KEUZEVAK SPOEDGEVALLENZORG
Hoofdstuk 1 : Inleiding
1.3 Inleiding in de werking van de spoedgevallendienst
Eerste officiële richtlijnen voor spoedgevallendiensten in België : in koninklijk besluit van 28
november 1986 omtrent de normen voor een dienst medische beeldvorming met een CT-scanner.
→ DOEL : definiëren wat precies een spoedgevallendienst was om dit te kunnen koppelen aan de
erkenning van een CT-scanner.
In 1998 traden de huidige Belgische richtlijnen voor spoedgevallendiensten in werking.
Vandaag : dubbele functie : opvang van urgente pathologie + een globaal aanspreekpunt voor ‘niet
geplande’ zorg.
Het nummer 1733 is het uniforme en gratis telefoonnummer voor het opzoeken van een huisarts
van wacht. Het hanteren van het centraal telefoonnummer 1733 wordt opgelegd door een Europese
richtlijn en wordt momenteel in België gradueel ingevoerd.
1.4 Twee soorten spoedgevallendiensten
Tweeledig system : de functies "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" en de functies "eerste opvang
van spoedgevallen".
Enkel de functies "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" kunnen in de werking van de Dringende
Geneeskundige Hulpverlening (het 'systeem 112') ingeschakeld zijn; dat wil zeggen dat ambulances
binnen het 112-systeem patiënten enkel naar ziekenhuizen met dergelijke functie mogen brengen.
In de praktijk beschikken bijna alle ziekenhuizen of ziekenhuisgroeperingen over een functie
"gespecialiseerde spoedgevallenzorg
1.5 Aankomst op spoedgevallendienst
Een lage instapdrempel voor de spoedgevallendienst is uiterst belangrijk, iedereen heeft het recht om
op elk ogenblik ‘geschikte’ en ‘snelle’ hulp te krijgen.
De spoedgevallendienst is 24u op 24u open, wat het tot een gemakkelijke oplossing maakt. Men krijgt
er een ‘totaalzorg’ (alle nodige onderzoeken kunnen er op hetzelfde moment en behoorlijk snel
worden uitgevoerd). Minder vertrouwen in de zorg van de eigen huisarts of huisarts van wacht,
financiële motieven, negatieve ervaringen uit het verleden … zorgen ervoor dat men uiteindelijk op
spoed terecht komt.
Na binnenkomst van één of meerdere patiënten (met een ambulance, doorverwezen door de huisarts
of op eigen houtje - de zogenaamde "zelfverwijzers") wordt meestal een triage uitgevoerd waarbij de
aard van de verwonding of aandoening vastgesteld wordt en daarmee ook de prioriteit.
De wet- en regelgeving bepaalt ook dat een spoedgevallendienst geen patiënten mag weigeren, noch
patiënten die zichzelf hebben aangemeld, noch patiënten die per ambulance zijn binnengebracht.
1
Samenvatting Spoedgevallenzorg OLF4
,1.6 Minimale vereisten op vlak van infrastructuur voor een functie
“gespecialiseerde spoedgevallenzorg”
De minimumvereisten op vlak van infrastructuur voor een spoedgevallendienst zijn eveneens bij
wet- en regelgeving bepaald.
Een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" beschikken over : aparte voetgangersingang,
overdekte en verwarmde ambulancehal, onthaal en wachtzaal, personeelsruimtes,
onderzoekslokalen voor spoedpatiënten (waaronder minstens twee bedden voor de opvang van
patiënten in kritieke toestand, vaak shockroom/reanimatiekamer), isolatieruimte voor
psychiatrische patiënten en minstens vier bedden voor een tijdelijke observatie van patiënten.
Verder moet een spoedgevallendienst beschikken over een lokaal dat kan gebruikt worden voor de
triage bij massale toestroom van slachtoffers bij een ramp. In de meeste spoedgevallendiensten is
er een specifiek triagelokaal dat ook gebruikt wordt voor triage in de reguliere werking van de
afdeling.
