MODULE I: Fiche Begrip en aard van het internationaal
publiekrecht
Hoofdstuk I: Begrip en aard van het internationaal publiekrecht -
casusmethode in het internationaal recht
1648: periode van consolidering van de staten in Europa.
We vertrekken dan van het rijk van Karel de Grote dat wordt verdeeld in 3 en het
middenstuk dat wordt opgeslorpt door het Duitse en Franse Rijk.
De Paus die daar nog alle macht en rechten heeft met als gevolg dat die staten niet-
soevereine staten zijn omdat ze niet het hoogste gezag hebben en de Paus nog
bepaalde rechten heeft op soevereinen met als gevolg dat we nog niet kunnen
spreken van het begrip “staat” zoals we dat vandaag de dag kennen.
Dit heeft geduurd tot mid 17e eeuw, een periode van centralisering en consolidering
van het gezag maar tezelfdertijd ook een periode waar in Europa er heel veel oorlog
gevoerd wordt, en vooral 1 belangrijke, de Godsdienstoorlog.
Dit tussen enerzijds de katholieken en de nieuwe godsdienst de protestanten, wat zal
leiden tot langdurige oorlogen, waarna ze worden beeindigd met de Vrede van
Westfalen van 1648.
Er werden daar toen een aantal verdragen gesloten, 2 zeer belangrijke (m.n. het
Verdrag van Muster en het Verdrag van Osnabruck) tussen oorlogvoerende partijen
die aanleiding zullen geven tot het creëeren van nieuwe staten en waar de
katholieke godsdienst voor verschillende staten niet meer de dominante godsdienst
is. De Paus verliesde toen veel aan macht en het protestantantisme begon te
domineren.
Vele vredesconferenties werden opgericht waar afspraken werden gemaakt die
leidden tot het creëeren van onafhankelijke,soevereine entiteiten, met het hoogste
gezag op het grondgebied dat voor de staten zelf was, en dus niet meer voor de
Paus.
Dit is het moment waarop het internationaal recht ontstaat.
Dit gebeurde niet op de ene dag van de andere, er is voorheen een periode van
consolidering, bepaalde entiteiten bleven nog onderworpen en andere dan weer
minder.
Een aantal staten, the concert of nations (=een kleine familie (+/- 10) van Europese
staten vormde de basis voor de eurocentrische oorsprong die zou dienen als basis
voor het internationaal recht dat oorspronkelijk bedoeld was om de relaties te regelen
tussen een aantal Europese staten. Zij werden anders beschouwd dan andere
entiteiten en “beschaving” werd een criterium om te kunnen behoren tot een familie
van staten waar het internationaal recht vorm kreeg.
Academiejaar 2022-2023 Internationaal Recht I VUB
,17-19e E: op dit moment is dit nog steeds voornamelijk een Europees gebeuren met
hier en daar een uitzondering en waar de rest van de wereld beschouwd wordt als
terra nullius ( behoort niemand toe).
The colonial encounter is heel belangrijk geweest om vorm te geven aan het
internationaal recht en dit recht werd eigenlijk in functie van die Europese staten
opgericht.
Belangrijk is dat de rest van de wereld aan niemand toebehooorde en waardoor men
toen de mening was toegedaan dat zij zich dit (terra nullius) konden toe eigenen.
Evenwel namen deze stukken eveneens de vormen aan van staten in Europa maar
voor het internationaal recht van toen was het belangrijk om te kunnen zeggen dat ze
niet beschaafd worden en aan niemand toebehoorden. Dit was eigenlijk 1 groot
koloniaal project dat gebaseerd was op het idee van terra nulius, “ wie er het eerst
was kon zich het gebied toe-eigenen”. En als iets aan niemand toe bbehoort kan je u
dit toegeigennen
Een aantal kolonies werden vrij vroeg onafhankelijk ( vb. VSA) omdat Europeanen
die zich daar vroeger gevestigd hadden, hebben besloten om hun band door te
knippen en onafhankelijk te worden naar het idee van het natuurrechtdenken van
o.m. John Locke.
Pas in het begin van de 20ste E komt hier verandering in onder invloed van de
Russische Revolutie en ontstaan er nieuwe concepten zoals het socialisme en
communisme die een andere visie hebben op staten (oa. a Marckxists approach).
