HOOFDSTUK 1: OBSERVEREN, EENVOUDIG… OF TOCH NIET?
Wat is het verschil tussen alledaags observeren en professioneel observeren?
- Alledaags: gaat over voortdurend observeren en vooral ongemerkt waarnemen; je gaat
vooral zintuigelijke prikkels waarnemen. Je gaat info gaan verzamelen over anderen, over
relaties en situaties en over jezelf (zelfobservatie en afgeleide observatie (jouw waarneming
van hoe anderen zich t.o.v. jou kunnen verhouden, je leidt daaruit dan af wat ze denken over
je). Je maak voortdurend onbewust gebruik van die informatiestroom.
- professioneel observeren: doelbewust, met doelgerichte aandacht. Het is wetenschappelijk
verantwoord, er zit een methode achter. Het is communiceerbaar via registraties (wat je
hebt geobserveerd, je interpretaties). Het is niet continue observeren, je observeert een
bepaalde periode. En je tracht via al je zintuigen te observeren.
Gelijkenissen tussen alledaags en professioneel observeren:
- we willen bepaalde info verkrijgen = zelfde doel.
- Gevoelig voor vertekening/bias:
o Voel- en denkwijze heeft een invloed op interpretatie en observatie.
o Cognitieve en emotionele werking van het brein.
o De waarneming zelf.
Voorbeeld van doelgerichte en bewuste informatie: scheidingsangst:
Nood aan:
- Wetenschappelijke voorkennis van te observeren gedrag; van wat je wil observeren.
- Kennis en kunde van bestaande observatiemethoden en nieuwe observatiemethoden
kunnen opstellen.
- Doelgerichtheid tijdens diagnostisch proces, maar ook bij therapie, training, psychologische
begeleiding: alles kunnen kaderen, een plaats kunnen geven.
, HOOFDSTUK 2: WWW/H PROFESSIONEEL OBSERVEREN: WAAROM, WANNEER,WAT… EN HOE?
Waarom observeren?
- Menselijk gedrag begrijpen om het uiteindelijk te kunnen voorspellen.
- Beschrijvend (exploratief): info verzamelen over het gedrag zoals het zich in werkelijkheid
voordoet. Bv. nagelbijten zodra niet alleen.
- Hypothese toetsend: toetsen van een verwachting of voorspelling van hoe het gedrag zich zal
voordoen in een bepaalde situatie. Bv. weinig aandacht negatief gedrag in de klas.
Wanneer niet observeren?
- Gedrag dat voorbij is; gedrag dat in de toekomst zal plaatsvinden; gedrag dat niet vaak
voorkomt; onvoorspelbaar gedrag.
- Observatie van veel personen.
- Observatie van weinig toegankelijke onderwerpen: denken en voelen moeilijk observeerbaar.
Zo weinig mogelijk interpretatie!; minimaliseren van tussenstappen tussen innerlijke
toestand en observeerbaar gedrag.
Wanneer wel observeren?
- Observatie van gedrag waar mensen niet bij stil staan of slechts gedeeltelijk zich op hebben.
- Observatie bij personen die verbale beperkingen kennen. zeer zinvol om observatie te
doen.
Wat kan je observeren?
- Non-verbaal gedrag: handelingen, gelaatsuitdrukkingen, oogrichting en -contact,
stemgedrag, lichaamsbeweging en -houding, interpersoonlijke afstand, ruimtelijke plaatsing
en oriëntatie.
- Verbaal gedrag: effecten nagaan of betekenis analyseren via inhoudsanalyse (bv. KPI (zie
hieronder).
- KPI: het is een observatieschema, een categoriesysteem voor partnerinteractie. Zowel
verbale als non-verbale interactie wordt geobserveerd. Bv een koppel en al het verbale
wordt genoteerd in het voorgestructureerde schema. Achteraf moet je op een kwantitatieve
manier gaan scoren. Het gesprek wordt ook opgenomen en uitgeschreven en elke respons
wordt ook gecodeerd. Het non-verbaal gedrag wordt gecodeerd als positief, neutraal of
negatief.
Desmond morris: the human animal.
Zoeken naar verband tussen psychologische eigenschappen gedrag en observatie: observeren is
bewust en doelgericht: we willen uitspraak doen over het psychologisch functioneren (vaak een
psychologisch construct). Bv. is Sandra gelukkige. Geluk is een hypothetisch construct. We gaan een
construct operationaliseren, meetbaar maken.