Praktijkvoorbeelden: van enkelvoudige intrestberekening (financiële instrumenten met kortere
looptijden)
- zichtdeposito’s
- termijnrekeningen (vaste termijn bepaald, vroeger <1j, nu mogelijk langer)
- spaardeposito’s (zonder een bepaalde termijn)
1. Gereglementeerde “: basisrente + getrouwheidspremie (geen RV op eerste schijf intrest)
2. Hoogrentende “: wel RV op alle intresten + bruto-intrestvergoeding hoger
Praktijkvoorbeelden: van samengestelde intrestberekening (financiële instrumenten met langere
looptijden, >1j)
- kasbon
- kapitalisatiebon (beide documenten van schuldvordering, nominale waarde wordt
terugbetaald op de vervaldag, uitgegeven door kredietinstellingen)
- staatsbon (4* per jaar uitgegeven voor de staat)
- verzekeringsbon (uitgegeven door verzekeringsmaatschappijen, kenmerk: combineren
levensverzekeringscontracten met een belegging)
Praktijkvoorbeelden: annuïteiten
- kasbon
- kapitalisatiebon (indien de couponbedragen aan deze instrumenten niet veranderen over de
looptijd kunnen deze gezien worden als een annuïteit)
Soorten leningen
- bullet loan: ineens aflosbare lening (V0 gebeurt ineens, op het einde van de looptijd, id
praktijk aangegaan door grote bedrijven/ staat, obligaties zijn een vb ve bullet loan)
(intrestbetalingen jaarlijks of samen met de aflossing van het nominaal bedrag)
- leningen met degressieve annuïteitsbedragen (vaste kapitaalaflossing) (V0/n betalen op het
einde van elke periode, te betalen rente wordt telkens kleiner, som aflossing en rente =
annuïteitsbedrag: wordt elke periode kleiner)
- lening terugbetaalbaar met constante annuïteiten (rentebestanddeel wordt kleiner,
aflossingsbestanddeel wordt groter)
Praktijkvoorbeelden: overzicht belangrijkste kredieten aan het bedrijfsleven
- kredietopening (kredietopeningsovereenkomst (looptijd, rente, provisie, maximumbedrag,
…), krediet is een “geldreserve”: geen effectief gebruik verplicht itt lening (= voor een
specifieke besteding) mogelijkheid tot heropnamen itt lening)
- kaskrediet (kredietvorm waarbij de cliënt, tot een afgesproken max, ih rood kan gaan)
(kostprijs: basisrentevoet + een marge + een commissievergoeding (provisie) + eenmalige
kosten) (commissies: reservatie-, overschrijdings-) (rente (=basisrentevoet + marge) is niet
verschuldigd indien het krediet niet benut werd, en enkel op gebruikte krediet) (aangegaan
door bedrijven zelfstandigen, door de relatief hoge kostprijs: vaak voor korte periodes, dan
valt dit niet duur uit)
- varianten kaskrediet: (specifiek doel)
straight loan: alternatieve kortetermijnkrediet (vast bedrag, vaste termijn, vaak
goedkoper dan gewoon kaskrediet: dit vereist geen onmiddellijke ter beschikking
stelling van additionele liquiditeiten door de bank)