Elvira Vander Elstraeten 1 REC B Semester 1
Samenvatting burgerlijk recht
Deel 1: Algemeen recht
Hoofdstuk 1: Algemene inleiding
1. Wat is recht?
Recht = het gaat over de regels die het gedrag proberen te sturen, die het gedrag van mensen
proberen te bepalen. Recht omvat 4 elementen:
1) Het recht omvat een geheel van gedragsregels & normen
2) Deze gedragsregels & normen hebben tot doel het maatschappelijke leven te ordenen
3) De regels worden opgelegd door de overheid
4) De regels zijn afdwingbaar
A. Het recht omvat een geheel van gedragsregels & normen:
Ze kunnen zeer verscheiden zijn & diverse vormen aannemen.
Bijvoorbeeld:
Verbodsbepalingen = waarbij het wordt verboden bepaalde handelingen te stellen, bv. diefstal
plegen
Of gebodsbepalingen = waarbij de verplichting wordt opgelegd bepaalde handelingen te stellen, bv.
verplichting voor erfgenamen om fiscaal aangifte van de nalatenschap te doen.
Sommige gedragsregels & normen bieden de mogelijkheid er een beroep op te doen, zonder
daartoe verplicht te zijn.
Bv: bepaalde ondernemers die een herstelling uitvoerden kunnen zich in afwachting van een
betaling beroepen op een retentierecht om te weigeren het goed dat ze herstelden, terug te
geven.
Er zijn regels waar niet zomaar van afgeweken kan worden Ze zijn van dwingend recht of van
openbare orde of goede zeden.
Bijvoorbeeld: bij de verhuur van een woning waar de huurder zijn hoofdverblijfplaats heeft kan niet
zomaar van alles overeengekomen worden nu heel wat van de wettelijke bepalingen die in de
diverse gewesten gelden van dwingend recht zijn.
En er zijn andere regels waar wel perfect van afgeweken kan worden Ze gelden slechts als de
partijen niets anders overeenkwamen.
Er zijn ook regels die vormvoorwaarden vastleggen voor bepaalde handelingen (bv. hoe vindt een
schenking plaats) of voor de wijze waarop procedures (bv. voor de rechtbank) gevormd moeten
worden.
Bijvoorbeeld: sportregels (je maakt een fout met de bal) zijn geen gedragsregels: ze worden niet door
de overheid opgelegd, dus zullen de spelers niet naar de rechtbank moeten. Maar wie bv. heel veel
pijn doet aan anderen, moet wel naar de rechtbank, want de regels van de sport zijn overtreden,
maar ook die van het recht.
1
,Elvira Vander Elstraeten 1 REC B Semester 1
B. Deze gedragsregels & normen hebben tot doel het maatschappelijk leven te
ordenen:
De bedoeling van het recht is de gemeenschap of de samenleving te ordenen. Mochten er geen
rechtsregels zijn, dan zou er complete chaos zijn. Ze zorgen er dus voor dat er geen wanorde heerst.
Bijvoorbeeld: Als er geen Wegcode zou bestaan met voorschriften hoe zich in het verkeer te
gedragen, zou het verkeer compleet in het honderd lopen.
Dus je moet bv. voor het rode licht stoppen, je moet een abonnement of ticket kopen om op
de trein te mogen zitten…
C. De regels worden opgelegd door de overheid:
De overheid vaardigt de regels uit. Het is de overheid die, via bepaalde beslissingskanalen, beslist
welke rechtsregels uitgevaardigd zullen worden.
Er kunnen op verschillende niveaus binnen de overheid regels worden uitgevaardigd: bv. op het
niveau van gemeente, gewest, gemeenschap, federale staat…
Niet altijd door de overheid, er zijn soms uitzonderingen: bv. een huurovereenkomst tussen de
huurder & de baas. Niet opgelegd door de overheid, maar is toch een gedragsregel omdat het je
gedrag zou moeten regelen (bv. iedere maand de huur betalen). Dan staat er wel in de wet: als je een
overeenkomst sluit, moet je die respecteren. Als de overeenkomst niet gerespecteerd wordt, ga je
naar de rechtbank om ervoor te zorgen dat het wel gerespecteerd zal worden.
D. De regels zijn afdwingbaar:
Het is niet voldoende dat de regels uitgevaardigd worden, ze moeten ook afgedwongen kunnen
worden.
Afdwingbaar zijn = dat we beroep kunnen doen op het overheidsapparaat om ervoor te zorgen dat
de regels gerespecteerd worden. Het overheidsapparaat is bv. de politie, rechtbank… die zorgen
ervoor dat de regels worden nageleefd.
Bijvoorbeeld: daartoe zal een gerechtelijk apparaat (met rechtbanken) uitgewerkt worden om tot de
afdwinging van de regels te kunnen overgaan.
Een rechtsregel = voldoet aan de vier hierboven aangegeven voorwaarden. Bv. iemand die een
overeenkomst heeft afgesloten die ook moet naleven.
Een fatsoenregel = werd niet opgelegd door de overheid & is evenmin afdwingbaar. Bv. de
ongeschreven reden dat men moet proberen op tijd te zijn voor een afspraak.
Als je een fout maakt & als er daar schade door ontstaat, moet je dat vergoeden. Maar dan is de
vraag: is dat een fout voor ons gewoon recht of niet?
2. Indelingen van het recht
2.1. Privaatrecht – publiekrecht
Privaatrecht = regelt de verhouding tussen de burgers (privaatpersonen) onderling. Het privaatrecht
is onderverdeeld in:
2
,Elvira Vander Elstraeten 1 REC B Semester 1
A. Het burgerlijk recht
Recht die de verhouding tussen burgers weergeeft. Dit soort recht vinden we terug in ons Burgerlijk
Wetboek.
