Ik heb een samenvatting gemaakt van module 2 in het geheel. De samenvatting bevat alle hoorcolleges, werkcolleges en uitgewerkte leerdoelen en studietaken.
Endocriene klier = stoffen worden afgegeven aan het bloed
Exocriene klier = stoffen worden dmv een afvoerbuis buiten het lichaam afgescheiden of in het
lumen van een ander orgaan (darmen)
Autocrien = cel scheidt iets uit en dit werkt op dezelfde cel
Paracrien = cel scheidt iets uit en werkt op de direct omgeving
Endocrien = hormonen worden afgegeven aan de bloedstroom zodat ze ergens anders veel verder in
het lichaam zijn werking kunnen doen
Prednisolon (corticosteroid) nemen de werking van cortisol over. Negatieve terugkoppeling op CRH
en ACTH. Door prednisolon is dus de hele natuurlijke cyclus stilgelegd omdat er geen cortisol wordt
aangemaakt, je moet dit dus ook rustig afbouwen en niet in 1x stoppen.
Adrenaline:
- metabolisme omhoog
- Bronchiale dilatie omhoog
- meer bloed naar spieren, hart en hersenen
- hartslag frequentie en kracht omhoog
Noradrenaline:
- Meer vasoconstrictie
- bloeddruk omhoog
Cholesterol is de basis van alle steroid hormonen
Studietaak 1 Hormonen in vogelvlucht
De hypofyse is een klier midden in het hoofd, onder de hersenen. De klier is ongeveer zo groot als
een kikkererwt (diameter circa één centimeter) en is gelegen in een holte in de schedelbasis (het
zogeheten Turkse zadel of sella Turcica in het Latijn), achter de neusrug. De ligging kun je vinden
door een denkbeeldige lijn tussen je slapen te trekken en deze te laten kruisen met de lijn van de
neusbrug. In het menselijk lichaam weegt hij ongeveer 0,5 gram.
De hypofyse wordt ook wel de ‘dirigent van het hormonale orkest’ genoemd. Dit wil eigenlijk zeggen
dat de hypofyse ervoor zorgt dat andere klieren starten of stoppen met het afgeven van hormonen.
Doordat de hypofyse zo hoog ligt (in vergelijking met andere endocriene klieren) zorgt het ervoor
dat het ook een beetje lijkt alsof deze de leiding heeft over de andere hormoonklieren. Hypofyse
heeft een aansturende functie voor de rest van de klieren.
De hypothalamus produceert releasing hormonen en inhibiting hormonen, deze stimuleren en
remmen de productie van hormonen door de hypofysevoorkwab. In de hypofysevoorkwab worden
dus zowel hormonen geproduceerd als afgegeven. In de hypofyseachterkwab worden hormonen
slechts afgegeven die zijn geproduceerd door de hypothalamus.
De hypofyse is opgebouwd uit de hypofysevoorkwab (adenohypofyse) en hypofyse achterkwab
(neurohypofyse). Via de hypofysesteel is de hypofyse verbonden aan de hypothalamus. In de
hypofysevoorkwab liggen verschillende hormoonproducerende cellen, de voorkwab is via een
poortadersysteem aan de hypothalamus verbonden. In de hypofysevoorkwab worden
veel hormonen geproduceerd die invloed hebben op andere endocriene klieren. De hypofyse
1
,achterkwab is belangrijk voor de water- en vochtregulatie in het lichaam en geeft hormonen af aan
het bloed.
Adenohypofyse:
Groeihormoon (GH) of somatotroop hormoon (STH) → regelt de groei van
lange pijpbeenderen en de groei van spierweefsel. Het stimuleert ook de lever om
een groeibevorderende peptide hormoon af te geven: insulin-like growth factor 1 (IGF-1).
Thyreotroof of thyreoïdstimulerend hormoon (TSH) → dit zet de schildklier aan
tot productie van schildklierhormoon thyroxine.
Adrenocorticotroof hormoon of corticoprotine (ACTH) → zet bijnierschors aan tot
de productie van bijnierschorshormonen.
