BEDRIJFSINFORMATICA HOC
H1: DOEL - BASISCONCEPTEN
EEN PAAR FEITEN:
Informatica is tegenwoordig heel belangrijk (51% vd investeringen) maar vele projecten mislukken
wegens:
- geen overeenkomsten & afspraken
- verkeerde uitleg of interpretatie
De kennis van IT voor een onderneming, een organisatie en zijn management team is belangrijk
zodat er goede communicatie en efficiëntie is.
Return on IT versus IT investment paradox
= het is niet altijd zo dat hoge investeringen in IT een hogere productiviteit betekenen
Business IT alignement:
- kost, omzet, timing, strategie, … technologie, design, progamering, …
als je IT project hebt is dat in onderneming – de 2 entiteiten hebben andere voorrangen maar ze
moeten communiceren zodat ze op 1 lijn staan
*alignement: IT op een passende en tijdige manier en in harmonie met bedrijfsstrategieën, -
doelstellingen en -behoeften toepassen
Zwakte – risico:
→ vlot verloop afhankelijk goede werking van IT
→ Wat als de IT down is?
- Amazon, vliegtuigmaatschappij, Taks-on-web,…
→ Problemen met:
- web-shop
- beheer orders
- betalingen
- Klantenservice
→ Oplossing:
- Bedrijven gaan provider hebben voor informatie
- Back-up bij ander of eigen bedrijf
BEGRIPPEN
Hardware (alles wat je kan aanraken): input → computer → output
→ Input: toetsenbord, muis, lees- en schrijfeenheden (stick, disk, harde schijf, … )
→ Computer: memory (ram/rom)
- Extern geheugen = harde schijf = niet volatiel: als pc uitstaat, blijft info
- Intern geheugen = RAM/ROM = volatiel: moet je ergens opslaan
- Central Processing Unit = berekeningen en verichtingen
→ Output (altijd aanwezig): scherm, geluid, printer, lees- en schrijfeenheden
! geheugen = in- en output – lees- en schrijfeenheden !
Software (niet tastbaar): opeenvolging van opdrachten geformuleerd door programma’s
2021-2022 1
, → Omvat
- Programma’s (word, excel, spelletjes, …)
- Data bv. word (programma) maar bestand zelf = software
→ Omzetting in machinetaal: symbolische instructiecodes in binary (0/1)
→ Werken in modules (subprogramma’s):
- Om ze te hergebruiken
- Minder complex
- Verdelen in sub-problemen (om het overzichtelijker te maken)
- Fouten makkelijker terugvinden
- Mogelijkheid om samen te werken met meerdere personen
Databank
→ Georganiseerde verzameling data die in computer bewaard worden
- Georganiseerd: elke tabel bevat zelfde soort data bv. per lijm naam, adres, …
- Extern geheugen
→ Relationele databanken: je gaat linken kunnen leggen
bv. ipv meerdere keren te zet 1000 Brussel maak je extra tabel waarin je definieert dat 1000 =
Brussel, dan hoef je niet bij elke lijn ‘Brussel erbij te schrijven?
Netwerken
→ Meerdere computers om te comuniceren en data uit te wisselen
→ PAN, LAN, MAN, WAN
- Personal area network (PAN): netwerk met een veel kleinere omvang
bv. bluetooth, smartwatch, … → kleine fysieke afstand
- Local area network (LAN): verzameling draadloze computers die aan 1 netwerk verbonden
zijn bv. allerlei routers in 1 auditoria → meest gebruikt netwerk
- Metropolitain (MAN): bereik voor een hele stad/metropool
Bv. Telenet die zijn network over heel brussel heeft uitgerold
- Wide (WAN): bereik voor een heel land bv. belnet (alle unifs - eduroam)
Kan ook op groter niveau bv op de europese markt (orange: FR, NL, BE)
→ Protocols: TCP (transmission control protocol) of IP (internet protocol)
Servers:
→ Om te stockeren en te berekenen
→ Aangesloten op netwerk: scherm en toestenbord is niet nodig
→ Bv. Mail
Internet
→ Grootste inter netwerk
→ Oeso landen heeft penetratiegraad van 83%
Computer architectuur = fundamentele organisatie van het computersysteen
Fase 1: mainframe: scherm delen
Fase 2: pc en client-server: eigen computer
Fase 3: browser en cloud: info handelen
Proces = opeenvolging van handelingen om product of dienst te genereren
Informatiesysteem:
→ Combinatie IT hardware waarop software draait, processen en mensen die alles beheren
→ Mensen motiveren om IT processen te aanvaarden
H2: ALGORITMEN
2021-2022 2
,Definitie:
Stappen bij het programmeren
1) Probleemdefinitie: probleem volledig en nauwkeurig definiëren
- Beginsituatie waaruit we moeten vertrekken
- Welke resultaten moeten we verkrijgen
- Verband tussen beiden
2) Oplossingsstrategie: keuze van een oplossingsmethode en van de gegevensvoorstelling
- verdelen in kleinere deelproblemen (modules)
o topdown: onderdelen tot groter geheel brengen
o buttom-up: bouwstenen bij elkaar steken om stapsgewijs uw probleem te kunnen
oplossen/ groot probleem opsplitsen in kleinere
- goed afspreken wat er in welk deel zal gebeuren
3) Voorstellen van uw algoritme
- Vb flow chart, pseudo code, , Nassi-Schneidermann-diagram, …
4) Programmeren
- Algoritme wordt vertaald naar programeertaal
5) Compileren
- Bij het vertalen syntax-fouten opsporen (bv. juiste for-loop?)
