100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Allesomvattende samenvatting Belgisch en Vergelijkend Buitenlands Beleid €17,39   In winkelwagen

Samenvatting

Allesomvattende samenvatting Belgisch en Vergelijkend Buitenlands Beleid

 48 keer bekeken  5 keer verkocht

Dit document omvat alle slides, lesnotities, filmpjes notities en zelf uitgewerkt vragen. Deze samenvatting is alles wat je nodig hebt om te studeren.

Voorbeeld 4 van de 170  pagina's

  • 23 december 2021
  • 170
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
Caroverbraeken
BELGISCH EN VERGELIJKEND BUITENLANDS BELEID

DEEL 1


Les 1 - Inleiding van buitenlands beleid


1. DEFINIEER BUITENLANDS BELEID :

(Smith, Hadfield & Dunne, 2008).: Buitenlands beleid is de som van beslissingen gemaakt door een politieke
eenheid (Meestal een staat) die haar doelen probeert te verwezenlijken met een directe verwijzing naar haar
externe omgeving (andere staten). Inputs van buitenlands beleid zijn factoren die de besluitvorming
beïnvloeden, terwijl de observeerbare outputs van buitenlands beleid een kenmerk is van het gedrag van
staten (en andere instellingen) binnen een internationaal systeem.




Putnam’s two level game: een politiek model voor het oplossen van internationale conflicten russen staten,
afgeleid uit de speltheorie. De “two level game” bekijkt internationale onderhandelingen tussen twee staten
als simultane onderhandelingen die tegelijk gebeuren op nationaal niveau en op internationaal niveau.
Nationaal niveau: ze moeten maatschappelijke kenmerken in acht nemen. Internationaal: Ze moeten naar een
overeenkomst streven die tot de mogelijke winnaars behoort in de win-set van de staat. (denk aan de matrix
bij game theories) = buitenlands beleid is de interactie tussen interne en internationale politieke
besluitvorming bij internationale onderhandelingen over grote vraagstukken.

Criekemans: Wat is buitenlands beleid, hoe positioneert een land zich t.o.v. andere landen en hoe zullen ze
samenwerken met andere landen om samen iets te bereiken? Bijgevolg is buitenlands beleid de totale som van
beslissingen m.b.t. doelstellingen die in de externe omgeving liggen met als input variabelen die mogelijke
verklaring kunnen bieden waarom een bepaald besluit genomen is (gedrag van de actoren, analyse van
besluitvormingsproces) en output de genomen acties en stappen.
2. AANDACHTSPUNTEN I.V.M. “BUITENLANDS ”
1. De scheiding tussen “binnenland” en “buitenland” wordt steeds vager:
 De Europese Unie wordt door sommigen heden als ‘binnenland’ gezien; hoog % van de
wetgeving wordt heden door de EU gegenereerd (vb: de Europese minimumstandaarden op
milieuvlak hebben zowel een impact op het ‘binnenland’ als op het ‘buitenland’, EU heeft vele
beleidsdomeinen: landbouw, Shengen, cultuur, economie).
 Corona steun heeft impact op interne vorm van landen als ook op de manier waarop Europa
zich profileert naar buiten toe.
2. De lijn die onderzoekers in CFP/FPA trekken: wie is het belangrijkste doelwit van een bepaald beleid?
 Indien het hoofddoelwit buiten de grenzen van de eigen politieke entiteit ligt, dan wordt het
als een aspect van het buitenlands beleid beschouwt, zelfs indien het secundaire gevolgen
heeft voor de ‘interne politiek’.


1

,  DUS: indien de hoofddoelstelling van een milieuwet erin bestaat om de verhoudingen tussen
landen te wijzigen, dan kunnen we dit als een onderdeel van ‘buitenlands beleid’ beschouwen
(vb. het 20-20-20 Energie en Milieupakket van de Europese Commissie).
3. Hoe belangrijk zijn territoriale grenzen in de 21ste eeuw? (cf. één van de klassieke geopolitieke
factoren)
 Op economisch, ecologisch, demografisch vlak merken we een verwatering van de grenzen
 Er blijven op politiek vlak o.a. sterke tendensen in de richting van zelf-determinatie  dit
worden ook problemen van buitenlands beleid indien hun afwikkeling niet louter een interne
zaak blijft, maar (on)rechtstreeks ook een impact heeft op de regio of andere landen (vb. Zuid-
Ossetië en Abchazië op de Kaukasus = Georgië ziet Zuid-Ossetië als onderdeel van zijn
staatsgebied en wordt daarin gesteund door de meeste landen en internationale organisaties.
Het gebied zelf verklaarde zich echter in 1990 als de Republiek Zuid- Ossetië onafhankelijk van
de Georgische SSR tijdens het Georgisch-Ossetisch conflict).
 Veel hangt ook af van hoe de internationale gemeenschap dit probleem percipieert, definieert
en framed. (bv. Tijdens de eerste 100 jaar was voor BE territorialiteit het belangrijkste – tijdens
de jaren ’90 was er het gelobalizationdebat (einde KO), …)

