samenvatting handboek
hoofdstuk 2 : macht ( p 64-76)
1. macht als bedoelde invloed/ het begrip Macht
kenmerken
macht is een cruciaal concept van de politicologie=> politics is power
maar het is tegelijk ook een moeilijk concept => het is een complex concept ( wat is
het verschil tussen macht en invloed etc..) => het heeft een eerder negatieve
bijklank + het is moeilijk te meten
macht is daarbij een gevoelige kwestie: het heeft een dwingend karakter en de
ongelijke verdeling ervan zien we vaak als de oorzaak van ongelijkheid in de
samenleving
macht zien we als iets verdacht: het leidt tot onvermijdelijk tot corruptie
bovenstaande toont aan dat macht omschrijven en analyseren niet eenvoudig is
maar toch is het belangrijk dit te proberen want we kunnen het zien als de motor van
de politiek
definitie
er zijn verschillende definities van macht in de politiek => onze def. is gebaseerd op
de visie van Wrong
macht = de capaciteit ‘to produce intended and foreseen effects on others’
de omschrijving bevat 4 elementen
1) macht = intentioneel => het draait rond de bedoelde gevolgen ( de niet-
bedoelde gevolgen vallen buiten de omschrijving)
2) macht= effectief => macht moet gevolgen hebben ( als ze dit niet heeft dan
kunnen we niet spreken over macht
3) macht => slaat zowel op waarneembare daad als op het vermogen ( de
capaciteit)
4) macht is een asymmetrische relatie: macht is geen kenmerk van een actor
maar het verwijst naar de verhouding ( en deze verhouding is meestal niet
gelijkwaardig)
macht vs invloed
macht is volgens wrong een deel van het bredere veld => invloed
het eerste criterium zorgt voor een onderscheid tussen macht en invloed
=> macht sluit niet bedoelde gevolgen uit
=> bij het uitoefenen van invloed zijn de effecten onbedoeld , onzeker etc..
macht is dus een onderdeel van invloed ( macht => bedoelde invloed)
2. indirecte macht : de structurele context van macht
,we gaan de definitie van macht breed bekijken in de vorm van:
persoon A ( dit kan een persoon zijn of een collectieve actor= regering/belangengroep)
en deze heeft invloed op zowel de persoon als de context waarin de acties kunnen
plaatsvinden
indirecte macht => bepalen van de context ( context-shaping)
=> het gaat om het vermogen om van actoren om een effect te hebben op de context en die
invloed op de context zal aanstalte geven tot gedragsveranderingen
+ die invloed om de context te bepalen is niet wederkerig ( zie p65 voorbeeld,
onderlijnd)
=> doordat we indirecte macht meenemen in de def. krijgen we een beter zicht in de
machtsrelaties die uitgaan van wijzigingen in de structuren of regelgevingen
directe macht : bepalen van gedrag ( conduct-shaping)
=> directe macht is onmiddellijk , zichtbaar en gedragsmatig
=> het heeft duidelijke effecten ( als er geen duidelijk effect is dan kunnen we niet spreken
over een machtsverhouding in die situatie)
=> het gaat hier om het vermogen anderen te domineren ( en minder om het vermogen te
hebben bepaalde resultaten te beïnvloeden)
=> er is een duidelijk machtsverschil
( p 66 voorbeelden onderlijnd)
de invloed van de structurele context
wat betekent dit ? => het betekent dat individuen en groepen een machtspositie verwerven
door maatschappelijke structuur + is vaak onzichtbaar
we zien dat structurele macht voortkomt uit conflict maar ook door de positie in het systeem
(voorbeeld p 67)
structurele macht betekent niet dat de structuur macht heeft maar dat de structuur van de
samenleving de macht tussen actoren herverdeelt
een structuur van een SL => nooit macht neutraal => maar oorzaak en gevolg van de
machtsverhouding
macht is dus afhankelijk van de context van de samenleving ( p 67)
het politieke vraagstuk van macht hangt dus nauw samen met verdelingsvraagstukken in
onze hedendaagse SL
3 .Machtsbronnen en Machtsmiddelen
uitgangspunt : we bekijken macht vanuit de positie van de machthebber ( de mate van
macht hangt af van de machtspositie => deze positie kan persoonsgebonden of
geïnstitutionaliseerd zijn)
,individuele en collectieve machtsbronnen
individueel =< macht kan worden uitgeoefend door het beschikken over: geld, tijd, aanzien,
info en kennis, een groot netwerk etc..
collectieve macht => synoniem: ‘macht van het getal’
dit kan je bekomen op 2 manieren => door het samenbrengen van individuele
machtsbronnen of door het ontwikkelen van bovenindividuele machtsbronnen => macht
vanuit organisatie en solidariteit.
