100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Hét document om de slides te ondersteunen bij het studeren van het vak €5,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Hét document om de slides te ondersteunen bij het studeren van het vak

 27 keer bekeken  0 keer verkocht

Kernachtig document met heel wat nuttige informatie, ter aanvulling van de slider.

Voorbeeld 3 van de 16  pagina's

  • 15 december 2021
  • 16
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
Gebruiker2345
OMGEVINGSRECHT

HOOFDSTUK I – INLEIDING

Het omgevingsrecht behoort voor een groot stuk tot het bestuursrecht maar is zeker niet enkel dat; daar zitten
ook zaken in als vergunningen enz. (administratiefrechtelijk).

 ook ecofiscaliteit, aansprakelijkheid voor milieuschade enzoverder zitten daarin.

Omgevingsrecht = milieurecht en ruimtelijk bestuursrecht.

Kenschetsend voor ruimtelijke ordening is de toekenning van gebieden; dat voor wonen, dat voor onroerend
erfgoed enz… Ruimtelijke ordening gaat over het bestemmen van ruimte, men gaat indelen en daaraan functies
toebedelen. <-> onroerend erfgoed = zorg voor monumenten, archeologie enz.. – men gaat bepaalde zaken
proberen veilig stellen – eerst archeologisch onderzoek gaan doen.

HISTORIEK OMGEVINGSRECHT

Lange tijd was er een ad hoc benadering van het milieubeleid, dit was ook zo in de rest van de wereld. – bv.
smog, ontploffing fabriek enz., dan worden maatregelen pas getroffen (ad hoc).  in die tijd is men begonnen
met een exploitatievergunning (sinds jaren 1800). – Napoleon is ermee begonnen om voor bepaalde vormen
van nijverheid men toelating moest vragen. Nu zit men nog steeds met de omgevingsvergunning voor
dergelijke inrichtingen.

+ soms ook afzonderlijke maatregelen voor leerlooierijen en suikerfabrieken enz.

 vanaf jaren 1970 een sectorale benadering: opdeling in water, lucht, afval enz. – daarvoor krijg je
afzonderlijke wetgeving.

Wel is er een grote invloed van de EU, richtlijnen over luchtkwaliteit, natuur, maar niet de ruimtelijke ordening,
deze wordt onrechtstreeks beïnvloed.  er wordt unanimiteit vereist binnen de Unie MAAR voor zaken waar
gewone meerderheden voor gelden zien we ook dat deze het ruimtelijke ordeningsrecht affecteren.

We zien dat ongeveer 90 % van de milieumaatregelen internationaal of door de EU wordt beïnvloed.

 Recent kwam er een tendens naar integratie en codificatie in het milieurecht, rond eind
jaren 80:

Bv. in Vlaanderen de integratie van exploitatie – en lozingsvergunning. – je moest vroeger heel wat
vergunningen navragen, dan heb je ook als je mooi de wet volgt, dat de overheid heel vaak moet
tussenkomen. – men heeft getracht te integreren; meer unificatie en uniforme procedures.

Er kwam daarnaast heel wat invloed van werkstukken van professoren  Decreet Algemene Bepalingen
Mileubeleid (DABM) in 1995 (systematisch opgebouwd).


 Tendens naar integratie en codificatie in het milieurecht en ruimtelijke ordeningsrecht sinds
begin 21e eeuw:

Er volgde hieruit dus integratie van stedenbouwkundige - en milieuvergunning in omgevingsvergunning in
2014.

+ er zijn nieuwe termen overgewaaid, bv. Nederland – met name ‘omgevingsrecht’ zelf.

 Milieurecht als vakgebied

= zeer jonge rechtstakken waarbij de instrumentele functie van het recht centraal staat. – het heeft een
eigen systematiek + instrumenten.

Voor een klein gebied als Vlaanderen is er heel wat; de gewesten zijn grotendeels bevoegd. + ook een hele
administratieve organisatie.

