CVA
SOORTEN HERSENLETSEL
Aangeboren hersenletsel
Ontstaan: tijdens ontw foetus, tijdens geboorte en binnen 6m na geboorte
Oorzaak: genetische afwijking en zuurstoftekort
Niet-aangeboren hersenletsel
Ontstaan: 6m na de geboorte
Oorzaak: traumatisch, niet-traumatisch bv tumor of progressieve neurologische aandoening
CVA
Vormen: Ischemisch of hemorragisch
Risicofactoren: hypertensie, vernauwing vh bloedvat-> leidt tot beschadiging van bloedvat
Preventie: dieet, bewegen, roken, alcohol
Soorten beroertes en kenmerken
- Colpleted stroke
o 24u aanwezig of langer en niet meer progressief na 1u
o Neurologische uitvalverschijnselen
- Transient ischemic attack (tia)
o Waarschuwing
o Verdwijnen binnen 24u, gem duur 2-20min
o Neurologische uitvalsverschijnselen
- Reversible ischemic neurologiscal deficit (RIND)
o Langer dan 24u aanwezig, verdwijnt na paar weken
o Neurologische uitvalsverschijnselen
- Stroke in evolution
o Progressieve toename: neurologische uitvalsverschijnselen kunnen
vergeren tot uren/dagen
- Silent stroke
o Onopgemerkt: patiënt en hulpverlener merkt dit niet
o Minder functionele hersengebieden
CVA en geriatrie:
Extra aandacht voor vallen risicofactoren: incontinentie, functionele beperkinge, psychische
problemen, herhaaldelijk vallen, algemene gezondheid en pijn
Diagnostiek: herken symptomen-> FACE-test
- Face: vraag om te glimlachen en controleer of 1 mondhoek naar beneden hangt
- Arm: laat die beide armen naar voor steken, check f ze tegelijk omhooggaan
- Speech: stel vragen en ga na of die moeite heeft om je te begrijpen of moeilijk kan spreken
- Time: bepaal hoelang de klachten duren, schakel direct hulp in en beperk schade
1
, GEVOLGEN V/E HERSENLETSEL
In kaart brengen met ICF core sets for stroke
Beschadiging rechterhersenhelft: verlamming linker lichaamsdeel, spatieel-perceptuele problemen,
impulsief gedrag, geheugenproblemen
Beschadiging linkerhersenhelft: verlamming rechter lichaamsdeel, spraak-taalproblemen, traag en
voorzichtig gedrag en geheugenproblemen
MOTORISCHE SYMOTOMEN
- Primaire symptomen: positieve en negatieve symptomen
- Secundaire symptomen
Hemiplegie of hemiparese
- Gezicht
o Blauwe pijl: vertrekt van linker- en rechterhersenhelft dus
er is ipsi-als contralaterale aansturing. Dit heet bilaterale innervatie
o Roze pijl: 1pijl, dus contralaterale unilaterale aansturing vanuit de hersenen
o Bij CVA valt rechterhersenhelft weg, daardoor contralaterale aansturing van blauwe of roze
pijl weg. (Bovenkant gezicht geen probleem door ipsilaterale aansturing vanuit de hersenen,
onderkant wel een probleem omdat die enkel contralaterale aansturing heeft)
- Romp en proximale ledematen
o Aangestuurd door tractus corticospinalis anterior, verloopt ipsilateraal en kruist thv het
ruggenmergsegment. (hier vindt synaps en lower motor neurons (LMN) plaats
o Tractus corticospinals anterior zorgt voor bilatere innervatie, dus na beroerte nog aansturing
ipsi- en contralaterale hersenhelften die motorische functies ondersteunt
Dus proximale uitval minder groot dan distaal, hebben ook beter herstel op
proximaal motorische functies
o Uitval corticospinalis anterior
Tonus en spacticiteit
- Stereotiep patroon:
o Hoofd staat in lateroflexie naar aangedane zijde met gezicht naar
niet-aangedane zijde gedraaid.
o Scapula in retractie en schoudergordel in depressie.
o Schouder in adductie en endorotatie.
o Elleboog in flexie met pronatie v/d onderarm.
o Pols in flexie met enige ulnaire deviatie.
o Vingers en duim in flexie en adductie
- Meetinstrumenten spasticiteit
o Modifield Ashworth Scale (MAS)
Als je een spier test die voornamelijk een
gewricht buigt, plaatst u het gewricht in
een maximale flexie en beweegt naar een
maximale extensie gedurende 1sec
o Tardieu scale
Snelheid Quality of muscles reaction Hoek waarin catch voorkomt
1: zo traag als je kan: om PROM in 0: geen weerstand waarnemen doorheen de R1: hoek van catch wanneer je
kaart te brengen. beweging, geen aanwezigheid van spasticiteit. beweegt aan snelheid 2 of 3.
2: snelheid lichaamsdelen tegen 1. Lichte weerstand, geen catch in precieze R2: volledige ROM wanneer je
zwaartekracht naar beneden valt: om hoek. beweegt aan snelheid 1.
2
, spasticiteit in kaart te brengen.
3: zo snel als je kan. 2. Wel catch in precieze hoek, maar als je wacht
heb je weer die ontspanning (release).
3: clonus treedt op (spierspasme), clonus duurt
minder dan 10sec, komt voor in bepaalde hoek.
4: clonus treedt op en duurt langer dan 10sec.
5: lidmaat is ligide en kan niet bewogen worden
Puchersyndroom
Negatief voor verstel: valrisico (geen beschermingsreactie), negatieve invloed
revalidatie en verminderde mobiliteit en zelfredzaamheid
Geen verstoring waarneming visueel recht (ogen open geen correctie ogen
geslote: 18°correctie naar ipsilaterale laesiezijde)
Behandeling: verticale positie (zit of stand), leren gebruik van visuele stimuli, verstoorde perceptie
erkennen, beweging aanleren om hoeding te corrigeren en leren aanhouden verticale positie
Andere motorische gevolgen
- Synergie
Bovenste extremiteit
Flexie synergie Schouder: elevatie en retractie/ schouder: abductie en exorotatie/
elleboog: flexie/ onderarm: supinatie/ pols: flexie/ vingers en duim: flexie
en ADD
Extensiesynergie Scapula: protractie en depressie/ schouder: endorotatie en ADD, elleboog:
Onderste extremiteit
Flexiesynergie Bekken: elevatie en naar achter gedraaid/ heup: ABD en exorotatie/ knie:
flexie/ enkel: dorsaalflexie in supinatie/ tenen: extensie
Extensiesynergie Heup: extensie, endorotatie en ADD/ knie: extensie/ enkel: plantairflexie
met inversie/ tenen: plantairflexie en ADD
- Tonische reflexen
o Tonische labyrintreflex
o Asymmetrische tonische nekreflex (ATNR)
o Gekruist strekreflex
o Grijpreflex
o Symmetrische tonische nekreflex
o Positieve steunreflex
- Geassocieerde reactie en geassocieerde beweging
- Spierzwakte 2 oorzaken
o Reduced out parese: er is afname vd activatie vd agnostische motor units waardoor
verminderde kracht kan gegenereerd worden
o Subtraction parese: er is te veel activiteit in antagonisten waardoor agonis onvoldoende
kracht kan generen om beweging uit te voeren
- Clonus
SENSORIEK
- Exteroceptie: alles wat we buiten ons lichaam waarnemen (ogen, huid, oren, mond, neus)
o Functie: herkennen (gnosis) en waarschuwen/overleven (vitaal)
Gnostische sensibiliteit: vibratie, druk, proprioceptie…
3