Pag 11-14 lezen
1.7 Minimumvereisten op vlak van materiaal voor een functie
“gespecialiseerde spoedgevallenzorg”
De minimumvereisten op vlak van beschikbaar materiaal voor een spoedgevallendienst is eveneens
bij wet- en regelgeving bepaald.
Een functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" beschikken over : noodzakelijke apparatuur
voor monitoring, aspiratie, beademing , ECG-toestel, voldoende draagbare zuurstofflessen en
brancards, voorraad rode bloedcellenconcentraat en plasmavervangmiddelen (eventueel via de
bloedbank van het ziekenhuis) en voldoende medicatie voor spoedpatiënten. De medische
apparatuur moet aangesloten zijn op de noodstroomvoorziening van het ziekenhuis.
De spoedgevallendienst moet ook beschikken over radiocommunicatie en eigen onafhankelijke
telefoonlijn om te kunnen communiceren met de noodcentrale 112.
Vereisten voor functie ‘eerste opvang van spoedgevallen’ zijn minder hoog : voldoende
medicatie en plasmavervangende middelen, vaste zuurstofbron, apparatuur voor aspiratie en
reanimatiekar. Voorraad 0- rode bloedcellenconcentraat en mobiel apparaat voor beeldvorming
moet beschikbaar zijn. Eigen, onafhankelijke telefoonlijn.
1.8 Personeel op spoedgevallendienst
Multidisciplinair team : medisch diensthoofd, MUG-/spoedartsen, verpleegkundig diensthoofd,
adjunct diensthoofd, verpleegkundigen, administratieve krachten, zorgondersteuners, security.
Naast deze medewerkers zijn er nog een aantal gezondheidsmedewerkers die niet tot het
‘specifieke’ spoedgevallenteam behoren maar wel dagelijks functioneel aanwezig zijn. Dit zijn de
specialisten, arts-assistenten, studenten geneeskunde, studenten verpleegkunde, ambulanciers in
opleiding, externe ambulancediensten …
2
Samenvatting Spoedgevallenzorg OLF4
,Het personeel van een functie “gespecialiseerde spoedgevallenzorg” is tevens wettelijk
verantwoordelijk voor de opleiding van het overige ziekenhuispersoneel in de reanimatie (BLS /ALS).
Op spoedgevallendienst moeten 24u op 24u ten minste één arts met specifieke kwalificaties en ten
minste twee verpleegkundigen, waarvan één met bijzondere beroepstitel in intensieve zorg en
spoedgevallenzorg of met ten minste vijf jaar specifieke ervaring, aanwezig zijn.
De dienstdoende arts mag, op specifieke uitzondering voor MUG na, zijn permanentie niet zomaar
combineren met die van andere ziekenhuisafdelingen en mag niet langer dan 24 uur aan een stuk de
permanentie vervullen.
Wel is het personeel van de MUG, wanneer deze niet op interventie is, meestal werkzaam op de
spoedgevallendienst van het ziekenhuis waartoe ze behoort.
Onder bepaalde voorwaarden mag de arts die voor de spoedgevallendienst instaat ook voor de MUG
instaan.
Voor de functie "eerste opvang van spoedgevallen" zijn de normen veel minder veeleisend. Het
diensthoofd van de functie moet een erkend arts-specialist in de urgentiegeneeskunde zijn of een
specifieke opleiding hebben genoten en is verantwoordelijk voor de opleiding van de rest van het
personeel van de functie.
De permanentie van de functie moet 24 uur op 24 uur door een arts en verpleegkundige worden
waargenomen.
Functies voor verpleegkundigen :
- Triageverpleegkundige
- MUG 1 of 2 verpleegkundige
- PIT-verpleegkundige
- Verpleegkundige U1/rode zone
- Verpleegkundige U2/gele zone
- Verpleegkundige U3/groene zone
- Verpleegkundige observatiezaal
Het team van de functie "gespecialiseerde spoedgevallenzorg" moet buiten zijn eigen
spoedpersoneel ten allen tijde ook een beroep kunnen doen op een aantal arts -specialisten (onder
andere een chirurg, een anesthesist, een kinderarts en een psychiater).
