Methodisch handelen
METHODISCH HANDELEN
Doelgericht gericht op ontwikkeling/handhaving
Bewust niet louter intuïtief, denken waar je naar toe wilt met je cliënt
Systematisch stap voor stap, soms kleinere tussenstappen maken om iets te bereiken
Procesmatig volgens plan, komen we dichter bij ons doel? Indien nee, acties bijsturen
Visies die methodische handelen illustreren
Ter Horst Problematische opvoedingssituatie (POS) vraagt om actie
→ opvoeder moet perspectief bieden
Kok Vraagstellingstype vraagt om actie
Broekaert Orthopedagogiek als handelingswetenschap
In wijsheid kiezen, zinvol (samen) handelen van opvoeders, kinderen en
opvoedingsomstandigheden, integreren van voelen, willen en denken, op planmatige wijze
→ We vertrekken steeds van ons handelen met de cliënt (samen handelen) en moeten daar ook steeds naar
terugkeren
→ Er is een voortdurende wisselwerking tussen theorie en handelen
WERKEN MET DOELEN
• Belangrijke vraag: ‘wie is de persoon die je wenst te ondersteunen, wat is zijn vraag, hoe kan je hem het
best ondersteunen?’ (intake-gesprek)
• Doelgroep: de mensen, die we in ons werk be-doel-en te bereiken (doelgroep-analyse)
• Belang van functionele relatie met doelgroep (cf. afstand – nabijheid)
Niet de bedoeling om mensen in een vakje te plaatsen, elke persoon is uniek en vraagt in principe een
geïndividualiseerde aanpak
1
, DE CYCLUS VAN HET ORTHOPEDAGOGISCH HANDELEN
≠ regulatieve cyclus
Als professionele begeleider kan je vier soorten plannen tegenkomen:
Instellingsplan/ Missie, visie en werkwijze vaan voorziening
beleidsplan vb. schoolwerkplan
Afdelingsplan Vertaling visie en missie uit het beleidsplan naar een concrete afdeling (agogische doelen
en werkzaamheden)
vb. afdeling met kinderen ASS / klaswerkplan
Individueel Bedoeld voor individuele cliënt
handelingsplan
Activiteitenplan Aanbod, doel en werkwijze van activiteiten
→ gericht op individu of groep
keuzes op basis van beginsituatie cliënt
• om wie gaat het? (doelgroep)
• waarom vindt de activiteit/handeling plaats?
• Wat vindt er plaats? (welke handelingen)
• Hoe moet het gebeuren? (wie doet wat en op welke manier)
plannen Begeleidingsstijl die je gericht kan inzetten
bijsturen uitvoeren
evalueren
• Product: werkdoelen bereikt?
• Proces (aspecten methodisch handelen):
hoe is het tot stand gekomen?
2
, Handelingsplanning binnen het
hulpverleningsproces
NAAMGEVING
Handelingsplanning handelingsplan
Proces: hoe gaan we met de cliënt aan de slag, Het neergeschreven product, waarin elke fase van de
plannen maken, doelstellingen en acties opstellen handelingsplanning is neergeschreven.
= hele cyclische proces dat ons handelen stuurt
Andere termen
Individueel ondersteuningsplan Vanuit support-denken
Zorgplan Medisch denken
Behandelplan Medisch denken: psychiatrie, therapeutische sectoren
Definitie van Rink (1986)
“Handelingsplanning is het gebeuren in de instelling waarbij functionarissen zich beraden over de manier
waarop de leefsituatie van hun cliënten verbeterd kan worden ten gevolge van hun eigen optreden naar de
cliënten toe…”
Gebeuren
= permanent, dynamisch, cyclisch: je bent er altijd mee bezig, het stopt nooit
Instelling
Niet alleen in residentiele sector, maar ook in ambulante HV
Functionarissen
Wie stelt het handelingsplan op?
Deskundigheidsmodel een expert/deskundige die het handelingsplan opstelt (vb. psychater,
hoofdopvoeder, orthopedagoog…)
3
, Betrokkenheidsmodel persoon die het nauwst betrokken is, is verantwoordelijk voor de acties die
genomen worden voor de cliënt
Participatiemodel De persoon zelf en zijn netwerk zijn ook betrokken bij het samenstellen van het
handelingsplannen
• in gesprek gaan met de persoon en zijn dichte netwerk en de
ondersteuningsschepen in kaart brengen) samen aan de slag gaan
• Naar dit model wordt gestreven
Leefsituatie
→ opvoeden gebeurt in een context
Herkennen en erkennen van variabele:
• K-variabele : diegene die begeleid worden
• O-variabeler : zij die begeleiding uitvoeren
• S-variabele: de hele situatie, context, omgeving
Eigen optreden
SAMEN handelen – kwaliteitsvol, methodisch, planmatig handelen
PLAATS HP IN HET HELE HULPVERLENINGSPROCES
Drie procesfasen
1) Probleem Vanaf hier vorm je al een beeld van de persoon en zijn context
stellen/signaleren (vb. mama gaat naar CLB omdat dochter niet wil slapen → kan ook door cliënt zelf!)
2) Probleemanalyse Echte vraag of ondersteuningsvragen cliënt/cliëntsysteem
(vb. dochter verwoordt dat ze niet wilt slapen, omdat ouders ruzie maken)
3) Ontwerpen Wie heeft ondersteuning nodig en wanneer en wie gaat het uitvoeren
hulp/ondersteunings- (vb. CLB, relatietherapeut)
aanbod • Duidelijke formulering hulpvraag/vragen
• Indicatiestelling: aan wie? Waar? Hoelang?
➔ Geheel moet duidelijk worden in een intakegesprek
4