Strafrecht - Rémy Bonnaffé! "1
Algemene Inleiding!
1. Definitie!
Materieel strafrecht: geheel van rechtsregels waardoor bepaalde gedragingen strafbaar
worden gesteld en gesanctioneerd. !
→ Richt zich tot burgers: verbodsbepalingen.!
Twee begrippen centraal: misdrijven (omschrijving van de strafbare gedragingen) & straffen !
Verlengde hiervan → strafuitvoeringsrecht: heeft betrekking op tenuitvoerlegging van
strafrechtelijke sancties. !
!
Strafprocesrecht: geheel van de procedurele spelregels volgens welke het materieel strafrecht
wordt toegepast.!
→ Richt zich tot overheid: belasten met toepassing van regels!
2. Historisch overzicht!
2.1. Archaïsche stelsels!
Strafrecht in huidige betekenis bestaat niet → mengelmoes van godsdienstige/morele normen.!
Voorloper strafrecht → Talio-recht (oog om oog, tand om tand)!
Kenmerkend voor “strafrecht” = privékarakter.
! ↳ wraakneming overheid/vorst maar door (familie van) slachtoffer (duel & Vandetta)!
2.2. De middeleeuwen!
A. Het oudgermaanse strafproces!
Reactie op escalerend geweld → “overheid” treed bemiddelend op:!
- Verbod op privéwraaking!
- Beginsel enkel dader (niet verwanten) aansprakelijk!
Doel van vorst: vrede → afkoping van de zaak:!
- Compsitio (bloedgeld): “privaatrechtelijk”!
- Fredus: ten voordele van de vorst, voorloper van geldboete. “publiekrechtelijk”. !
→ dader vs slachtoffer: op gelijke voet!
Voorloper beschuldigingsjury (niet onze jury, grond van de zaak) → rondtrekkende rechters
navraag over “misdrijven”: enquête de pays. → groep personen belast onder ede aanwijzen
verdachten.!
Rol rechter = passief. Ontdekken waarheid, ontdekken reputatie. Geïnspireerd op infamia-
procedure van canoniek recht.!
Bewijsstelsel fundamenteel anders:!
- Bewijslast beklaagde!
- Irrationeel karakter: purgatio (reinigingseed), compurgatio (met eedhelpers) en
godsoordelen (vuurproef, tweegevecht, waterproef)!
Straffen = ongelijk → ≠ straffen/modaliteiten naargelang rang/geslacht. Ook vernederende
straffen en in openbaar!
B. Het inquisitoire strafproces!
,Strafrecht - Rémy Bonnaffé! "2
Reactie op irrationeel karakter: godsbewijzen verboden + invoering inquisitoire procedure
(onder invloed van canoniek recht).!
Gecodificeerd in de Constitutio Criminalis Carolina (Karel V), Ordonnantie (Filips II) en
Grande Ordonnance criminelle (Lodewijk XIV).!
Anders dan oudgermaanse strafprocesrecht (= accusatoir1):!
- Actieve rol rechter = openbare aanklager + rechter: tout juge est procureur général!
- Doel van procedure vinden van waarheid!
- Bewijslast wordt omgekeerd!
- Strikte bewijsreglementering: elk bewijsmiddel = bepaalde bewijswaarde
(hoofdbewijsmiddel = bekentenis, confessio est regina probationis)!
→ voorbehouden voor ernstige “capitale” misdrijven. Minder erg: civiel proces = accusatoir. !
Straffen bleven willekeurig → niet vastgelegd in wettekst. !
2.3. De verlichting, het ‘revolutionair’ strafrecht en de codificaties van Napoleon!
A. De verlichting!
Reactie op willekeur rechters, wrede onderzoeksmethoden en wrede en ongelijke straffen.!
Montesquieu, J. Locke, J. J. Rousseau → “Contrat Social”: misdrijf = schending sociaal
contract, alleen daaruit put overheid haar recht om misdrijven te vervolgend en te bestraffen
(= ius puniendi).!
Recht om te straffen gebonden aan 3 principes (= “Magna Charta” van strafrecht):!
