Les 1: De polis en de megapolis: organisatie van een samenleving door architectuur;
Griekse Oudheid
Samenvatting van het college:
Wanneer we over de Klassieke Oudheid spreken denken we aan Griekenland en Rome, aan klassieke
zuilenordes en aan tempels.
Rome wordt vaak als een continuïteit van Griekenland beschouwd. In de achttiende eeuw werden de
Romeinse kunst en architectuur zelfs als een flauw afkooksel van de Griekse cultuur beschouwd. Zoals
in het college over Rome besproken wordt, zal dit in de achttiende eeuw leiden tot een heuse
controverse tussen bvb. Winckelmann (een prominent archeoloog) en Piranesi (architect en
archeoloog) waarbij de eerste het sublieme van de Griekse pure, zuivere kunst prijst en Piranesi een
pleidooi houdt voor het genie van de Romeinse ingenieurskunst.
Het is inderdaad in het spanningsveld tussen pure esthetiek en ingenieurskunst dat de Griekse en de
Romeinse architectuur bestudeerd dient.
Er is sprake van een zeker continuïteit
- in het gebruik van de ordes (de canon van de zuilen),
-in het gebruik van polychromie (gebruik van een variatie van kleur op de verschillende
bouwelementen)
- in de populariteit van bepaalde typologieën (typologie is een gebouwtype;) bvb. tempels en theaters.
Toch zijn er fundamentele verschillen die voornamelijk waarneembaar zijn in de constructie en de
gebruikte technieken, de schaal van de gebouwen, hun inplanting en benaderingswijze. Deze zijn het
gevolg van:
-een ander maatschappelijk bestel
-verschillende culturele invloeden
-bouwtechnische evoluties
Kort samengevat:
Maatschappelijk
-De Griekse maatschappij is georganiseerd rond de polis (stadstaat). De poleis zijn relatief kleinschalig
en integreren zich in de omgeving, de stedelijke structuur groeit vnl. organisch rond het religieuze-
politieke centrum. Verschillende kleine polissen met gemeenschappelijke identiteit.
De Romeinse maatschappij daarentegen zal uitgroeien tot een mondain imperium. Het rijk wordt
centraal bestuurd. Ook in de architectuurprojecten van de staat is er sprake van centralisatie,
propaganda en doorgedreven stadsplanning
Bouwtechnisch
-De archaïsche en klassieke Griekse cultuur streeft vnl. naar het vervolmaken van bestaande
bouwtradities, kunsttradities die zich rond de Egeïsche zee hebben ontwikkeld. Kleinschaligheid, geen
grote infrastructuur dus focus op esthetiek.
,De Romeinse cultuur, zal ten gevolge van het uitgestrekte imperium in aanraking komen met erg
verschillende culturen en zal dus erg diverse invloeden kennen. Assimilatie (integreren) is een
belangrijk kenmerk van de Romeinse architectuur.
-De Griekse constructie steunt op het principe van de zuil en de architraaf. Afwisseling tussen massa
en leegte
De Romeinen vervangen de architraafbalk door de boog en het gewelf. Zodoende worden grotere
overspanningen mogelijk en variaties in het grondplan. En grote volumes geschapen
De sleutelwoorden van de eerste twee colleges zijn:
Grieken: Perfectioneren, proportie, harmonie, integratie in het landschap , esthetiek, zuil en architraaf
Rome: Assimilatie, technisch vernuft, functionalisme, barok, boog en gewelf
GRIEKENLAND
Belangrijke figuren : perikles (495-429 BCE)
Fases :
archaïsche fase : politiek instabiel tegenover culturele bloei, axiale hoke (harmonie landschap)
klassieke fase : architectuur, kunst, optische correcties
hellenisme : verspreiden griekenland
1) Griekse erfenis
Minoïsche beschaving (2000-1400BCE)
- paleis van Knossos, ca. 2000-1100 BCE, Kreta
- mythologie : minotaurus
-architect daedalus , archeologie Arthur John Evans
, - kenmerken : realisme en integratie natuur, polychromie en megaron grondplan (groot
gebouw met 1 verdieping ) zuil-architraafsysteem
- Leeuwenpoort, ca. 1250 BCE., Mycene
-archeoloog Heinrich Schliemann
- cyclopenmuur
- basis griekse bouwprincipes ZUIL – ARCHITRAAF – TYMPAAN
Algemene kenmerken ordes
- Zuil : basis ,schacht, kapiteel
- Entablement : architraaf , fries, kroonlijst
- Fronton : tympaan, sima
, - De modulus en de intercolumnië
algemeen aanvaarde maat in de Griekse architectuur die voor verschillende proporties van
een gebouw van toepassing is. De maateenheid die de verhoudingen tussen de delen van
een gebouw beheerst, de universele proporties.
Vitruvius ontwikkelde een module met van het menselijk lichaam afgeleide maatreeksen
en schreef over ordinatio: schoonheid door universele proporties. Intercolumnië is afstand
tussen zuilen
- De Dorische, Ionische en Korintische orde
- acanthusbladeren
- Vrijstaande zuil (stoa van Atalos 159-138 BCE) vs. halfzuil (agora van Milete)
-