Dit is eigenlijk de eerste keer dat het Europees internationaal recht beinvloed wordt
door andere basisideëen en waarbij het internationaal recht wordt beïnvloed.
In de tweede helft van de 20ste E is er opnieuw een belangrijke periode, nl. het einde
van WOII een moment van grote dekolonisering. Er zijn op dat moment gebieden in
de wereld die heel kritisch staan tegenover het Westen en zij laten zich inspireren
door wat er gebeurd is in de VSA en Latijns Amerika. De dekoloniseringsbeweging (
in de jaren 50-60) geeft daarnaast aanleiding tot heel wat
mensenrechtenschendingen, maar ook tot het onstaan van een hele reeds nieuwe
niet-westerse staten die deel zullen beginnen uitmaken van de internationale
gemeenschap.
Vanaf dit moment zijn de westerse staten niet meer in de meerderheid.
Deze nieuwe leden gaan het internationaal recht proberen beinvloeden in die zin dat
het ook niet westerse belangen zou gaan behartigen en het aldus aan te passen aan
hun eisen en belangen, maar waar ze doorgaans niet in zullen slagen.
Er is maar een heel beperkt domeinwaar die andere (niet westerse) staten ( de
meerderheid dus) gebruik heeft kunnen maken van de numerieke meerderheid om
het internationaal recht in een andere richting te doen gaan.
Dit heeft te maken met het feit dat die westerse staten dat internationaal recht
zodanig hebben geconcipieerd dat hun belangen daarin ingebed zijn.
Een ander belangrijk ijkpunt is de periode van de Koude Oorlog.
Academiejaar 2022-2023 Internationaal Recht I VUB
,De Oost - West confrontatie met alle gevolgen van dien naar het functioneren van
het internationaal recht mbt het creëeren van een hele reeks regels in de jaren 50 tot
eind jaren 80.
Wat daar gebeurde leidde tot een zeker immobilisme in het internationaal recht, er
waren nl. een hele reeks regels die niet konden worden toegepast.
Die context leidt ook tot een aantal andere oorlogen en geven opnieuw aanleiding tot
het creeeren van nieuwe staten, vb. het einde van de Sovjet Unie.
De Amerikanen hebben de oorlog gewonnen en de Sovjet Unie bestaat niet meer.
Ex Joegoslavie, idem situatie, gepaard gegaan met een zeer bloedige confrontatie
en waar ook de internationale gemeenschap op gereageerd heeft met vb het
oprichten van een Joegoslavie tribunaal met een moeilijk scheidingsproces.
Een hele reeks nieuwe staten ontstonden die dan lid zijn geworden van de VN.
Dit heeft zich ook buiten Europa vertaald, maar het einde van de koude oorlog leidt
ook tot een aantal nieuwe Afrikaanse staten ( vb Eritrea).
Het einde van de koude oorlog betekent ook ( men wil hier ook meer en meer
aandacht aan besteden), het verleggen van statelijke actoren naar niet-statelijke
actoren.
Einde koude oorlog leidt tot veel interne gewape nde conflicten en dus niet tussen de
staten.
Verschillende staten imploderen ( oa. In Afrika) en er ontstaan conflicten tussen
allerhande rebellerende bewegingen onderling of tussen de staten en deze
bewegingen. Er wordt alsdan veel meer aandacht besteed aan niet statelijke actoren.
Dit zet zich verder, terrorisme oa. Al Qaida, of Islamitische Staat, is dat onderworpen
aan het internationaal recht? Moet dit het internationaal recht respecteren bij een
aanval tegen een andere staat?
Wat voor entiteit is dit? Is dit een niet statelijke actor?
Is het voldoende dat men een stuk grondgebied controleert? En wat zijn hiervan de
gevolgen?
Een kritische benadering van het internationaal recht is interessant waarbij je naar de
verschillende scholen dient te kijken:
1. Criticial approaches of international law
2. A marxist approach to international law
3. A third whorld approcach to international law
4. A feminist approach to international law
Het internationaal recht verandert van aard.
Oorspronkelijk houdt het zich bezig met het beschermen van die eigenheid, die
entiteiten, die nieuwe staten naar een intern recht waar men zich meer en meer gaat
gaan bezighouden met gemeenschappelijke uitdagingen.