,HOOFDSTUK II – MILIEU, RUIMTE, BELEID EN RECHT

We zitten met een toenemende aantasting van het milieu, er is heel wat nood aan beleid. Verder is er
ook een nadelig juridisch statuut van het milieu.

 de tragedy of the commons (art. 544 en 714 BW) – gaat over een herdersgemeenschap die hun schaapjes
laat grazen op een gemeenschappelijke weide. Op een gegeven moment zeggen meerdere dat zij er nog wat
gaan opsteken; er is geen gras genoeg en de schapenteelt gaat teloor, de gemeenschap heeft zichzelf ten
gronde gericht. Die weide is gemeenschappelijk goed en het gewin dat men had om een schaapje bij te steken
had je voor jezelf en zorgt ervoor dat de mens niet gaat omkijken naar die gemeenschappelijke dingen.  de
drang om gemene zaken te beschermen is onvoldoende aanwezig.

Anderzijds zijn heel wat zaken ook niet – gemeenschappelijk, een bos kan eigendom zijn van iemand en zie je
ook dat het eigendomsrecht zo geregeld is dat je niet kan ingaan tegen overheidsmaatregelen enz. – als er
geen regels zijn over wat je mag doen met dat bos, dan gaat men misschien wel gaan bouwen. – feit dat dat
bos daar is = zeer goed voor de gemeenschap en in de strijd tegen klimaatverandering MAAR
privaatrechtelijk roept ons dit niet op om iets te doen voor het milieu.

- Streven naar duurzame ontwikkeling

Begrip neergelegd in heel wat verdragen + in art. 7bis Gw. – rapport Brundtland enz.

Inter – en intragenerationele billijkheid is hier een centraal gegeven – als wij alles opmaken, gaan de
mensen naast ons eraan ten onder gaan (derdewereldlanden enz.) <-> intergenerationeel slaat op de
generaties die na ons komen.

 het heeft ook een sociale en economische dimensie – al het beleid moest streven naar duurzame
ontwikkeling. – er is veel te weinig aandacht voor het milieu/dieren in de SDG’s.

Het concept van ecologische schuld ( = ecological debt) is zeer belangrijk en moet centraal komen te staan
in de toekomst.

- Functies van het omgevingsrecht

1. Verwezenlijking van de ruimtelijke ordening, het milieubeleid,… door:

° regulering van het menselijk handelen.
° organisatie van de besluitvorming in de overheid en de rechtsbescherming van de burger
° organisatie van de handhaving

2. Instrumenten van het omgevingsbeleid

° directe en indirecte regulering:

Directe regulering/command and control = zeer belangrijke verbods – of gebodsbepalingen en soms ook
gedetailleerde gedragsregels en doelvoorschriften of open normen. – bv. je moet je best doen om zorgvuldig te
exploiteren en te beheren.

 niet steeds de keuze voor één voorschrift, vaak een mengeling van verschillende instrumenten.

Indirecte regulering = bv. via milieuheffingen.

- Instrumenten toegepast op autoverkeer – luchtkwaliteit/klimaat

Uitstoot van diesel – alsook benzinewagens zwengelen het klimaatprobleem aan.

Hoe wordt dit nu geregeld ?

 er zijn luchtkwaliteitsnormen via Europese richtlijnen, daar staan steeds clausules in dat lidstaten strenger
mogen optreden (minimale harmonisatie). – dat beleid van luchtkwaliteit is zeer succesvol, enorm verbeterd in
de EU. <-> het is nog steeds niet zo dat we inzake fijn stof goed zitten. We halen wel de Europese norm maar
die is zwakker dan de norm van de WHO.
 er is ook een Vlaams kader voor het opstellen van die normen + 2 uitvoeringsreglementeringen + apart
decreet op de lage emissiezones: houdt in dat gemeentes deze kunnen instellen onder de bij decreet genoemde
voorwaarden.

Je hebt ook een andere ingang; de emissienormen; productnormen

= norm waaraan product moet voldoen om op de markt te worden gebracht. Er is wel zeer veel lobby – verhaal
is op Europees vlak veel minder succesvol. (Dieselgate – schandaal van Volkswagen).