we zien dat er verschillende motieven bestaan voor de reden waarom mensen collectieve
macht opbouwen
1) rational choice theorie => het opbouwen van van collectieve macht is niks meer dan
rationele afweging van individuen om hier iets persoonlijk mee te winnen
2) affectieve dimensie => de lotsverbondenheid, bewustzijn, wij-tegen-zij => ook een
reden voor de ontwikkeling van collectieve macht
we zien dat collectieve machtsbronnen een belangrijk concurrentienadeel hebben : we zien
dat het ontwikkelen van individuele macht veel organisatiekosten vraagt ( tijd,geld, blijvende
medewerking en inzet van de medewerkers en leden)
+ er is een sterke machtsongelijkheid tussen de groepen onderling ( want niet iedereen
slaagt er even goed in om machtsbronnen op te bouwen en om te zetten in macht)
overzicht van machtsmiddelen
in ieder beleidsproces proberen actoren iets te bewerkstelligen en hiervoor moet men
verschillende middelen inzetten.
oplijsting van machtsmiddelen die men kan gebruiken in de strijd om een beleid
1) Dwang en geweld
=> deze zijn bij ons minder van toepassing
=> wat we wel zien is dat de staat over een geweldsmonopolie beschikt ( de
overheid kan altijd kracht bij haar beslissingen zetten)
de overheid beschikt over uitgebreid repressief apparaat : politie/justitie/gevangenis
etc.
normaal gezien => wie geweld gebruikt plaatst zichzelf in een democratisch proces
buiten de wet
toch gaan we zien dat sommige actiegroepen invloed hebben op het beleid => door
te dreigen met geweld
2) gezagspositie
=> dit slaat op de formele positie die een persoon/organisatie inneemt in het
beleidsproces
=> formele gezagsposities zijn duurzaam + koppeling tussen ambt en positie
=> informeel gezag => gezag die we kunnen loskoppelen van hun formele positie
( dit kan afhangen van persoonlijke stijl, overtuigingskracht, ervaring etc..
3) informatie en deskundigheid
=> macht houdt ook kennis in
, => belangrijk om goed de inhoud van je dossier te kennen
=> we zien dat het bij beleidskeuzes het vaak gaat over technische en complexe sociale
kwesties => belangrijk=> gespecialiseerde kennis en expertise nodig
=> het bezitten van deskundigheid => bied je veel mogelijkheden ( niet enkel over het
onderwerp maar ook over het verloop van het beleidsproces)
4) organisatie en financiën
=> zowel info als deskundigheid = schaars en kostbaar
als je invloed wilt hebben op het beleid is het belangrijk dat je geld bezit. om bv:
ondersteuning te verwerven of een onderzoek laten voeren of een aansluiting vinden bij
databanken etc..
5) politiek-bestuurlijke knowhow
=> de bestuurlijke en sociale vaardigheden waarover iemand/groep beschikt is van groot
belang
bestuurlijke vaardigheden = in staat zijn om tijdig en juist te selecteren welke
onderwerpen/personen/vergaderingen veel aandacht vergen strategisch van belang zijn
sociale vaardigheden = dit slaat op het feit of je instaat bent om ‘ het spel’ te spelen => hoe
hard/direct/hoe persoonlijk of zakelijk mogen de argumenten zijn. ( dit hangt af van de
plaats, de tijd en de sector)
6) relaties en netwerken
=> het ‘ons-kent-ons motto’ is hier enorm van belang
we zien dat beleid vaak in besloten circuits tot stand komt
=> wat opvalt is dat ondanks onze sterk georganiseerde samenleving , persoonlijke
contacten nog een belangrijke rol speelt ( en iedereen kennen => kan soms deuren openen)
7) maatschappelijke steun
=> wie zien dat eisen die door een grote aanhang gesteund worden meer serieus worden
genomen
=> in moderne media-samenleving => belangrijk om beeld te versterken dat bepaalde
standpunten of belangen door een grote groep maatschappelijke actoren worden gesteund
8) publiciteit en media aandacht
=> allerlei actoren zullen op bepaalde momenten in het politieke interactieproces publiciteit
en media-aandacht zoeken.
=> hier zijn politieke gezaghebbers gevoelig voor => want hun positie hangt af van de steun
die zij genieten van de publieke opinie => want zij moeten natuurlijk herkozen worden
=> politieke actoren zullen de media gebruiken om ideeën te testen , dagen tegenstanders
uit etc. ( ze gaan media op een strategische manier inzetten)
=> we zien dat actiegroepen hier op inspelen => via de media en de druk van de publieke
opinie zullen ze een invloed proberen uitoefenen op het bestuur en de politiek
=> we zien dat lekken van info ook steeds belangrijker is geworden ( om zo indirect de
besluitvorming te beïnvloeden)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nanoukewane. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.