Een recht van co-existentie gaat wijzigen naar een internationaal recht van
coöptatie.
Staten hadden voornamelijk de bedoeling om de grenzen vast te leggen tussen wat
van hen was in een eigen entiteit, met eigen soevereiniteit en jurisdictie.
Het streven naast elkaar stond centraal ( co-existentie).
Academiejaar 2022-2023 Internationaal Recht I VUB
,Dit veranderde in de 18 en 19e eeuw.
Meer en meer staten zien dat ze de zaken niet meer zelf kunnen oplossen en men
komt tot de bevinding dat samenwerking (coöptatie)met andere staten onvermijdbaar
werd. Deze samenwerking kwam er dan onder de vorm van internationale
organisaties (nieuwe actoren), zoals de internationale Postunie, de Volkenbond.
In de loop van het ontstaan ervan zien we dat er ook niet alleen qua bevoegdheden,
technische algemene organisatie, maar ook wat overdracht van soevereiniteit betreft,
er een verschil wordt gemaakt naar puur intergouvernementele organisaties
(organisaties waar staten samen komen maar geen afstand doen van hun
soevereiniteit waardoor ze enkel aanbevelingen kunnen doen. Dit had tot gevolg dat
die organisaties ( VN, Raad van Europa…) niet de bevoegdheid hadden om de
lidstaten te binden.
Na WOII kwamen de Fransen met een voorstel om een supranationale organisatie
op te richten waar de staten stukjes van hun soevereiniteit af te stonden aan deze
supranationale organisatie die hun lidstaten voor een stukje kon binden.
Academiejaar 2022-2023 Internationaal Recht I VUB
,MODULE II: Fiche Bronnen van het internationaal recht
Hoofdstuk II: Rechtsbronnen
Hoe komt het internationaal recht tot stand?
2.1 Formele bronnen
In het inleidend hoorcollege werd verwezen naar de kenmerken van het internationaal
recht:
Gedecentraliseerde rechtsorde die op een horizontale wijze functioneert in
tegenstelling tot de nationale rechtsorde die meer gecentraliseerd is en die op een
meer verticale manier functioneert. Er is evenmin een centrale wetgever ( onderscheid
met nationaal recht).
Geen internationale constitutie die dit bepaalt, staten zijn op het internationaal niveau
zowel wetgever als rechtsonderhorige, dit heeft te maken met de aard van het
internationaal recht die bestaat uit gelijke en soevereine entiteiten
Geen hiërarchie in het internationaal recht
➔ Gevolg: regels kunnen maar bestaan op basis van de instemming van de
staten. Indien de staat geen instemming geeft, zal zij niet gebonden zijn door
die regel. Vandaar dat er in het internationaal recht veel belang wordt gehecht
aan het beginsel van consensualisme.
Ter illustratie van de vrije wil/ het consensualisme ( de Lotus Case (1924)
uitgesproken door het Permanent Hof van Internationale Justitie ( voorganger van het
IGH ( hoogste juridisch orgaan van de VN)) essentie :een staat is maar gebonden
zoals vervat in verdragen of internationaal gewoonterecht als de staten hiermee
instemmen.
Art 38 IGH geeft de belangrijkste bronnen weer en maakt een onderscheid tussen 2
soorten bronnen ( zonder onderlinge hierarchie):
A) Primaire bronnen ( 1ste lid)
o Internationale verdragen
Kunnen omschreven worden als geschreven overeenkomsten tussen
twee of meerdere staten of internationale organisaties waarbij zij elkaar
rechten toekennen en verplichtingen jegens elkaar aangaan.
Vb. Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht (1969) (in werking
getreden)
o Internationale ovk in schrifte tussen staten gesloten en beheerst door
het volkenrecht
Vb. Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht tussen
internationale organisaties en onderling ( 1986)
Kan een conventie zijn, protocol, handvest,…
➔ Kunnen onderscheiden worden door het aantal staten dat het verdrag
sluit ( bilateraal, multilateraal)
Academiejaar 2022-2023 Internationaal Recht I VUB
, ➔ Kunnen ook naar inhoud onderscheiden worden :
- traités contracts
- traités lois (verdragen waarin algemene abstracte regels zijn
opgenomen
- traités consitutions (verdragen waarin internationale organisaties
worden opgericht)
o Internationale gewoonte
Is de oudste bron en het IR heeft zich in eerste instantie ontwikkeld obv
ongeschreven, mondelinge regels die op afspraken berusten.