3. AANDACHTSPUNTEN I.V.M. “BELEID ”
1. “Buitenlands beleid” is een zeer brede term. Het omvat alle mogelijke facetten van high politics (= de
hoge politiek omvat alle aangelegenheden die van vitaal belang zijn voor het voortbestaan van de
staat: namelijk de nationale en internationale veiligheidsbelangen) tot low politics (=lage politiek, die
vaak economische, culturele of sociale zaken aanduidt).
 Geostrategische vraagstukken (vb. beleid van de VS in Irak Afghanistan of inzake de
stationering van een ‘missile defense’-systeem)
 Geo-economische vraagstukken: de mondiale kredietcrisis en haar gevolgen (vb. van de G-8
naar de G-20); energie in de EU-Rusland relaties (loutere marktwerking of geopolitiek?)
 Ecologie (vb. het post-Kyotoproces en de initiatieven van de verschillende landen).
 Mensenrechten: moeten westerse regeringsleiders wel of niet aanwezig zijn bij de opening van
de Olympische Spelen, multilaterale onderhandelingen in de Mensenrechtenraad in de
Genève, etc.
 Cultuur: culturele akkoorden tussen landen (drempelverlagend), etc.
2. Welke actoren maken/beïnvloeden het beleid?
 Executieve macht, Parlementaire macht, …
 Media, Lobbygroepen, multinationale ondernemingen, individuen, etc.

Foreign policy analysis is dan:

‘The study of foreign policy aims at understanding and explaining the foreign policy behaviours of actors in
world politics’ (Neack, Hey & Haney, 1995).

‘The study of foreign policy deals with both domestic and international arenas, jumping from individual to
state to systemic levels of analysis and attempts to integrate all of these aspects in a coherent whole’
(Gerner, 1995).

‘The central focus of Foreign Policy Analysis is on the intentions, statements and actions of an actor – often,
but not always, a state – directed towards the external world and the response of other actors’ (Neack, Hey
& Haney, 1995).

4. HOE BELEID BESTUDEREN ?

Wie buitenlands beleid bestudeert, maakt best een onderscheid tussen buitenlands beleid als gedrag (vb. de
rol van de president in de totstandkoming van een buitenlandpolitieke beslissing), buitenlands beleid als
proces (vb. verschillende actoren die verwikkeld zijn in een besluitvormingsproces over het te voeren beleid)
2

,en buitenlands beleid als output (vaak wordt in FPA de vraag gesteld hoe het gevoerde beleid ‘output’
verklaard kan worden).

Studies over buitenlands beleid kunnen een zeer verschillende finaliteit hebben:

1. BESCHRIJVEND:
 Als output: een loutere beschrijving maken van de actoren, doelstellingen en ingezette
instrumenten.
 Als proces: in kaart brengen welke actoren betrokken worden bij een beslissing over
buitenlandse politiek.
2. EVALUEREND:
 Als output: het buitenlands beleid toetsen aan de eerder gedeclareerde doelstellingen.
 Als proces: suboptimale aspecten van de besluitvorming over buitenlands beleid in kaart
brengen.
3. BELEIDSGERICHT:
 In het verlengde van evaluerende analyses aanbevelingen tot optimalisatie van het beleid als
proces/output formuleren.
4. VERKLAREND:
 Als proces: adhv interne en externe factoren het beleid verklaren.

Afhankelijk van je assumpties en het bredere theoretische kader waarin je je als onderzoeker situeert, zal je
andere visies hebben over wat voor soort politieke entiteiten een buitenlands beleid kunnen voeren.

5. VOLGERS VAN HET (NEO)REALISME

Wie het (neo)realisme volgt, is van mening dat enkel grote staten een echt buitenlands beleid kunnen voeren.
Nochtans bestaat er sinds de jaren ’70 ook een groeiende literatuur over de rol van kleine staten in de
internationale politiek. In tegenstelling tot wat het realisme beweert, zijn er ook een reeks niet-statelijke
entiteiten actief op de internationale scene:

1. Niet-statelijke publieke entiteiten:
 Subnationale entiteiten van (federale) staten: vb. Vlaanderen, Wallonië, Québec, Catalonië.
 Supranationale Organisaties: vb. de Europese Unie (GBVB).
 Internationale (Gouvenementele) Organisaties: vb. VN, IMF, NATO.
 Internationale Gerechtshoven: vb. het Europees Hof van Justitie.
 Transnationale Informele Coalities: vb. G8, G77.
2. Niet-statelijke, private entiteiten:
 Multinationale Ondernemingen: vb. Danone, Bertelsmann, AmCham.
 Internationale Niet-Gouvernementele Organisaties: vb Amnesty, Greenpeace.
 Individuen: Track-Two Diplomacy zoals Carter, University of Kent.