- Legaliteitsbeginsel: misdrijven/straffen op voorhand vastgelegd. Rechters beperkt tot
toepassen!
- Subsidiariteitsbeginsel: staats slechts optreden waar het nodig is. !
- Proporionaliteitsbeginsel: straffen in verhouding tot ernst van het misdrijf!
Concrete vertaling van deze gedachten → Beccaria: “Trattato dei delitti e delle pene”. →
“Rechten van de verdediging”. !
B. Het “revolutionair” strafrecht!
Déclaration des droits de l’homme et du citoyen (1789): persoonlijke vrijheid, beginsel dat
geen dwangmaatregelen kunnen worden getroffen dan op grond van een wet,
proportionaliteitsbeginsel, subsidiariteitsbeginsel, legaliteitsbeginsel, niet-terugwerkende
kracht van de wet, vermoeden van onschuld.!
Eerste codificaties van deze nieuwe ideeën:!
- Code Lepeletier: schaft inquisitoir systeem af en voert (engelse) jury in!
- Code Merlin: vaste straffen: rechter geen keuze minimum- of maximumstraf.!
C. De codificaties van Napoleon!
(i) De Code d’instruction criminelle van 1808!
Wijkt af van revolutionaire gedachte: inquisitoir opnieuw ingevoerd in vooronderzoek,
rechten van verdediging minder. !
(ii) De Code pénal van 1810!
Weer achteruitgang. Wel wordt afgestapt van mechanische rol van de rechter:
beoordelingsmarge.
#1 Bij de accusatoire rechtspleging wordt de procedure ingesteld door de procespartij die hiertoe in de regel
het uitsluitend initiatief heeft. Bij de inquisitoire rechtspleging wordt het proces ingesteld door de overheid,
waarbij de overheid de bewijslast draagt.
,Strafrecht - Rémy Bonnaffé! "3
2.4. Het huidige strafrecht in België!
A. De grondwet van 1830!
Oorspronkelijk bedoeld alle wetboeken te herzien. Wetboek van Strafvordering nog steeds
Napoleon (1808).!
B. Het strafwetboek!
Code pénal van 1810 → herzien door een Commissie in 1834 (voorzitter Gentse hoogleraar J. J.
Haus).!
In 1867 door parlement aangenomen, zonder revolutionaire ideeën (wel Verzachtende
omstandigheden)!
C. Wetboek van strafvordering!
Nog steeds dat van 1808. !
1991 → Comissie Strafprocesrecht, voorzitter = M. Franchimont. !
3. Theorieën over strafrecht!
3.1. Inleiding!
Functies van een straf:!
- Vergelding: onrecht vergoeden dat door misdrijf werd veroorzaakt. Sanctie opleggen die
leed toebrengt. !
- Verzoening: leed van misdrijf wordt hersteld. Symbolische functie: vertrouwen van de
bevolking in de bestaande maatschappelijke orde wordt hersteld. !
- Herstel van de schade: herstelling van het door misdaad veroorzaakte leed of gebrek
aan evenwicht.!
- Algemene preventie: “afschrikkende werking” van de straf t.a.v potentiële
wetsovertreders. Straf = middel om criminaliteit te voorkomen.!
- Bijzondere preventie: effect van straf t.a.v. delinquent: straf “leert”. !
- Resocialiserende werking: straf zal de delinquent wederaangepast worden, zodat zijn
sociale reïntegratie in de samenleving mogelijk wordt. Straf = instrumenteel karakter. !
3.2. De klassieke leer!
A. Achtergrond!
Eerste helft 19de eeuw. Belgisch Strafwetboek van 1867 typisch product.!
Neerslag van het ideeëngoed van de Verlichting. !
Voor Franse revolutie ius puniendi → vergeldingsgedachte.!
Klassieke leer → sociaal contract: persoon die door zijn gewilde gedraging de strafwet, deel
van het algemeen sociaal contract, heeft geschonden, mag hiervoor worden gestraft. !