Gonadotrofe hormonen (hebben invloed op de ovaria en testes):
o Follikelstimulerend hormoon (FSH) → bevordert de groei en rijping van follikels in de
ovaria bij de vrouw en de spermatogenese bij de man in de testes.
o Luteiniserend hormoon (LH) → de gonadotrofe hormonen stimuleren daarnaast de
hormoonproductie van de gonaden (geslachtsklieren).
Prolactine → dit komt vooral vrij tijdens de zwangerschap en de lactatieperiode.
Melanocyt-stimulerend hormoon of melanotropine (MSH) → stimuleert de
productie (melanogenesis) en afgifte van melanine door melanocyten in de huid.
Endorfinen → werken in de eerste plaats pijnonderdrukkend, maar zorgen ook voor een
gevoel van geluk of euforie.
Neurohypofyse:
Antidiuretisch (ADH) of vasopressine → stimuleert het vasthouden van
vocht; zorgt voor een stijgende bloeddruk en roept mannelijke agressie op. ADH zorgt ervoor
dat er water wordt geresorbeerd uit de urine (hoe minder ADH, hoe meer water in het
urine)
Oxytocine (OT) → bevordert contractie van epitheel-
en myoepitheelklierweefsel van de borst, wat leidt tot secretie van lactine. Ook zorgt het
voor de contractie van gladde spiercellen in de uterus.
Hormonen verplaatsen zich door het lichaam via het bloed. Hoe ze zich in het bloed verplaatsen is
afhankelijk of het hormoon wateroplosbaar is of niet. De meeste hormonen zijn in water
oplosbaar en kunnen dus vrij in het bloed getransporteerd worden. Steroïden en schildklierhormoon
zijn echter niet-wateroplosbaar en moeten aan eiwitten in het bloed binden om zich te verplaatsen.
Naam hormoon Beïnvloedt Gevolg
GnRh Hypofyse vo Afgifte FSH en LH
orkwab
Groeihormoon Cellen in we Botgroei, stofwisseling, spiergroei
efsels
Prolactine Borstklierwe Ontwikkeling borsten en melkproductie
efsel
TSH Schildklier Stimuleert aanmaak schildklierhormoon; thyroxine
ADH Nieren Als er te weinig water in het lichaam is, zorgt dit hormoon e
rvoor dat er meer water uit de voorurine in het bloed terug
komt.
ACTH Bijnierschors Stimuleert productie cortisol, waardoor je lichaam goed om
kan gaan met stress. Ook heeft het een
ontstekingsremmende werking.
2
,Groeihormoon Alle cellen en Zorgt ervoor dat deze groeien.
groeischijven
FSH en LH Gonaden (ov Jongens en mannen maken meer testosteron.
aria en Bij meisjes en vrouwen rijpen de eicellen en wordt oestron (
testes) oestrogeen) gemaakt.
Dit zorgt voor secundaire geslachtskenmerken.
Oestradiol, proge Testes Ontwikkeling geslachtskenmerken. Onderhoud ervan en
steron, testostero en ovaria vorming geslachtscellen.
n
Oxytocine Spieren (van Het zorgt dat de baarmoederspieren en melkklieren
de samentrekken. Ook is het een knuffelhormoon; je wordt er
uterus) en m blij van.
elkklieren
Weekdoel 1: De diverse componenten van homeostatische regelsystemen bij de mens beschrijven
De homeostatische regelsystemen in het lichaam zorgen ervoor dat het interne milieu in
balans blijft. Homeostatische regelsystemen bevatten de volgende componenten:
Receptoren
Stimulus
Sensorische zenuwen
Hersenstam
Hypothalamus
Hypofyse
Neurotransmitters
Hormonen
Bloed
Zenuwen
Spieren en klieren
In het lichaam bevinden zich receptoren die een stimulus waarnemen. Deze worden via
sensorische zenuwen naar de hersenstam gestuurd. De hersenstam vergelijkt de gemeten
waardes met de normwaarde en wanneer deze afwijken zal de hersenstam via zenuwen of
via het bloed transmitters afgeven. De transmitters die via zenuwen worden vervoerd heten
neurotransmitters, de transmitters die via het bloed worden vervoerd heten hormonen.
