Leerpad C – zorg voor postoperatieve wonden
1. zorg voor patiënt met een chirurgische wondnaad
1.1 chirurgische wondnaad
⇒ ideale wonde/primaire wondgenezing: geen dood weefsel, goede doorbloeding,
steriele wonde, geen infectie
⇒ droog aseptische wonde: geslote, steriele wonde met weinig tot geen exsudaat,
gladden randen zijn steriel en gesloten
- Uitgestelde primaire wondgenezing: wanneer de wonde pas na enkele
dagen sluit bv. door infectie, te veel vocht
- Secundaire wondgenezing: wanneer de wonde sluit na granulatie, dit duurt
ook langer
1.2 droog aseptisch verband (DAV)
⇒ Droog: wonde mag geen vochtige wonde zijn
⇒ aseptisch: wonde mag niet besmet zijn en heeft ongecompliceerde primaire
wondgenezing
⇒ verband: bevat verbandwissel dat moet vervangen worden
1.2.1 frequentie van de verbandwissel
⇒ eerste 48u moet wonde gesloten blijven, 1 ste laag epitheelcellen sluit in deze tijd en
er mag dan absoluut geen contaminatie zijn
- Tenzij: onverklaarbare koorts, pijn, jeuk, los, doorbloed/vochtig, voor inspectie
1.2.2 de techniek van verbandwissel
- No-touch techniek: door steriele pincet en kompressen evt. steriel veld
- Ga van proper van vuil tegen contaminatie (eerst wonde dan omgeving)
- Wondomgeving = hele oppervlak onder verband
- Plaats waar wonde exsudeert is meest vuile stuk
1.2.3 verbandkeuze
⇒ het is heel belangrijk de wonde dicht te laten voor het voorkomen van infecties bij
postoperaties (sommige zeggen zelfs dat je ze soms kan openlaten)
- Celdeling gaat gepaard met optimale lichaamstemperatuur en door openlaten
kan dit niet worden gegarandeerd
- Polyurethaan eilandverband lijkt beste verband door:
o Semi-permeabiliteit
o Ondoorlaatbaar voor bacteriën
o Vereist minder verbandwissel
o Is bestand tegen douchen en biedt bescherming tegen water, mogelijk
om wonde en exsudaat te inspecteren
o Laag allergeen dus rekening met comfort patiënt
1.2.4 rapportage
1
, - Tekenen van infectie: omgeving, rood, gezwollen, warm en pijnlijk (geen
inflammatiefase dus), geur, geelgroen vocht (etter), nefaste wondgenezing,
- Exsudaat: bloed, etter, sereus of sero-sanguineus vocht, hoeveelheid, kleur
en geur
- Wondranden: mooi tegen elkaar, overal gesloten, verweekt, onderhuids
hematoom
- Hechtingsmateriaal: draadjes, haakjes, pleister, lijm, hoeveel geplaatst en
hoeveel nog aanwezig? Hoeveel onlangs verwijderd?
- Verband: of het moet worden vervangen of niet en welke reden
- Positieve of negatieve evolutie vd wondgenezing
- Beleving patiënt
1.2.5 hechtingsmateriaal
Doel: het sluiten van het door weefseltrauma gescheiden weefsel met elkaar door
hechtingsmateriaal, tot wondheling.
- Sluiten van een openstaande wonde
- Ingangspoort voor infectie verkleinen
- Bloeding stelpen
- Esthetisch mooier litteken
- Voorkomen van holtevorming waar vochtopstapeling mogelijk is
Primaire hechting: waarbij elke weefsellaag afzonderlijk wordt gehecht
Secundaire hechting: waar verschillende weefsellagen aan elke zijde vd primaire
hechting wordt aangelegd bv. steunhechting en spanning verminderen bij obesitas.
1.2.5.1 hechtingsdraad
- Resorbeerbaar draad: wordt afgebroken in het lichaam bv. voor in mucosa
- Niet-resorbeerbare draad: breekt niet af en moet worden verwijderd
o Inwendig: blijft permanent aanwezig
o Uitwendig gebruik: wordt verwijderd
- Onderbroken hechtingen (knoophechtingen):
o Gewone onderbroken punten: met stitch cutter/schaar
o Donati punten
o X-punten (achtvormige punten)
o Perforerende punten (u-punten of matrassteken)
o Allgöwer punten
- Doorlopende hechtingen:
o Intradermale hechting: gewoon trekken aan knoop
o Beursnaad: bij thoraxdrain
1.2.5.1 haakjes
- Voor mooie en rechtlijnige wonden
- Wonden op een niet-esthetische plaats (hoofdhuid)
- Wonden met grote omvang door tijdswinst
- Wordt verwijderd met staple remover
2