GRONDIGE STUDIE BOEKHOUDRECHT
(als ik typ: vennootschap dan is het eigenlijk vennootschap, VZW, IVZW of stichting.
Artikel 1-22 WVV: Deelnemingen
Deelneming: duurzame band met andere vennootschap om zo invloed uit te oefenen op het beleid
van die vennootschap.
Weerlegbaar vermoeden van een deelneming:
- 10% of meer in de aandelen
- Minder dan 10% van de aandelen maar:
o Wanneer ze samen met een dochtervennootschap wel 10% bereikt
Artikel 1-23 WVV: Vennootschappen waarmee deelnemingsverhouding bestaat:
Onder “vennootschappen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat”, wordt verstaan, de
vennootschappen die geen verbonden vennootschappen zijn:
1) Waarin de vennootschap, dan wel haar dochters een deelneming aanhouden
2) Die rechtstreek of via hun dochters een deelneming in het kapitaal van de vennootschap
aanhouden
3) Die dochters zijn van de vennootschappen bedoeld in 2
Artikel 1-24 WVV: Kleine vennootschappen
§ 1 Kleine vennootschap: (indien ze niet meer dan 1 van de volgende criteria overschrijden
- 50 werknemers (jaargemiddelde)
- Omzet: 9 miljoen (excl. btw)
- Balanstotaal: 4.5 miljoen
§ 2 Wanneer meer dan 1 van criteria wordt overschreden heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich
gedurende 2 achtereenvolgende boekjaren voordoet.
§3 Voor startende vennootschappen moeten de cijfers ter goeder trouw worden geschat.
§4 Duur van meer of minder dan 12 maand (max 24maand) dan wordt een breuk toegepast op de
omzet. (teller: volle maanden en elke gestarte maand telt voor een volle maand)
§5 tewerkgestelden: FTE
Wanneer de opbrengsten die voortspruiten uit het gewoon bedrijf van een vennootschap voor meer
dan de helft bestaan uit opbrengsten die niet aan de omschrijving beantwoorden van de post
“omzet”, dan wordt voor de toepassing van paragraaf 1 onder omzet verstaan: het totaal van de
bedrijfs- en financiële opbrengsten met uitsluiting van de niet-recurrente opbrengsten.
(is omdat bepaalde vennootschappen zoals beleggingsvennootschappen zeer groot zijn maar niet
veel omzet hebben. Ze hebben vooral financiële opbrengsten)
§6 Als de vennootschap met één of meer andere vennootschappen is verbonden als bedoeld in
artikel 1:20, worden de criteria inzake omzet en balanstotaal berekend op geconsolideerde basis.
Wat werknemers betreft, moet je kijken naar totaal van de groep .
Indien men niet wil consolideren dan worden deze grensbedragen betreffende het balanstotaal en
de netto-omzet vermeerderd met 20%.
§7 Voor dit artikel wordt consortium gelijkgesteld met moedervennootschap. Paragraaf 6 is enkel van
toepassing op moedervennootschappen (en niet-moeders opgericht voor het ontwijken van info)
1
,+ PPT GROOTTECRITERIA:
https://ufora.ugent.be/d2l/le/content/446706/viewContent/1050907/View
KLEINE VENNOOTSCHAPPEN betalen op eerste schijf van 100K betalen slechts 20% ipv 25% (Voor
deze regel is paragraaf 7 niet van toepassing) dwz dat voor deze regel iedereen op geconsolideerde
basis moet worden aanzien. Omdat je anders een grote vennootschap zou kunnen opsplitsen in veel
kleine om zo slechts 20% te betalen.
Artikel 1-25 WVV: Micro vennootschappen
§ 1: die geen dochter of moedervennootschappen en niet meer dan 1 van de volgende criteria
overschrijden:
- 10 werknemers
- 700.000 omzet
- 350.000 balanstotaal
§ 2: 1:24 2 tot 5 en 8 ook van toepassing.
HOODFSTUK 2: GROEPEN VAN BEPERKTE OMVANG:
Artikel 1-26 WVV: groep van beperkte omvang
§ 1 Een vennootschap samen met haar dochtervennootschappen of vennootschappen die een
consortium vormen, zijn een groep van beperkte omvang indien ze op geconsolideerde basis niet
meer dan 1 van de volgende criteria overschrijden:
- 250 werknemers
- 34M omzet
- 17M balanstotaal
§ 2 Artikel 1-24 § 2 is van toepassing
Artikel 1-24 § 5 over omzetvoorwaarde is van toepassing
§ 3 de grenzen kunnen ook worden verhoogd met 20% indien bepaalde voorwaarden niet worden
voldaan.
2
,KB WVV: Jaarrekening
Hoofdstuk 1. Algemene principes
Artikel 3-1 KB WVV: getrouw beeld
De jaarrekening moet een getrouw beeld geven. Indien hieraan niet wordt voldaan moet extra
inlichting worden gegeven.