Wanneer er een bepaalde handelswijze in acht wordt genomen, kan men
op een gegeven moment omdat men altijd op dezelfde manier heeft
gehandeld, een soort overtuigen vormen, om altijd zo te handelen omdat
men anders een regel zou schenden.
Het zijn in eerste instantie de staten die bijdragen aan het creëeren van
dit soort recht, in mindere mate internationale organisaties.
Hiervoor dienen steeds 2 elementen aanwezig zijn:
1) Een gebruik, herhaald gebruik ( usus)
2) De overtuiging dat men zo dient te handelen( opinio iuris
necessitatis)
Hoe weet men dit? ➔ Men moet gaan kijken naar de statenpraktijk.
Wat is de statenpraktijk? ➔ Alle soorten van handelen door een staat.
Vb. verklaringen van staten, of protest tegen gedraging van een andere
staat, of betrokkenheid in een diplomatieke conferentie edm., wetgeving,
verdragen, nationale rechtspraak,..
De statenpraktijk moet wijdverspreid zijn en er moet een zekere
uniformiteit zijn.
Cfr. North Sea Continental Shelf Case ( Nederland en Denemarken en
de Bondsrepubliek Duitsland) die staten moeten hun continentaal plat
afbakenen en NL en Denemarken stellen voor om dit te doen op basis
van de iquidistantielijn en NL en Denermarken poneren dat dit een regel
van internationaal gewoonterecht is terwijl Duitsland dit betwist.
➔ Het IGH zal dan moeten nagaan of die iquidistantieregel effectief
internationaal gewoonterecht is en omschrijft welke redenering het zal
volgen om te bepalen of iets al dan niet een regel van internationaal
gewoonterecht is ( “extensive en virtually uniform”)
Extensive => omvangrijk, door vele staten gevolgd, door
belanghebbende staten ( in deze case dus kuststaten)
Uniform=> voldoende consistent, maar niet noodzakelijk dat alle staten
altijd deze praktijk toepassen.
Vb. Nicaragua zaak ( Nicaragua en de VS: er zijn verkiezingen in
Nicaragua en een links regime komt aan de macht en de VS is hiermee
niet gediend en gaan via alle mogelijke manieren proberen voorkomen
dat het links regime aan de macht blijft en zal vb handelssancties
Academiejaar 2022-2023 Internationaal Recht I VUB
, opleggen, onmogelijk maken aan Nicaruguanen om handel te drijven
door mijnen te plaatsen, rebellenbewegingen te bewapenen en trainen.
Nicaragua stelt dat het gaat om schending van het internationaal recht
omdat de VS tussenkomt in de interne aangelegenheden, en ook omdat
er een gebruik is van geweld, beiden kunnen niet volgens de regels van
het IR.
➔ IGH antwoordt hierop: het moet niet altijd perfect een statenpraktijk
zijn die gevolgd wordt maar wel een algemene statenpraktijk.
De vraag kan dan ook gesteld worden hoelang die uniforme en
wijdverspreide praktijk er moet zijn vooraleer men kan spreken van een
gewoonte?
➔ Doorgaans duurt dit vrij lang maar in diezelfde North Sea Continental
Shelf Case zegt het IGH het volgende: in sommige gevallen kunnen
regels van het IR zich ontwikkelen op een zeer korte termijn en dit noemt
men instant custom.
Klassiek voorbeeld van instant custom is de Truman Case (1945) hij
was de president van de VS en na WOII heeft de VS de capaciteit om de
grondstoffen die zich bevinden in het continentaal plat te gaan ontginnen
en zij claimen dit continentaal plat en willen zelf bepalen wie daar
grondstoffen mag ontginnen. Dit was eigenlijk in strijd met een regel van
internationaal recht dat zei dat dit volle zee was, dit toebehoorde aan
iedereen en iedereen deze grondstoffen zou kunnen exploiteren.
Meteen onstond een nieuwe regel van internationaal recht, waarbij het
ontginnen van het continentaal plat aan iedereen toekomt, een instant
regel van IR.