- Vertaling naar machinetaal (binair)
- Compiler (volledige vertaling) vs interpreter (lijn per lijn vertalen)
6) Testen
- Is resultaat logisch correct? → vergelijken met resultaat die op ander manier is bekomen
- Alle verschillende gevallen testen
7) Documenteren
- Alle info die 3e zal helpen bij het begrijpen, aanvullen of veranderen van het programma
8) Onderhouden
- Aanpassen aan actualiteit
- Wijzigingen melden in de documentatie
Vandaag de dag worden algoritmen gebruikt in vele toepassingen zoals de werking van computers,
cryptografie (technieken voor veilige communicatie), informatie routing (proces van het selecteren
van een pad voor verkeer in netwerken), planning en optimaal gebruik van middelen,
beeldverwerking, tekstverwerking, bio-computing, enz.
Voorbeeld: stappenplam om band van een auto te verwissselen, recept, …
2021-2022 3
,ALGORITMEVOORSTELLING:
Algoritmes moeten worden voorgesteld via schema’s –
algoritmevoorstellingen:
1) Organigram/ flow-chart
- Schema met basisfiguren
- Basisfiguren bevatten instructies
- Figuren zijn verbonden met lijnen
2) Nassi-shmeidermann-diagram (beste)
3) Pseudotaal
OVERZICHT ALGORITMEVOORSTELLING
1) Sequentie
- Reeks opdrachten worden uitgevoerd na
elkaar; elke afzonderlijke opdracht wordt
voorgesteld door een rechthoek en de
verschillende bouwstenen of opdrachten
worden onder elkaar geplaatst
- NS: blokken aan elkaar geplakt; grote
vooruitgang in opsporen van fouten (door
heldere structuur ook structogram genoemd)
- PT: toekenning: linkerlid krijgt waarde van
rechterlid (zie oefeningen; niet
waarneembaar in theoretische voorstelling)
2) Selectie/ voorwaarde-opdracht
A. Als-dan/ if-then: uitvoeren (S) indien True, niet uitvoeren indien False
B. Als-dan-anders/ if-then-else
C. Case: er wordt bij elk geval apart bekeken wat er
moet gebeuren.
2021-2022 4
, 3) Iteratie (loops: actie wordt herhaald)
A. While
- Zolang booleanse voorwaarde True is, wordt de actie herhaald (dus tot die False is)
- Kan eindigen voor dat er zelfs 1x statement is
- Je weet niet op voorhand hoeveel keer de actie wordt herhaald
- Algemeen geval
B. Repeat
- Zolang booleanse voorwaarde false is, wordt actie herhaald (dus tot die True is)
- Statement komt minstens 1x voor
- Je weet wel op voorhand hoeveel x de actie w herhaald
C. For:
- Voor een teller gaande van begin- tot eindwaarde doe je de actie, je weet dus hoeveel keer
je actie wordt uitgevoerd
- Stap is standaard 1 (of -1, of ander getal)
Twee verschillen tussen while en repeat:
- While stopt bij false, repeat herhaalt tot true
- Bij while wordt een actie mogelijks niet uitgevoerd, bij repeat wordt de actie minstens één
keer uitgevoerd vb: je gebruikt “while” bij het invoeren van je pincode om geld af te halen
2021-2022 5