Wie het buitenlands beleid van statelijke publieke entiteiten bestudeert, dient eerst duidelijkheid te schapen in
concepten zoals “Wat is een natie? Waarin verschilt een natie van een staat? Wat houdt soevereiniteit in?”

1. Natie: gemeenschap georganiseerd rondom symboliek, cultuur, geschiedenis, religie, etc.
2. Staat: is een juridisch begrip met volkenrechtelijke vereisten, nl territorium, erkenning, volk, eigen
functionele regering en geweldsmonopolie (intern en extern).

 Hoe kunnen we het statelijke buitenlands beleid dan definiëren? Dit gaat zowel over de inhoud als het
proces:

1. Focust op de doelstellingen die beleidsverantwoordelijken die de staat extern vertegenwoordigen,
trachten na te streven

3

, 2. Focust op de waarden die aan deze doelstellingen ten grondslag liggen.
3. Focust op de middelen/ instrumenten om die doelen na te streven.

6. VAN COMPARATIVE FOREIGN POLICY (CFP) NAAR FOREIGN POLICY ANALYSIS (FPA)

EERSTE GENERATIE: COMPARATIVE FOREIGN POLICY

Steunt op realisme en comparatieve politics (2 pijlers) Overstijgen van niet-cumulatieve beschrijvende studies.
Men ging op zoek naar spaarzame verklaringen door middel van analysetechnieken uit de sociale wetenschappen
(zoals vergelijken). Het was inductief (uitgaande van de feiten en verschijnselen, een verklarende theorie wordt
ontwikkeld) (langzaam cumulatief opbouwen van theorieën) en de methode was vaak kwantitatief geïnspireerd
(data in de vorm van gebeurtenissen of events). Men ging vooral naar de actoren (landen, regio’s, etc) zelf kijken,
omdat de macro-theorieën telkens wel iets misten, volgens de CFP.

Rosenau (1957) probeerde via een pre-theoretisch kader (obv analyseniveaus) komen tot een ‘middle range
theory’ en uiteindelijk tot een ‘grand theory’. Dit is echter nooit zover gekomen omwille van de beperktheid van
de aanpak, nl. een bijna uitsluitend positivistische, kwantitatieve aanpak. Dit is nu nog vaak het geval in de VS.
Gedurende de jaren ’40-’60 was er een Amerikaanse dominantie in het studiegebied.

 De CFP werd gekaderd in de kwantitatieve trend in de sociale wetenschappen (sponsoring van de VS
overheid voor dergelijke International Relations -IR- en Comparative Politics -CP- projecten).
 CFP werd gekaderd in de internationale situatie die werd gereflecteerd in IR (realisme, power politics) en
CP (moderniseringstheorie).

Dit leidde in IR tot spel-theoretische modellen, formele besluitvormingsmodellen van conflicten en allianties en in
CP tot modellen van ontwikkeling en modernisering.

 Resultaat: in CFP was er ook modellenbouw en de aanmaak van databases. CFP was tot dan vooral geënt op
theorieën uit IR, uit CP werd enkel de comparatieve methode gehaald.

OVERGANG VAN DE GENERATIES

Jaren 60: politieke gebeurtenissen leidden tot de nood aan aanpassingen van de theorieën.

 IR: dekolonisatie leidt tot aandacht voor niet-militaire vormen van macht en tot modellen van
interdependentie-theorieën en pluralisme, waarvoor kwantitatieve methodes minder of niet geschikt zijn.
 CP: moderniseringstheorie komt onder vuur te liggen en moet plaats maken voor meer gecompliceerde
‘binnenlandse’ studies.

 Resultaat is dat de grenzen tussen IR en CP vervagen. CFP lag al op de grens van de twee en krijgt door die
vervaging de kans om zich tot een zelfstandige discipline te ontwikkelen. Stilaan wordt aan deze discipline het
label ‘Foreign Policy Analysis’ gehecht.



7. TWEEDE GENERATIE: FOREIGN POLICY ANALYSIS

Jaren 70: het werd duidelijk dat zowel heel wat IR en CP werk ook voor FPA nuttig zou kunnen zijn. Men begon
diverse vraagstukken te behandelen, waardoor er verschillende aspecten samengebracht moesten worden, met
meer aandacht voor de binnenlandse politieke actoren. Men ging bijgevolg niet meer uitsluitend kwantitatief
maar ook kwalitatief analyseren.
 IR voorbeelden:


4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Caroverbraeken. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €17,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75323 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€17,39  5x  verkocht
  • (0)
  Kopen