LEERPADEN MZG
1. LEERPAD 1: ENGAGEREN
Wat leer je in dit leerpad?
Het belang van het proces engageren duiden
De aandachtspunten en valkuilen bij een eerste gesprek herkennen
Basis gesprekstechnische vaardigheden herkennen en benoemen die centraal staan bij het proces
van engageren
Engageren = het proces waarbij patiënt en hulpverlener een helpende werkrelatie vestigen die gekenmerkt
wordt door wederzijds vertrouwen en respect. Engagement is de relationele fundering van het proces, een
vereiste voor alles wat volgt
1.1 HET EERSTE GESPREK
Het initiële contact of eerste gesprek is cruciaal voor succesvol engagement aangezien het de toon zet en
verwachtingen over het verdere verloop schept.
Patiënten zullen tijdens een eerste gesprek al snel uitmaken in welke mate ze de hulpverlener
vertrouwen, hoe ze zich voelen bij het contact, en of ze al dan niet willen terugkomen.
Uit onderzoek blijkt dat de inschatting van de patiënt van de kwaliteit van de werkrelatie voorspellend
is voor (lange-termijn) uitkomsten, therapietrouw, en drop-out.
Vragen die patiënten zich typisch zullen stellen tijdens het eerste contact zijn:
Voel ik me gerespecteerd door deze hulpverlener?
Luistert de hulpverlener naar me en begrijpt hij of zij me?
Vertrouw ik de hulpverlener?
Kan ik zelf iets inbrengen in dit gesprek?
Stemt de hulpverlener het gesprek op mij af in plaats van een standaard benadering?
Het is voor de hulpverlener cruciaal om de mate van engagement goed in te schatten. Een aantal vragen die de
hulpverlener zich daarbij best stelt zijn:
Voelt de patiënt zich comfortabel bij dit gesprek?
Hoe ondersteunend en helpend ben ik?
Begrijp ik het perspectief en de bekommernissen van deze patiënt?
Hoe comfortabel voel ik me bij dit gesprek?
Voelt dit aan als een samenwerkend partnerschap?
,1.2 VALKUILEN
Mogelijke valkuilen tijdens een eerste gesprek: de acties van de hulpverlener zijn vaak bepalend voor al dan
niet succesvol engagement. Het is daarom van belang om tijdens dit eerste gesprek, maar eigenlijk ook bij elk
verder contact met de patiënt, waakzaam te zijn voor een aantal typische valkuilen, die eerder aanleiding
geven tot disengagement.
1.2.1 DE VALKUIL VAN ASSESSMENT
= valkuil van vraag – en – antwoord
Vaak hebben hulpverleners het gevoel dat ze pas helpend kunnen zijn als ze veel informatie hebben vanuit
dit gevoel krijgt het gesprek vaak de vorm van een intake, waarbij de hulpverlener de ene na de andere vraag
stelt die de patiënt dan telkens kort antwoordt (gesloten vragen, zie verder).
Deze strategie wordt ook soms gebruikt wanneer de hulpverlener zich onzeker voelt, om zo het gevoel
van controle te vergroten.
Het nadeel van dergelijk format = dat het de verwachting schept van een bepaalde rolverdeling, namelijk de
actieve behandelaar , die de touwtjes in handen houdt en vooral de eigen agenda nastreeft, en de passieve
patiënt, die slechts oppervlakkig aan het woord is en weinig ruimte krijgt om te exploreren.
1.2.2 DE VALKUIL VAN ONPARTIJDIGHEID
Een enthousiast en competent hulpverlener, die een probleem identificeert, zal vanuit de oprechte wens om
de patiënt te helpen, vaak geneigd zijn om een gedragsverandering voor te schrijven.
Dergelijke benadering kan prima werken in de curatieve geneeskunde bij acute klachten, waar de
patiënt een arts consulteert met de verwachting dat deze een behandeling voorschrijft om het
probleem op te lossen.
Wanneer het echter gaat om persoonlijke gedragsverandering is dit minder aangewezen. Patiënten
voelen zich immers vaak ambivalent over het betreffende gedrag, en wanneer de hulpverlener zich
positioneert aan de "veranderkant", lokt dit bij de patiënt net argumenten voor de "behoudkant" uit.
1.2.3 DE VALKUIL VAN EXPERTISE TONEN
= deze valkuil is een specifieke vorm van partijdigheid.
Om de argumenten voor gedragsverandering kracht bij te zetten, gebeurt het soms dat de hulpverlener de
indruk wekt alle wijsheid in pacht te hebben (ik als hulpverlener weet precies wat er moet gebeuren). De
patiënt wordt op die manier in een passieve rol gedrongen en voelt zich de les gespeld, wat niet zelden leidt
tot weerstand, terwijl de hulpverlener niet begrijpt waarom de patiënt het goedbedoelde advies niet opvolgt
(zie leerpad 2, onderdeel 'adviseren').
Als hulpverlener impliciet en expliciet laten ontvallen dat je de juiste antwoorden hebt en 'het beter
weet' is een dooddoener voor een open en respectvolle samenwerking.