, LAGE – EMISSIEZONE

Er zijn luchtkwaliteitsnormen maar de productnormen voor die dieselwagens zijn te soft, veel
kankerverwekkende stoffen enz. en je ziet dat steden daartegen reageren. Vele steden in Europa hebben dan
ook een LEZ.

- Mogelijke spanningsvelden tussen LEZ – beleid en gemiddelde leeftijd van investering
(vanuit economisch oogpunt)

Gemiddelde gebruikstijd van wagen is relatief lang maar wil niet zeggen dat iedereen zo lang rijdt hiermee.
Sommigen willen niet met een oude wagen rijden – we krijgen belastingvoordelen enz. voor hybridewagens en
met inachtneming van afschrijvingen enz.

Men weet wanneer men investeert hoe lang men er mee mag rijden. + spanningsveld tussen mogen verkopen
van wagens en mogen gebruiken ervan. – we zien dat het productbeleid te laks is. – na velroop van geringe tijd
gaat men niet meer met die wagen mogen rijden op grond van die gebruiksnormen OF men moet zwaar gaan
investeren.

 Zo worden de kosten afgeschoven op de consumenten + reguleringslasten komen op de steden
terecht. + verschillende reguleringen van stad tot stad.

+ ook mogelijk spanningsveld tussen milieunormering op platteland en in de stad.

- Juridische betwistingen

In België blijven LEZ’s overeind maar in Duitsland bv. heel wat procedures waar de LEZ’s het onderspit delft. +
HVJ EU eist van de lidstaten zelfs strengere maatregelen op grond van de EU luchtkwaliteitsnormen. (quid
interne markt ?)

 zeer moeilijke strijdstand – juridisch gezien. – ook heel belangrijk het recht op bescherming van een gezond
leefmilieu + rechtszekerheid nodig en ook niet te vergeten: bescherming van het eigendomsrecht
tegen onteigening.

- Slotbeschouwingen

Heel wat burgers en steden vinden het Europees kader veel te laks, zeer sterke lobby van de autoconstructeurs
bij de Europese Commissie. – je ziet dat de EC heeft onderhandeld met deze groepen en soepelere normen
heeft ingevoerd.

Het is uiterst noodzakelijk om uniformiteit in LEZ te creëren op Vlaams niveau; maar vraag of dit nuttig is of
Spielerei is…

 Dé conclusie is dat er nog vele andere maatregelen zullen genomen moeten worden om het milieu te
beschermen en niet enkel luchtkwaliteits – en emissienormen. – bv. ook prioriteit inzake mobiliteit
enz.

EMISSIERECHTEN

 Weg van de regulering (1): Verhandelbare emissierechten

Het klimaatprobleem wordt veroorzaakt door stoffen die op zich niet vervuilend zijn; stof die van nature in de
atmosfeer voorkomt. – MAAR ze veroorzaken wel het klimaatprobleem. – men heeft daarrond verdragen enz.
gesloten bv. Raamverdrag van New York mbt klimaatverandering en Kyoto – protocol enz. => bepaalde
reducties van CO2 worden ingehouden.

 Via systeem van verhandelbare emissierechten.

o Ruimtelijke ordening (Vlaanderen, toekomstig ‘Instrumentendecreet’:
verhandelbare ontwikkelingsrechten – hierin 3 elementen:

1. Overheid legt bouwverbod op perceel dat voor bebouwing in aanmerking komt

2. Overheid compesneert de eigenaar door toekenning ontwikkelingsrecht

Was vroeger wel bebouwbaar MAAR slecht gelegen; men compenseert niet in geld maar in een
ontwikkelingsrecht (u mag erop niet bouwen). – heeft tot veel discussie aanleiding gegeven. – veel kritiek van
afdeling wetgeving RvS. + van de rechtsleer.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Gebruiker2345. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,49
  • (0)
  Kopen