Voordat de hormonen aan het bloed worden afgegeven, moeten deze worden
geproduceerd. Dit gebeurt in de hypothalamus, die RH’s en IH’s produceert. Deze
stimuleren of remmen de hypofysevoorkwab tot de productie van hormonen. In de
hypofysevoorkwab worden dus zowel hormonen geproduceerd als afgegeven. De
hypofyseachterkwab geeft slechts door de hypothalamus geproduceerde hormonen af.
De neurotransmitters en hormonen sturen effectoren in spieren en klieren aan, waarna de
gemeten waarde wordt hersteld.
Weekdoel 2: De klieren van het endocriene systeem en de hormonen die uitgescheiden
worden benoemen en de werking van de klieren beschrijven
Overzicht hormoonklieren en hormonen + werking in Vander’s p322
Weekdoel 3: Beschrijven welke soorten hormonen er zijn en hun specifieke werking,
vervoersmechanismen en halfwaardetijd
Hormoon = een in het lichaam gevormde chemische stof (aminozuur, steroid of peptide) die via de
bloedstroom bepaalde organen tot werkzaamheid aanzet.
- Amine = worden gesynthetiseerd vanuit tyrosine. Bindt aan receptor op buitenkant cel leidt tot
een cascade van gebeurtenissen in de cel. Vrij in plasma
Noradrenaline, adrenaline, dopamine en thyroid hormonen
- Eiwit = Bestaan uit polypeptiden >3 aminozuren. Bindt aan receptor op buitenkant cel leidt tot
een cascade van gebeurtenissen in de cel (preproprohormoon). Vrij in plasma
Insuline, ACTH, Glucagon
- Steroiden = worden gesynthetiseerd uit cholesterol en zijn vet oplosbaar, waardoor ze door het
celmembraan kunnen. Bindt aan receptor in de cel. Duurt langer dan andere hormonen. Gebonden
aan eiwit in plasma
Cortisol, Progesteron, Testosteron
4
, Weekdoel 4: Van de aminen, peptiden en steroïden een aantal voorbeelden noemen en productie,
doelorgaan, transport, binding, functie en excretie beschrijven
Naam horm Producti Doelorgaa Transp Binding Functie Excretie
oon e n ort
Adrenaline Bijnierm Hart Bloed Bindt aan receptor aan buit Vasoconstrictie, verhoogt hartslag e
Wordt snel
erg en bloedva enkant cel n bloeddruk. afgebroken
ten onder invloed
Neemt vooral de rol van hormonenvan een aantal
op zich enzymen,
o.a. monoamin
o-oxidase
(MAO) en catec
hol-O-methyl-
transferasen (C
OMT)
Noradrenali Bijnierm Hart Bloed Bindt aan receptor aan buit Vasoconstrictie, verhoogt hartslag e Wordt snel
ne erg en bloedva enkant cel n bloeddruk. afgebroken
ten onder invloed
Neemt vooral de functie van van een aantal
neurotransmitters op zich. enzymen,
o.a. monoamin
o-oxidase
(MAO)
en catechol-O-
methyl-
transferasen (C
OMT)
Aminen:
Peptiden:
Naam hor Productie Doelorgaan Transp Binding Functie Excre
moon ort tie
Insuline Pancreas, Eilandjes van Lever, spieren, ve Bloed Bindt aan receptor aan b Remt de gluconeogenese en g
Langerhans tweefsel uitenkant cel lycogenolyse in de lever
ACTH Hypofyse Bijnierschors Bloed Bindt aan receptor aan b Stimuleert bijnierschors tot aa
uitenkant cel nmaak cortisol
Steroïden:
Naam horm Productie Doelorga Transport Binding Functie Excre
oon an tie
Testosteron Bijnieren, testis (man), ovaria Binding aan transportei Bindt aan rece Ontwikkeling vrouwelijke geslachtskenmerken
(vrouw) witten ptor in cel
Oestrogeen Ovaria, placenta Binding aan transportei Bindt aan rece Aanmaak sperma, ontwikkeling mannelijke geslac
witten ptor in cel htskenmerken
Studietaak 2 Een mooi kind
AGS = Congenitale adreno hyperplasie CAH
5
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Femke27. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.