,1.2.4 DE VALKUIL VAN ETIKETTEN PLAKKEN
= specifieke vorm van de valkuil van partijdigheid
De hulpverlener wil focussen op een bepaald probleem, en kleeft er een (diagnostisch) label op om de
patiënt te overtuigen van het belang. Sommigen geloven dat het voor een patiënt cruciaal is om de
diagnose van de hulpverlener te erkennen en aanvaarden.
Echter, omdat deze labels vaak stigmatiserend zijn, kan dit oncomfortabel aanvoelen voor de patiënt,
en het hoeft dan ook niet te verwonderen dat deze hiertegen in het verweer gaat.
1.2.5 DE VALKUIL VAN OVERHAASTE FOCUS
= hulpverlener wil aan de slag gaan met een specifiek probleem zonder rekening te houden met de prioriteiten
van de patiënt.
Typisch: wanneer de hulpverlener liever niet teveel tijd verliest en meteen wil inzoomen op het
“relevante gedrag”
De patiënt heeft vaak andere prioriteiten, en ziet niet altijd het belang van het probleemgedrag dat
aangereikt wordt door de hulpverlener
Gebrek aan aandacht voor het perspectief en de zorgen van de patiënt, vergroot de kans op defensieve
reacties, en kan ertoe leiden dat er een worsteling ontstaan over wat nu wel en niet besproken dient te
worden.
Wat hier met andere woorden gebeurt is dat de hulpverlener reeds begint te focussen vooraleer er
engagement is, dus vooraleer er een werkrelatie gevestigd is en gemeenschappelijke doelen
geformuleerd zijn.
1.2.6 DE VALKUIL VAN DE SCHULVRAAG
= het impliciet suggereren of expliciet aangeven dat de patiënt verantwoordelijk is voor de huidige situatie lokt
defensieve reacties uit.
Ook het zich negatief uitlaten over signalen van de patiënt waaruit blijkt dat die het minder tot niet
prioritair vindt om te veranderen, werkt contraproductief.
Soms gebeurt het ook dat de patiënt zelf reeds bezorgd is dat het probleem is ontstaan door zijn of
haar eigen fout dit bevestigen is niet aangewezen, omdat het de neutraliteit van de hulpverlener
aantast, en geen veilig klimaat voor exploratie biedt.
, 1.2.6.1 OEFENINGEN VALKUILEN
Welke valkuil herken je in het onderstaande gespreksfragment:
Hulpverlener: Ik had begrepen dat de huisarts je doorgestuurd had, wat kan ik voor jou betekenen?
Cliënt: Ik zou graag stoppen met roken.
Hulpverlener: Dat is een goed idee, wanneer ben je van plan je rookstop te laten ingaan?
Cliënt: Euh ja... Ik had nog geen concrete plannen gemaakt...
A. Assessment
B. Partijdigheid De valkuil van assessment of partijdigheid is niet fout, maar de
C. Expertise tonen valkuil van overhaaste focus past hier het beste. De hulpverlener
D. Etiketten plakken gaat hier namelijk onmiddellijk over tot actie, zonder o.a. eerst de
E. Overhaaste focus ambivalentie te bespreken.
F. Schuldvraag
Welke valkuil herken je in het onderstaande gespreksfragment:
Hulpverlener: Je bent naar hier gekomen omdat je het advies gekregen hebt om gewicht te verliezen?
Cliënt: Inderdaad, dat zou beter zijn voor mijn gezondheid.
Hulpverlener: Heb je al eerder geprobeerd om gewicht te verliezen?
Cliënt: Ja, maar dat ging niet zo goed.
Hulpverlener: Hoeveel gewicht heb je toen verloren?
Cliënt: Zo’n 5 kg maar.
Hulpverlener: Hoelang heb je dat toen volgehouden?
Cliënt: Niet lang, zo'n 4 weken...
A. Assessment
De gespreksstijl van de hulpverlener biedt globaal gezien niet zoveel
B. Partijdigheid
veiligheid en kan daardoor schuldinducerend of 'overhaast'
C. Expertise tonen
overkomen, maar de valkuil van assessment primeert hier. Juist, de
D. Etiketten plakken
cliënt wordt hier door een vragenvuur onderworpen.
E. Overhaaste focus
F. Schuldvraag
Welke valkuil herken je in het onderstaande gespreksfragment:
Cliënt: Als ik eerlijk ben zou ik toch liever wat minder drinken.
Hulpverlener: Minder drinken of niets meer drinken?
Cliënt: Ik denk dat ik liever gewoon wat afbouw.
Hulpverlener: We weten eigenlijk uit de literatuur dat je best volledig stopt met drinken...
A. Assessment
B. Partijdigheid
Er zijn een aantal antwoorden mogelijk, maar 1 valkuil treedt hier
C. Expertise tonen
toch op de voorgrond: de valkuil van expertise tonen
D. Etiketten plakken
E. Overhaaste focus Juist, de hulpverlener probeert de cliënt te overtuigen met behulp
F. Schuldvraag van wetenschappelijke kennis