100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Uitgebreide samenvatting van de doelstellingen 10-12 GPR €8,99
In winkelwagen

Samenvatting

Uitgebreide samenvatting van de doelstellingen 10-12 GPR

2 beoordelingen
 82 keer bekeken  1 keer verkocht

Uitgebreide uitwerking en samenvatting van de doelstellingen 10 t.e.m. 12 van GPR, gegeven door professor Lesaffer, KULeuven.

Voorbeeld 3 van de 21  pagina's

  • Ja
  • 7 december 2021
  • 21
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (50)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: jennifernshimirimana • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: Moooooooi • 2 jaar geleden

avatar-seller
JuDu
Doelstellingen GPR 10-12
10. De Russische Revolutie (1917-1991)

1. De constitutionele discussie over ontbinding van de USSR en verloop ervan
Maart 1989: gedeeltelijk vrije verkiezingen
 greep op 15 republieken die USSR vormden verminderde
 hervormingsgezind liberaal blok vormde zich
 Nog meer radicale hervormingen dan Gorbatsjov voor ogen had drongen zich op
 Glasnost (democratisering van het politieke proces)
 Perestroika was mislukt  nu proberen Westers model te verkrijgen

 Diepe economische crisis
 Uiteenvallen USSR (startte met eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van Litouwen)
 Andere republieken volgden en verklaarden zich soeverein, nog geen
onafhankelijkheidsverklaring

 Verkiezing van Boris Jeltsin tot president van Rusland  nieuwe wending  conflict tussen
liberaal-nationalistische alliantie en conservatieve harde kern
 Maart 1991: referendum om unie te behouden  nieuw unieverdrag met aantal staten
 Augustus 1991 : poging om Jeltsin af te zetten en orde op zaken te stellen. Gorbatsjov ging
hierin niet mee en werd onder huisarrest geplaatst  poging tot coup vanwege
samenzweerders
 Coup stort in elkaar  laatste macht van USSR weg  macht nu bij Jeltsin en de Russische
regering
 23 augustus 1991: ontslag Gorbatsjov als secretaris-generaal van de CPSU
 December 1991: Rusland verlaat de federatie en USSR komt ten einde


- CPSU verdwijnt in augustus 1991 en in december 1991 stort Sovjet-Unie in  einde van de
Koude Oorlog

Machtsevenwicht verschoof naar de VS. Het model van de liberale natiestraat verspreide zich over
Centraal-Europa. Doorbraak van sociaaldemocratische partijen door de invoering van het algemeen
stemrecht. Arbeidersklasse en boerenklasse kwam mee aan de macht en aristocratie en burgerij
moesten stuk van hun macht laten vallen.
 Democratie met partijen met een verschillende klassenbasis
 Fragiel in Centraal -en Oost-Europa waar roep om herstel van conservatief-autocratisch
regime bleef  communisme en fascisme (zeker na Grote Crisis van 1930)

 Communisme en fascisme verloren aanhang na WOII en na economische crisis van 1970 was
er meer vraag naar Westers model. Was voorbode van het einde van de USSR 20 jaar later


→ Unie was aan het uiteenvallen. Was begonnen in 1990 met de onafhankelijkheidsverklaring van
Litouwen - andere staten zullen volgen en een na een zullen ze zich soeverein verklaren. Belangen
van eigen republiek boven die van de Unie plaatsen.



1

,2. Het politiek denken van Karl Marx
- Zijn denken vormde basis voor ideologie van vele socialistische partijen
- Kern van zijn denken is het historisch determinisme
 - Geschiedenis wordt bepaald door aantal onontkoombare wetmatigheden; actie
en reactie.
- Volgens Marx zijn sociaal economische relaties tussen klassen waren
doorslaggevend
- Controle over de productiemiddelen bepaalde welke klasse in de samenleving
de economie domineerde.
- Marx zag geschiedenis als opeenvolgende revolutionaire golven.