Artikel 3-2 KB WVV
§ 1 De jaarrekening moet duidelijk worden opgesteld en stelselmatig weergeven van , enerzijds de
bezittingen en rechten, haar schulden en verplichtingen en eigen middelen, en anderzijds het bedrag
van haar kosten en haar opbrengsten.
§ 2 Compensatie tussen tegoeden en schulden, tussen rechten en verplichtingen en tussen kosten en
opbrengsten is verboden, behalve in de gevallen voorzien door deze titel, titel 2 of titel 3 van
onderhavig boek. In dergelijke gevallen worden de te verrekenen bedragen als brutobedragen in de
toelichting bij de jaarrekening vermeld.
§ 3 In de toelichting worden per soort vermeld de rechten en verplichtingen die niet in de balans
voorkomen en die het vermogen, de financiële positie of het resultaat van de vennootschap
aanmerkelijk kunnen beïnvloeden (gaat over de 0 rekening. Als je bijvoorbeeld borg staat voor een
andere onderneming)
Belangrijke rechten en verplichtingen die niet kunnen worden becijferd, worden op passende wijze
vermeld in de toelichting.
Artikel 3-3 KB WVV
§ 1 De balans wordt opgesteld na toewijzing, dit wil zeggen, rekening houdend met de beslissingen
tot besteding van het saldo van de resultatenrekening en van het overgedragen resultaat.
>De RvB zal dus voorstel doen aan AV wat te doen met het resultaat.
Wanneer die toewijzing bij gebreke van een beslissing van het bevoegde orgaan niet definitief is,
wordt de balans opgesteld onder de opschortende voorwaarde van die beslissing
§ 2 De beginbalans moet overeenstemmen met de eindbalans van het vorige boekjaar.
>onverminderd art 3:59 2e lid. Dit stelt dat als de jaren niet vergelijkbaar zijn, de bedragen
van het voorgaande boekjaar mogen worden aangepast. + vermelding in toelichting.
Artikel 3-4 KB WVV: werkelijkheid
We moeten alles opnemen conform de werkelijkheid: Artikel zelf:(Het rekeningenstelsel van de
vennootschap moet zodanig worden opgevat of aangepast dat de balans en de resultatenrekening
zonder toevoeging of weglating voortvloeien uit de balans van de des betreffende rekeningen.)
Artikel 3-5 KB WVV: EURO
In de jaarrekening worden de bedragen in euro uitgedrukt.
3
, HOOFDSTUK 2: WAARDERINGSREGELS
Artikel 3-6 KB WVV
Going concern:
§ 1 Het bestuursorgaan van de vennootschap bepaalt de regels die gelden voor de waardering van de
inventaris. Deze regels worden bepaald met nakoming van de bepalingen van deze titel, titel 2 en
titel 3, doch rekening houdende met de eigen kenmerken van de. Deze regels worden samengevat in
de toelichting. Onverminderd paragraaf 2 wordt bij de vaststelling en toepassing van deze
waarderingsregels ervan uitgegaan dat de vennootschap haar bedrijf zal voortzetten
Geen going concern:
§ 2 De bepalingen van deze titel, titel 2 en titel 3 zijn van toepassing op de vennootschappen in
vereffening. Indien de vennootschap al dan niet verplicht –besluit haar bedrijf stop te zetten worden
de waarderingsregels aangepast en geldt het volgende:
a) de oprichtingskosten moeten volledig worden afgeschreven;
b) voor de vaste en de vlottende activa moet zo nodig tot aanvullende afschrijvingen of
waardeverminderingen worden overgegaan om de boekwaarde terug te brengen tot de
vermoedelijke realisatiewaarde;
c) een voorziening moet worden gevormd voor de kosten die verbonden zijn aan de
beëindiging van de werkzaamheden, inzonderheid voor de aan het personeel uit te keren
vergoedingen.
Hetzelfde geldt, ingeval een bedrijfsonderdeel of een vestiging van de vennootschap wordt gesloten.
Artikel 3-7 KB WVV: indien geen getrouw beeld
als je alle regels volgt maar je komt niet tot een getrouw beeld moet je afwijken (gebeurt niet in
realiteit)
Dergelijke afwijking en de invloed ervan wordt bij de waarderingsregels in de toelichting vermeld en
verantwoord.
Artikel 3-8 KB WVV: Consistentie
De waarderingsregels bedoeld in artikel 3:6, § 1, eerste lid, moeten van het ene boekjaar op het
andere identiek blijven en stelselmatig worden toegepast. Wel gewijzigd wanneer belangrijke
veranderingen zijn in de structuur van haar vermogen of in de economische dan wel technologische
omstandigheden
Artikel 3-9 KB WVV:
Elk bestanddeel van het vermogen wordt afzonderlijk gewaardeerd.
Artikel 3-10 KB WVV
De waarderingen moeten voldoen aan de eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Adriaans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.