JAARREKENINGANALYSE EN
AUDITING
2021-2022
Handboek Jaarrekeninganalyse van dr. Diane Breesch, dr. Joël Branson & dr. Stefanie Ceustermans
Handboek Auditing van dr. Joël Branson, dr. Diane Breesch & dr. Kris Hardies
Docent: Stefanie Ceustermans
,Inhoudsopgave
Deel 1: Jaarrekeninganalyse .........................................................................................................................................1
Hoofdstuk 1: Algemene boekhoudkundige begrippen.............................................................................................1
Hoofdstuk 2: Theorie van de externe verslaggeving ..............................................................................................10
Hoofdstuk 3: De Belgische jaarrekeningverplichtingen..........................................................................................25
Hoofdstuk 6: Consolidatie ......................................................................................................................................37
Hoofdstuk 7: Creatief boekhouden ........................................................................................................................43
Deel 2: Auditing Titel 1: Het auditberoep ...................................................................................................................54
Hoofdstuk 1: Inleidende begrippen ........................................................................................................................54
Hoofdstuk 4: De Belgische auditsector...................................................................................................................58
Deel 2: Auditing Titel 2: Het controleproces ..............................................................................................................63
Hoofdstuk 5: Algemeen conceptueel kader ...........................................................................................................63
Hoofdstuk 6: Het identificeren en inschatten van de risico’s van een afwijking van materieel belang ................79
Hoofdstuk 7: Inspelen op ingeschatte risico’s ........................................................................................................85
Hoofdstuk 8: Controleverslag .................................................................................................................................89
,Deel 1: Jaarrekeninganalyse
Hoofdstuk 1: Algemene boekhoudkundige begrippen
1. Wat is een jaarrekening en waaruit bestaat ze?
Boekhouden: het proces waarbij er een verrichting plaatsvindt. Op basis van documentatie wordt die verrichting
geregistreerd in de boekhouding en samengevat in het journaal.
Jaarrekening: het eindresultaat van het boekhoudproces. Alle ondernemingen in België moeten de boekhouding
bijhouden (intern) en moeten de jaarrekening verplicht 1 keer per jaar opstellen. Die moet publiekelijk
beschikbaar gesteld worden via de NBB (extern).
Dit vak focust op de analyse van de jaarrekening om zo een beeld te vormen van de financiële gezondheid van de
onderneming.
Onderdelen van de jaarrekening
− Balans
− Resultatenrekening (op toerekeningsbasis)
− Toelichting
o De toelichting verstrekt detail en verduidelijking bij rubrieken uit de balans en de resultatenrekening. Ze
vat ook de waarderingsregels samen.
De samenstelling van de jaarrekening kan verschillen van land tot land.
→ Vb in België zijn ondernemingen verplicht om ook nog een sociale balans op te stellen. Dit bevat informatie
over het personeel, zoals het personeelsverloop, het opleidingsniveau, aantal deeltijdse werknemers…
→ Vb VS: grote beursgenoteerde ondernemingen voegen ook een kasstroomtabel toe op cash-basis.
Enkelvoudige vs geconsolideerde jaarrekening
Enkelvoudige (statutaire) jaarrekening: de jaarrekening van 1 enkele juridische entiteit.
Geconsolideerde jaarrekening: de jaarrekening van een groep ondernemingen. Het vermogen, de financiële
positie en het resultaat wordt van het consoliderende geheel genomen alsof het om 1 onderneming gaat.
Voorbeeld
Er is een onderneming M (moedervennootschap) en een onderneming D (dochtervennootschap). M heeft
aandelen gekocht van D. Beide ondernemingen moeten verplicht een enkelvoudige jaarrekening opstellen. Dit
gaat over 1 juridische entiteit. Zodra M ongeveer meer dan 50% van de aandelen van D heeft, moet zij een
tweede geconsolideerde jaarrekening opstellen. Hier krijgen we een totaalbeeld van het vermogen van de groep.
2. Balans
De balans is een momentopname en geeft de vermogenstoestand van een onderneming weer op een bepaald
ogenblik. Die wordt opgesteld voor een bepaalde datum, meestal het einde van het boekjaar. Je zou dus elke dag
een balans kunnen opmaken.
1
Jaarrekeninganalyse & auditing: Deel 1, Hoofdstuk 1
,Activa
De bezittingen of activa van een onderneming bestaat zowel uit materiële bezittingen (gebouwen, voertuigen,
voorraden, vorderingen op klanten, banktegoed) en immateriële zaken (goodwill, licenties, octrooien).