Ook moet het ten allen tijde een beroep kunnen doen op een aantal andere ziekenhuisdiensten,
waaronder een afdeling voor intensieve verzorging, een operatiekwartier, een klinisch laboratorium
en een dienst medische beeldvorming (die over een mobiel röntgenapparaat en een CT-scanner
moet beschikken).
+ lezen pag 15-17
3
Samenvatting Spoedgevallenzorg OLF4
, 1.9 Wachttijden en drukte- overbevolking van spoedgevallendiensten
Om te verzekeren dat patiënten met levensbedreigende problemen voorrang krijgen op de rest,
maken meeste spoedgevallendiensten gebruik van een triagesysteem waarbij bij binnenkomende
patiënten zo snel mogelijk de aard en dringendheid van hun klachten wordt vastgesteld.
Patiënten worden dan behandeld in functie van dringendheid van hun probleem (dus niet in
volgorde dat ze zich hebben aangemeld op de spoedgevallendienst).
Omgekeerd zorgt dit systeem ervoor dat patiënten met niet-dringende problemen het langst
moeten wachten. Met ontevreden patiënten én familieleden tot gevolg. Correcte communicatie en
uitleg (affiches in wachtzaal) aan wachtenden is hier niet onbelangrijk en kan ervoor zorgen dat men
begrip heeft voor de situatie.
Factoren die wachttijden /drukte op spoedgevallendienst beïnvloeden
- Andere ziekenhuisdiensten
Arts van spoed doet voor stellen van diagnose vaak beroep op artsen van andere
afdelingen/diensten (bloedonderzoek, medische beeldvorming, specialist,..).
- Dringende interventies
Bij levensbedreigende situaties is meer personeel nodig om zorg te verlenen.
Personeel spoed is vaak ook reanimatieteam van het ziekenhuis (interne MUG/
Rapid Response Team). MUG team is deel van team spoed, kunnen opgeroepen
worden voor medische interventies buiten ziekenhuis waardoor er minder personeel
overblijft op de spoeddienst.
- Piekmomenten
Bij vorst vaak groot aantal traumapatiënten met botbreuken omwille van gladheid.
Op feestmomenten vaak patiënten met vuurwerkletsel of alcoholvergiftiging.
Bij rampsituatie → plan voor rampenbestrijding waardoor overrompeling vermeden
wordt maar niet altijd mogelijk.
- Bredere fenomenen
Patiënten moeten steeds sneller naar huis (omwille van plaatsgebrek). Heel wat van
die ‘ontslagen’ patiënten worden evenwel snel heropgenomen. Met nieuwe extra
belasting voor de spoedgevallendienst.
Seizoensaandoeningen : vb winteraandoening (luchtweginfecties) : groter aantal
patiënten maar kan ook personeel treffen (ziekteverzuim)
Vergrijzing bevolking
- Doorstroming van patiënten
Tijdens winterperiode vaak gaan plaats om op afdeling te doorstromen waardoor
plaatsgebrek in spoed. (oplossing zou zijn bedden af te bouwen in zomer en
opdrijven in winter)
Ook bejaarden hebben niet altijd medische hulp nodig in ziekenhuis maar wel aan
zorg en hulp omwille van leeftijd.
- Lange wachttijden een chronische probleem?
Wachttijden tussen 12-20u regelmatig lang. Onvoldoende bedden en medisch
personeel voor de patiënten op de spoeddienst wat kan leiden tot onveilige
situaties. Oorzaak? Wachten op specialist of onderzoek en tekort opnamecapaciteit.
Alsook de ‘zelfverwijzers’ die evengoed door huisarts geholpen konden worden.
4
Samenvatting Spoedgevallenzorg OLF4