Begreep de geschiedenis als volgt:
 Introductie van de landbouw waar aristocratie met landeigenaren de macht kreeg  feodale
monarchie
 Industrialisering vanaf eind 18e E: kapitaalbezit werd middel tot economische
machtsconcentratie  nieuwe leidende klasse (kapitalistische bourgeoisie)  feodale
regime omvergeworpen  burgerlijk regime
 Mechanisering van de nijverheid  concentratie van arbeid in grote fabrieken die eigendom
waren van kapitalistische fabriekseigenaars

Communistisch Manifest (1848):
Kapitalistisch systeem:
 Winstmaximalisatie is centrale wetmatigheid
 Daarvoor werd proletariaat verder uitgebuit
 Lonen kwamen onder druk
 Tgv meer industrie  minder landbouw en bevolking naar steden  werden onderdrukt wat
leidde tot meer bewustwording  arbeiders verenigden zich en revolteerden
 Strijd voor betere sociale voorwaarden maar niet mogelijk zonder de politiek

 Noodzaak van politieke actie door vorming van communistische politieke partijen
 Noodzaak van socialistische revolutie
 Collectivisering van de productiemiddelen
 Alles wat surplus geproduceerd werd, moest gemeenschappelijk eigendom van proletariaat
worden  lot arbeiders verbeteren
 Dan nieuwe leidende klasse, nl proletariaat
 Arbeidersklasse zou dan controle hebben over proces van productie en distributie

Deze ideeën verder uitgewerkt in o.a. Das Kapital (1867). Was referentiewerk voor de socialistische
partijen eind van de 19e E

 Na de socialistische revolutie zou er transitie komen naar een echte, communistische
samenleving. Indien nodig onder dwang te bereiken totdat proces voltooid was en er geen
onderscheid tussen klassen meer was
 Alle macht, wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht moest geconcentreerd worden in
de handen van het volk




2

, 3. Het politiek denken van Lenin tot aan Oktoberrevolutie
- Socialistische beweging won aan betekenis en aanhang aan het begin van de 20 e E in
Rusland.
- Lenin was één van de belangrijkste ideologen van de bolsjewieken

- Bolsjewieken: radicale revolutionairen (meerderheid)
Mensjewieken: reformisten (minderheid)

- Paste het Marxisme toe op Rusland
- Rode draad door zijn denken was verzet tegen samenwerking met bourgeoisie, want deze
was onbetrouwbaar en zou de arbeidersklasse verraden
- Pleidooi voor een gewelddadige socialistische revolutie van het proletariaat en stoelde dit op
4 belangrijke argumenten:

1. Gevaar was dat als boeren door landverdeling zelf land zouden krijgen, ze snel kleinburgerlijk
zouden worden
Zelfde gevaar voor arbeiders die betere arbeidsvoorwaarden zouden krijgen
2. Het idee van de partij was voorwacht van de revolutie. Partij van de bolsjewieken moest
proletariaat hierin bijstaan en opkomen voor hen  excuus voor ipv ‘dictatuur van het
proletariaat’ was het nu ‘dictatuur van de partij’
3. Kapitalisme droeg niet langer bij tot voortgang van de geschiedenis (Marx) Kapitalisme moest
plaats maken voor socialistische revolutie
4. Vraag voor socialistische revolutie bekijken vanuit internationaal perspectief. Westers
imperialisme was volgens Lenin het gevolg van het kapitalisme want er moesten steeds
nieuwe afzetmarkten gevonden worden om de winstmaximalisatie te kunnen aanhouden.
WOI was volgens hem gevolg en dus de wereld was rijp voor globale socialistische revolutie



4. De Februarirevolutie en het tweevoudig bewind onder de voorlopige regering.
- Begon met mars tegen de hoge voedselprijzen. Nadien stakingen en demonstraties van
arbeiders, studenten, winkeliers, ambachtslieden, middenklasse  bloedbad

- 2 machtscentrums:
Ondertussen WOI aan de gang waar de voorlopige regering niet in wou betrokken worden.
Enkel verdedigen was de boodschap.
Ander gedeelte wou wel oorlog om het grondgebied uit te breiden.

- Regering en ondertussen ook de SR en de mensjewieken.
De SR en de mensjewieken wilden eigen raden, sovjets, oprichten waarmee arbeiders,
soldaten en matrozen het management of commando zelf in handen zouden nemen.
Zelfbestuur was eis bij de arbeiders. Sovjets verdrongen traditionele besturen.
SR en mensjewieken wilden samenwerken met nieuwe ‘bourgeois’ regering. Bolsjewieken
mochten hieraan niet deelnemen volgens Lenin

- Evolutie van de eerst fase van de revolutie (burgerlijke revolutie) naar de tweede fase, de
socialistische revolutie was begonnen.
- Rusland was in termen van burgerlijke en politieke vrijheden het meest vrije land van de
oorlogvoerende alliantie geworden.


3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper JuDu. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,99  1x  verkocht
  • (2)
In winkelwagen
Toegevoegd