ‘subjectiviteit’ sociale wereld als intersubjectief en cultureel. Maatschappij
onderzoeken vanuit bewustzijn, betekenis, waarden en acties van leden.



McQuail: media is verbonden aan politieke en economische machtscentra om minstens 4 redenen.

1) Media hebben economische kost/waarde en zijn een object van competitie voor controle en
toegang
2) Media zijn machtsinstrumenten en kunnen potentieel (een grote) invloed uitoefenen
3) Media zijn niet voor allen op gelijke manier voorradig (social)
4) Media zijn onderhevig aan politieke, economische en juridische regulering

Publiek:

1) Actief publiek: luiteraars en kijkers, die veel actiever bezig zijn met het analyseren met de
boodschappen. Zij zijn de drijvende kracht achter de media en laten zich niet zomaar
overtuigen.
2) Passief publiek: door te kijken of te luisteren naar iets van media, zonder er echt actief deel
aan te nemen, de heersende cultuur leren kennen.

Dominante media: media die bepaald word door de heersende klasse, ze is zeer uniform, is
routinematig, is zeer selectief, voor op grote schaal, zeer veel kracht op de maatschappij.

Pluralistische media: verschillende sociale klasse baten het uit, onafhankelijk, origineel / creatief,
concurrerende perspectieven, voor specifiek publiek, weinig invloed op de samenleving: slechts op
kleine schaal.

Assenstelsel van McQuail:

, • Centrifugaal: vrijheid, indidividualisering, fragmentatie
• Centripetaal: eenheid, orde, cohesie,….

Boom visie: positieve visie op de ontwikkeling van een medium. Men gaat er van uit dat deze media
onze samenleving gaan verbeteren.

Doom visie: negatieve visie op de ontwikkeling van de samenleving. media leid tot vervlakking ->
mensen worden hersendood van deze media. Conservatief. Comformistisch

Determinisme: media heeft geen monopolie of invloed, maar langs de andere kant, heft de media nu
ook niet geen invloed. Het is een mix van verschillende invloeden.



Dimenties van media:

1) Materieel: politiek, economie recht en media is big business, er wordt gewerkt om geld in
het laadje te brengen. Er wordt gewerkt voor loon -> allemaal tastbaar.
2) Immaterieel: cutuur, media creeet symbolen en ideeën, niet tastbaar. Het doet iets mee ons,
het kan ons bepaalde emoties doen opwekken. Vloeit vaak voort uit materiele objecten



Typologie van Rosengern:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper vdgVUB. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,99
  • (0)
  Kopen