Verstandelijke beperking
Historiek
Voorgeschiedenis
• Voor 1800: algemene desinteresse
• Woolfson probeert dit beeld te doorbreken – ‘Archipathologica’: beschrijven ‘amentia’ en ‘dementia’ met
diagnose en behandeling → steunt op medische kennis en extreme behandelingsmethodes
• Asielen waar ‘onaangepasten’ werden samengebracht ter bescherming van maatschappij zonder
behandeling of enige simulatie
• Van Gennep: situeert opsluiting/bewaring tegen achtergrond van overlap feodale naar burgerlijk tijdperk
o Schuldbeladen mens (erfzonde) → vrije, ontwikkelende, levensblij mens (humanisten)
o Dogma’s en tradities (bovennatuurlijke) → waarnemingen en experiment
Enkele pioniers
Pinel • Beschrijving psychiatrische ziektebeelden
• Onderscheid verstandelijke beperking en krankzinnigheid
Esquirol • Directeur
(leerling 1) ‘La Salpetière’ (17e eeuw) : ‘Hospitaal’ met als doel bedelaars en marginalen verblijf te
Pinel) bezorgen
2) L’Hospice de Bicêtre (19e eeuw): echt ziekenhuis
• Idiotie tot drietal deelgroepen: verwarden, dementen en idoten
Itard • ‘De wilde van Aveyron’ → theorievorming en verzorging mensen met VP: medisch-
pedagogische benadering (Sensorische elementen > taal > abstract denken)
• Natuurwetenschappelijke methode → juiste therapeutische en opvoedkundige behandeling
Séquin • Werk Itard verderzetten + kritiek werkwijze
• Richtte school op voor ‘idioten’
• Uitwerken onderwijsmethode op basis van stimuleren zintuigelijke functies
• Kern van idiotie Itard: sensorische aspecten → Séquin: eerste stap, intellectuele (verstand) en
morele (ziel) volgende stappen
1
,In Vlaanderen
• Kanunnik Triest: oprichter broeders en zusters van liefde (groep zorg orthopedagogische ondersteuning)
• Dr. Guislain: hoofdgeneesheer in krankzinnigengesticht in Gent
o Psychiatrische problemen worden veroorzaakt door stoornissen in het gemoed (niet in rede)
→ humanitaire/menslievende aspecten essentieel bij behandeling
Enkele inrichtingen
• 1850 eerste inrichtingen: psyche kon niet ziek worden, omdat ze door God geschapen zou zijn, lichamelijke
problemen wel als stoorzender bij uitoefenen functies
• Abendberg (Guggenbühl): natuurfilosofische opvattingen → conflict nieuwe ideeën Duitse psychiatrie:
psychische stoornissen = ziekten van hersenen
• Howe gefascineerd door oorzaken (degeneratie van mensensoort: gezondheidstoestand ouders, pogingen
tot abortus…) → voorkomen van ‘handicaps’ in volgende generaties te verminderen
Pedagogisch optimisme in de verdrukking
Eerste pioniers: sociaal bewustzijn en filantropie (liefde voor de mens: zorgen voor, verbeteren van…)
→ Later (beïnvloed door):
• groeiende belangstelling lichaam, hersenen
• positivisme (Comte) filosofie
• verstedelijking + industrialisering
• evolutiegedachte + uitwerken erfgelijkheidswetten (Mendel)
• Aandacht uiterlijke, lichamelijke kenmerken (Down: ‘mongolisme’)
Biologische zoektocht + minderwaardigheid maatschappij: stamboomstudies → VP in verband met criminaliteit,
armoede en leven aan zijkant (zuiver erfgelijkheidsperspectief)
→ uitstoting personen VP + ondergebracht in inrichtingen ter bescherming maatschappij + Amerika:
sterilisatiewetten
2
,Psychometrische richting
• Binet en Simon: methode om kinderen op te sporen met lichtere vorm van VP → natuurlijke intelligentie
• Goddard: VP is trainbaar, maar in functie van aangeboren – verminderde – mogelijkheden
• Terman: intelligentiequotiënt – IQ = erfelijk en onveranderlijk – raskwaliteiten
Eerste tekenen van kentering
Vanaf 1925 visie onder druk van criticit
• Resultaten onderzoek naar levenssituatie ex-cliënten inrichting (Fernald): goed handhaven in mij
• Wetenschappers protesteerden tegen overgeneralisaties en methodologisch geknoei in studies met
eugenetisch karakter
• IOWA-studies (Skeels, Oye, Skodak): nature-nurture
o Risico-kinderen (IQ) na verblijf in pedagogisch stimulerende omgeving → normaal IQ
→ opvoeding en sociale groep = beïnvloedende factoren (op gelijke hoogte erfgelijkheid)
Na 1950
Worsteling
Trage, houdende strekking progressieve op verandering gerichte strekking
→ Voortzetten instuutgericht denken → gelooft in ontwikkeling, integratie als
medeburgerschap
Belangrijke tegenstroom = studies Bowbly en Spitz
= wijzen op gevaar ontwikkelingsstoornissen bij mensen die lange tijd in inrichtingen bleven
→ gebrek aan stimulans, warme vaste relaties als oorzaken van verwaarlozing en deprevatie
3
, Goffman: ‘total institutions’
Kenmerken:
• Barrière sociaal contact met buitenwereld
• Menselijke behoeften geregeld op basis van bureaucratische organisatie
• Wonen, werken en vrije tijd op eenzelfde plaats onder eenzelfde gezag
• Samen met anderen die dezelfde dingen doen
→ gevolgen:
• Persoonlijkheid aangetast/afgebroken
• Persoonlijke veiligheid verloren
• Privacy geschonden
• Leven in sfeer van extreme sociale controle (bovenaf/onderling)
• Verliezen mogelijkheid om autonoom te handelen
Normalisatieprincipe (Nirje)
= alle personen met een VP in levensomstandigheden moeten worden gebracht die zo dicht mogelijk de gewone
omstandigheden van een samenleving benaderen
Theoretische stromingen: nadruk ontwikkelingsmogelijkheden
→ veranderings- en verbeteringspogingen binnen inrichtingen: kleinschaliger, ouderparticipatie,
bewonersinspraak, werkvormen buiten inrichten (thuis begeleiding en begeleid wonen)
De paradigma-omslag vanaf jaren 1990: ‘Disability studies’
• Emancipatie → empowerment: verlenen van kracht en macht
o Rights, Responsablities en Risks
• Nieuw theoretisch kader: handicap met volgende kenmerken:
o Disability niet inherent aan individu, maar in termen van sociale structuren
o Secundaire preventie (≠ primaire)
o Disability = verschil (≠ anomalie)
o Interactie tussen individu en samenleving staat centraal
o Inclusie is publieke verantwoordelijkheid
4