We maken een onderscheid tussen:
− Vlottende activa: fondsen en bezittingen die in geld zullen omgezet worden binnen het jaar.
o Vb geld in kas, handelsvorderingen, voorraden
− Vaste activa: activa met een langere levensduur dan een jaar
o Vb gebouwen, terreinen, machines
Actief wordt opgesteld volgens stijgende liquiditeit. De minst liquide posten komen bovenaan, zoals gebouwen en
terreinen. De bank is het meest liquide en komt onderaan.
Passiva
De financieringsbronnen of passiva van een onderneming bestaat uit het ingebrachte kapitaal door
aandeelhouders, de schulden bij kredietinstellingen en leveranciers, de gerealiseerde winsten of surplus…
We maken een onderscheid tussen:
− Eigen vermogen: inbreng van de aandeelhouders, overgedragen resultaat
− Vreemd vermogen
o Vlottende schulden: schulden die vervallen binnen het jaar
▪ Vb schulden bij leveranciers, kaskrediet bij de bank
o Schulden op lange termijn: schulden met een looptijd van meer dan 1 jaar
▪ Vb leningen bij de bank
Oefening: actief of passief
− Bank → Actief, het geld staat op de rekening, we hebben er niets mee gedaan.
− Kapitaal → Passief, verschaft door de eigenaars.
− Handelsschulden → Passief, voornamelijk leveranciersschulden
− Voorraad → Actief
− Handelsvorderingen → Actief
− Overgedragen resultaat → Passief, winsten van voorgaande jaren (eigen vermogen)
− Voorzieningen → Passief, voorzieningen voor toekomstige kosten
− Rollend materieel → Actief, MVA
− Goodwill → Actief, IVA. Dit ontstaat in de geconsolideerde jaarrekening bij overname van
→ een andere onderneming. Dit is de extra prijs bovenop de werkelijke waarde.
Soorten
De balans kan op 2 manieren gepresenteerd worden. Inhoudelijk is er geen verschil. Bij beide vormen moet actief
gelijk zijn aan passief.
Horizontale vorm (account format) Verticale vorm (report format)
Pedagogische manier om de balans te tonen. Dit wordt gebruikt in de praktijk.
2
Jaarrekeninganalyse & auditing: Deel 1, Hoofdstuk 1
, Principes
1. Boekhoudkundige gelijkheid
→ Actief = passief
→ Bezittingen = eigen vermogen + schulden
2. Dubbel boekhouden
→ De boekhoudkundige gelijkheid legt de basis voor het dubbel boekhouden.
→ Er moeten altijd minstens 2 rekeningen zijn die veranderen door een bepaalde boekhoudkundige
transactie.
Voorbeeld
Verrichting 1:
Op 1 januari 2020 richten Janssens en Peeters een fitnessclub op. Ze investeren samen €75 000.
− Er wordt €75 000 ingebracht als eigen vermogen (passief).
− Dit geld wordt gestort op de bankrekening (actief).
Verrichting 2:
Op 2 januari 2020 leent de bank €25 000 aan de fitnessclub.
− Er ontstaat een banklening (passief).
− Dit geld wordt gestort op de bankrekening (actief).
Verrichting 3:
Op 3 januari 2020 koopt de fitnessclub allerlei fitnesstoestellen aan. De gefactureerde som is €20 000. De
fitnessclub betaalt onmiddellijk €5 000. Het overblijvende saldo is verschuldigd binnen de zestig dagen.
− Fitnesstoestellen zijn materieel vaste activa. De post uitrusting aan de actiefzijde stijgt met €20 000.
− Er wordt €5 000 betaald met het geld op de bankrekening. Deze post daalt met €5 000.
− De overige €15 000 is een handelsschuld (passief).
→ Hier worden dus 3 posten beïnvloed.
Verrichting 4:
Op 3 januari 2020 koopt de fitnessclub kantinebenodigdheden (koffie, soepjes, andere dranken,
versnaperingen…) aan, nu voor een totale waarde van €3 000. Ze moet de leverancier binnen de dertig dagen
betalen.
− We kopen een voorraad van €3 000 (actief).
− De handelsschulden nemen toe met €3 000 (passief).
Verrichting 5:
Op 15 januari 2020 betaalt de fitnessclub de leverancier van de kantinebenodigdheden (zie verrichting 4: €3 000).
− De voorraad verandert niet, maar de bank daalt om de voorraad te betalen (actief).
− De handelsschuld uit verrichting 4 verdwijnt, die wordt tegengeboekt (passief).
3
Jaarrekeninganalyse & auditing: Deel 1, Hoofdstuk 1