Bijvoorbeeld: geeft o.a. regels aan met betrekking tot familiale verhoudingen, contracten tussen
burgers, zakelijke rechten… Tussen een ouder & een kind, tussen een echtgenoot & een echtgenote,
tussen huurder & verhuurder, tussen koper & verkoper…
B. Het gerechtelijk privaatrecht
Geeft aan hoe het gerechtelijk apparaat georganiseerd is (welke rechtbanken zijn er, waarvoor zijn ze
bevoegd…) & op welke wijze procedures voor de rechtbank gevoerd moeten worden.
Bijvoorbeeld: als er een burgerlijk conflict start, naar welke rechter moet je gaan?
Als je als echtgenoot weg wilt, dan ga je een verzoek indienen om te scheiden, vragen dat de
rekening geblokkeerd wordt, dat de kinderen bij jou mogen blijven, dat de echtgenote niet
meer in het huis binnen mag… Als je in de aanval wilt, moet je een advocaat raadplegen & als
je wilt overleggen dan moet je bij de notaris.
Een burenruzie: bv. de bladen van de boom van de buurman valt in jouw tuin. Hoe breng je
de rechter? Naar de welke moet je gaan? Als je het niet mee eens bent met de rechter, hoe
kan je er tegen zijn?
C. Het internationaal privaatrecht (IPR)
Geeft o.a. aan welke rechter bevoegd is & welke rechtsregels toegepast moeten worden als er een
grensoverschrijdend rechtsprobleem is.
Het maakt deel uit van het privaatrecht, maar het is een soort recht die niet echt regels zegt tussen
de burgers, maar die meer verwijst naar welk recht je moet toepassen.
Het is immers niet zo dat in elk geval waarin een Belg betrokken is de Belgische rechtbanken bevoegd
zijn & het Belgische recht ook toegepast moet worden.
IPR zal niet zeggen wat je moet doen, maar zal wel kunnen zeggen van welk land je de regels gaat
moeten volgen.
Bijvoorbeeld:
In Duitsland maak je een ongeval met iemand van een Turkse origine. Zijn auto is kapot & hij
is gekwetst. Je bent in fout volgens het Duitse recht, omdat je in Duitsland de Duitse regels
moet volgen. Maar moet je de schade vergoeden volgens het Duits, Belgisch of Turks recht?
IPR zal zeggen of je in dat geval het recht van het slachtoffer moet toepassen, of het recht
waar het ongeval gebeurd is…
Je bent een Belg & gaat gaan wonen met een Amerikaanse man in Brazilië. Welke regels zijn
er daar van toepassing om daar te wonen? Als je wilt trouwen: moet je dat doen volgens het
Belgische, Amerikaanse of Braziliaanse recht? Welke nationaliteit zal jouw kind hebben? …
Als je in een ander land meubels komt & je bent bv. niet akkoord met de kwaliteit die
afgesproken werd, naar welke rechter moet je gaan? …
3
, Elvira Vander Elstraeten 1 REC B Semester 1
Publiekrecht = regelt de algemene belangen & heeft betrekking op de inrichting, de werking & de
onderlinge verhoudingen van de overheidsorganen & op de verhouding van de overheid tot de
burgers.
D. Het staatsrecht
Omvat het geheel van regels die betrekking hebben op de inrichting & de werking van de staat & de
onderlinge verhoudingen tussen de organen van de staat.
Bijvoorbeeld: de bevoegdheidsverdeling tussen de federale overheid & de gemeenschappen &
gewesten. Wat is de macht van die tak? Hoe verhouden het parlement & de regering zich tegenover
elkaar? Heeft de koning het recht om het ontslag van de formateurs te weigeren?
E. Het administratief recht
Het bestuursrecht = bevat de regels die nodig zijn voor de werking van de overheidsinstanties, de
manier waarop de burger zich tot de overheid kan richten… Dat is eigenlijk het recht die de werking
va de administratie regelt.
Administratie is de uitvoerende macht. Is de macht die de beslissingen gaat omzetten in de
werkelijkheid & ervoor gaat zorgen dat ze uitgevoerd wordt.
Bijvoorbeeld: hoe een bouwvergunning aangevraagd moet worden, hoe beroep aangetekend kan
worden tegen een weigering van een dergelijke vergunning.
Ook hoe een burger de overheid kan aanspreken of welke vluchtelingen mogen hier in België blijven?
Als er iemand van vreemde origine naar België komt & hier niet wordt toegelaten, moet hij/zij kijken
naar het administratief recht om te weten hoe hij/zij zich naar de overheid kan wenden als hij met
iets niet akkoord is om toch toestemming te krijgen.
F. Het strafprocesrecht
Geeft aan welke gedragingen strafbaar zijn & welke sancties er tegenover staan.
Een inbreuk op het strafrecht is een misdrijf. Dan zegt het strafrecht: dat is de inbreuk & dat is de
straf die je ervoor krijgt. Bv. diefstal, moord…
Er zijn 2 begrippen in het strafrecht: misdrijven & straffen.
G. Het strafprocesrecht
Geeft o.a. aan op welke wijze misdrijven kunnen vastgesteld & opgespoord worden & hoe de
procedure verloopt om beklaagden te vervolgen.
Bijvoorbeeld: hoeveel rechters moeten er zijn? Hoe zit de jury in elkaar? Hoe beslist de jury? Hoe
beslist & waarover beslist de onderzoeksrechter?
Op het moment waar er een misdrijf gebeurt, tot er iemand zijn straf gekregen heeft, zit in het
strafprocesrecht.
4