Steunt op mensbeeld van de “vrije” mens → mens beschikt over vrije wil en die op vrije wijze
ussen “goed” en “kwaad” kan kiezen. Grondslag voor bestraffing = morele schuld: dader
kiest welbewust voor het plegen van strafbare feit. !
B. Schuld en straf!
Groot belang aan schuldbegrip: schuld = verantwoording voor straf. Zonder schuld geen
straf: nullem crimen sine culpa.!
Schuld wordt beoordeeld in het licht van het “anders kunnen handelen”: ontbreken zij vrije
wil of oordeel, dan geen straf. !
Straf bepaald aan de hand van schade (gepoogd vs voltooid) en schuld (on- vs opzettelijk)!
, Strafrecht - Rémy Bonnaffé! "4
Vervolgingsmagistraat geen speelruimte, op mechanische wijze. Beleid op het gebied van
vervolging en van straftoemeting is geen sprake. !
Beoordelingsruimte rechter (in begin nog vaste straffen) en strafuitvoering ook mechanisch. !
C. Doel en functie van de straf!
- Vergelding: belangrijk, maar niet voornaamste functie. Minder in ethische context, maar
in context van sociaal contract: niet zozeer “kwaad”, maar de overtreding van de sociale
codex.!
- Algemene preventie: straf automatisch algemeen preventieve werking: als hij weet dat
op een gedraging een sanctie staat, zal hij zich hiervan onthouden.!
- Bijzondere preventie: automatisch. Delinquent zal “leren” in de toekomst geen nieuwe
strafbare feiten te stellen. Straf bij uitstek: gevangenisstraf: tot bezinning komen. !
- Resocialiserende werking: term bestaat hier niet. Sociale reïntegratie werd
verondersteld!
3.3. De positivistische school en het sociaal verweer!
D. Achtergrond!
Stelt louter juridische benadering klassieke school in vraag en legt meer nadruk op empirische
gegevens. Gebruikt inductieve redeneringswijze ipv deductieve. !
Misdrijf = resultaat van reeks factoren die deels buiten de delinquent liggen. Delinquent →
gedetermineerd tot delinquentie. !
Ius puniendi → gevaar betrokkene voor maatschappij (vandaar ‘sociaal verweer’)!
Grondlegger: Lombroso: “geboren misdadiger” → ‘L’Uomo delinquente.!
Enrico Ferri & Garofalo: oorzaken criminaliteit → sociologische factoren!
Van Laccasagne → “Les sociétés on les criminels qu’elles méritent”!
Strafrecht wordt instrument waarmee criminele politiek kan worden gevoerd.!
E. Schuld en straf!
Schuldbegrip heeft weinig betekenis: mens is gedetermineerd en niet op vrije wijze zijn
gedragingen kan bepalen → treft hem geen “schuld”. Schuld wordt vervangen door
gevaarsnotie. !
Belangrijke gevolgen → geen reden waarom de maatschappij niet preventief zou optreden →
strafbaarstelling ante delictum (vb: landlopers wetten, etc…)!
Enkel bijzondere preventie en hieraan gekoppeld resocialisering zin. Straf verliest repressief
karakter → “sanctie” of “maatregel” → “penale vervangingsmaatrelen” (Ferri)!
Belangrijke gevolgen voor straftoemeting/uitvoering:!
- Straftoemeting: omvang bepaald naargelang gevaarlijkheid dader en kansen op sociale
reïntegratie. → omvang sanctie niet op voorhand!
- Strafuitvoering: belangrijkste fase. meest aangewezen persoon =
strafuitvoeringsorganen, zij bepalen wanneer “genezen”. !
C. Doel en functie van de straf!
- Vergelding: zinloos & ethisch onverantwoord: niet op vrije wijze, repressief mag niet!
- Algemene preventie: afschrikkende werking is zinloos. Algemene preventie wel door
andere middelen: armoedebestrijding, huisvesting, ...!
- Bijzondere preventie: enige strafdoel. !
- Resocialiserende werking: straf geen doel op zich. Vervangen door “sanctie”. !
!