3 soorten gewoonterecht:
1) Universeel gewoonterecht: wereldwijde praktijk
2) Regionaal gewoonterecht: praktijk spitst zich toe op bepaalde regio
3) Bilateraal gewoonterecht: van toepassing tussen twee staten
Vb. Asylum Case ( tussen Colombia en Peru 1950 IGH) ➔
diplomatiek asiel, een zeker persoon had een poging tot staatsgreep
gepleegd, was hier niet in geslaagd en vlucht naar de colombiaanse
ambassade en krijgt bescherming en t vrije doorgang opdat hij de
mogelijkheid zou hebben om nr Colombia te vluchten, Peru is het er niet
mee eens en wil hem vervolgen. De twee staten beslissen het geschil
op te lossen door naar het IGH te trekken en men stelt de vraag of het
diplomatiek asiel, het recht dat die persoon krijgt om te schuilen in die
ambassade, een regel van regionaal gewoonterecht is?
IGH zegt: Colombia bewijst dit onvoldoende met als gevolg dat Colombia
op dat punt ongelijk zal krijgen.
Belangrijk bij internationaal gewoonterecht is :
Academiejaar 2022-2023 Internationaal Recht I VUB
, ➔ Het gevolg dat men toekent aan internationaal gewoonterecht:
Indien een regel kan worden gekwalificeerd als internationaal gewoonterecht
dan betekent dit dat alle staten daardoor gebonden zijn.
Hierop is er 1 uitzondering:
➔ de regel van persistent objector
Dit is opnieuw het consensualisme dat zich uit, vanaf dat een staat een duidelijk
standpunt heeft ingenomen en dat standpunt blijft verdedigen dat het niet wenst
gebonden te worden, wordt het langzamerhand gewoonterecht (= persistent
objector).
Wanneer deze regel dan uiteindelijk geconsolideerd wordt dan zal die ene staat
niet gebonden zijn door het internationaal gewoonterecht.
Gewoonterecht is een moeilijke bron omdat het een ongeschreven bron is en het
is aangewezen om hulpmiddel te gebruiken.
Welke hulpmiddelen?
- Codificaties(schriftelijke neerslag in de vorm van een verdrag)
Het verdrag is dan niet alleen van toepassing voor de verdragssluitende partijen
maar zal ook bindend zijn obv het feit dat het gewoonterecht is en aldus ook
bindend zijn voor staten die geen partij zijn.
- Tijdschriften waar de statenpraktijk omschreven wordt
- Privé initiatieven die onderzoek doen naar statenpraktijk en internationaal
gewoonterecht
- ILC (AV van de VN die opdracht geeft aan rechtsgeleerden die onderzoek
moeten doen naar bepaalde controversiele domeinen van het IR en doet dit in
overleg met staten ( bijkomende meerwaarde).
Vb. Verdragenverdrag van Wenen
Vb. Verdrag van Wenen 1961 inzake de diplomatieke betrekkingen
Vb. Verdrag van Wenen 1963 inzake de consulaire betrekkingen
o De door de beschaafde naties/volkeren erkende algemene
rechtsbeginselen:
Basisbeginselen, fundamenten waarop het IR gebasseerd is.
Wanneer er onvoldoende regels zijn in het internationaal recht , kan de
rechter zich hierop baseren om alsnog een uitspraak te kunnen doen.
Kunnen ook dienen voor interpretatiedoeleinden.
Vb. vrije doorgang, het gebruik van de volle zee, zijn ARB te vinden IN
het IR en die niet noodzakelijk komen van het nationaal recht
Er wordt steeds minder gebruik van gemaakt omdat de andere bronnen
zich meer en meer ontwikkelen zodat hier minder nood aan is.
B) Subsidiaire en aanvullende bronnen(hulpbronnen) zonder zelf recht te zijn.
Lid 2
o Onder voorbehoud van de bepaling van art.59:
o Rechterlijke beslissingen en opvattingen van de meest bevoegde
schrijvers bij verschillende naties als hulpmiddelen bij het bepalen van
rechtsregels (rechtspraak en rechtsleer) van internationale hoven en
tribunalen, soms ook nationaal als ze betrekking hebben op het IR
Academiejaar 2022-2023 Internationaal Recht I VUB