Bedrijfsbeheer – Theorie samenvatting
Geschiedenis, defintie, output, doel en juridisch
kader
Voor de renaissance, alleen enkelvoudig boekhouden, na 1494 eerste verschijnsel
‘dubbel’ boekhouden
Definitie boekhouden: ‘het registreren van alle bedrijfsactiviteiten die een impact
hebben op de financiële staten van de onderneming, zijnde de balans, de
resultatenrekening en de toelichting.’ bv: betalen factuur, aankopen grondstoffen...
Boekhouden gebeurd a.d.h.v officiële doc zoals een factuur, bankuitreksels,
contracten...
Belangrijke output vd boekhouding: de jaarrekening:
Geeft een getrouw beeld v/h vermogen, de financiële positie en het resultaat
Toont 2 opeenvolgende jaren
Wordt periodiek, ‘per boekjaar’, opgemaakt
Onderdelen:
Balans
Resultatenrekening
Resultaatverwerking (wat doen we met de winst -->
aandeelhouders/investeren/...)
Toelichting (meer informatie over de vorige 3)
Jaarrekening = verzameling documenten die leiden tot die bedragen
Doel van boekhouden: Informatiebron voor :
Het management (werkgevers, ceo, algemeen bestuur, resultaat analyseren,
evolutie opvolgen en zaak beheren)
Voor derden (als verantwoording voor stakeholders, banken, werknemers,
leveranciers)
Voor de overheid (I.v.m. wettelijke aangiften zoals belasting, btw...)
Relevant voor ons: sollicitatie, betrouwbaarheid van klant/leverancier, eigen zaak,
leningen/bankzaken, beleggen (hoe doet het bedrijf het?)
Het juridisch kader: Belgische wetgeving
Wet 17/07/1975: grondbeginselen v/d boekhoudreglementering
KB 12/09/1983: bepaling minimumindeling algemeen rekenstelsel (MAR)
KB 30/01/2001: uitvoering v/h wetboek van vennootschappen
Wetboek economisch recht (WER) 28/02/2013: bundeling economische
wetteksten in 1 wetboek.
, KB 18/12/2015: Omzetting Europese boekhoudrichtlijn + aanpassingen KB ‘01 en
‘83 = o.a. aangepast drempels voor verkort en volledig schema vd jaarrekening,
harmonisatie resultatenrekening binnen EU
28/02/2019: wetboek venootschappen en verenigingen (WVV)
De onderneming – verschillende vormen
Natuurlijke persoon: Zaakvoerder = eigenaar v/ bedrijf
Rechtspersoon/Vennootschap: Aandeelhouders = eigenaars v/ bedrijf --> benoemen
management dagelijks bestuur (beursgenoteerd vs niet-beursgenoteerd):
NV: naamloze vennootschap
BV: Besloten vennootschap
CV: Coöperatieve vennootschap
Maatschap: vennootschap onder firma (vof) of commanditaire vennootschap
(Commv)
Overzicht vennootschappen met rechtspersoonlijkheid: ZIE DIA 26-27
Enkel de NV heeft nog een kapitaalsvereiste waardoor zij de
kapitaalvennootschappen vormen en de rest (BV, CV, VOF, CoomV) de
kapitaalloze vennootschappen (zie dia 28 voor belangrijk schema!), bij
kapitaalloze wordt er nog een onderscheid gemaakt tussen de beschikbare <->
onbeschikbare inbreng.
Voordelen/nadelen van zelfstandige:
Voordelen:
Oprichting: geen minimumkapitaal/bankattest/financieel
plan/oprichtingsakte
Beheer: Beslissingsmacht en bestuur bij 1 persoon
Formaliteiten: minder administratieve/boekhoudkundige verplichtingen
Kenmerken: Onafhankelijkheid, flexibiliteit, snelheid van beslissen
Nadelen:
Financiële risico's: Geen scheiding privé <-> bedrijfsvermogen, onbep.
Aanprakelijkheid
Investeringen: zelf te financieren
Bestaansduur: Overlijden/ziekte eigenaar kan het einde betekenen van
de onderneming
Fiscaal statuut: minder aantrekkelijk
, Voordelen/nadelen van vennootschap (rechtspersoon, bv, nv)
Voordelen:
Beperkte risico’s: Voor bepaalde venn; duidelijke scheiding
privé/bedrijfsvermogen --> beperkte aansprakelijkheid
Investeringen: Verschillende personen kunnen middelen samenbrengen
Bestaansduur: 1 persoon die wegvalt betekent niet noodzakelijk het
einde
Fiscaal statuut: Voordeliger dan zelfstandige
Nadelen:
Oprichtingsformaliteiten: Minimum inbreng, bankattest, financieel plan,
authentieke akte...
Formaliteiten: Meer administratieve/boekhoudkundige verplichtingen
Financiering: daarmee kan een onderneming bezitting kopen om handel te kunnen
voeren met als doel winst te maken
3 bronnen: Inbreng aandeelhouders; leningen >> schulden (bv. Banken);
overgedragen winsten
Belanghebbenden:
Intern: Werknemers, managers, aandeelhouders
Extern: Toeleveranciers, maatschappij, overheid, crediteuren, klanten
Basisprincipes van dubbel boekhouden
Case: T. Boonen:
Aanwendig van het vermogen dat men gebruikt om een onderneming op te
starten, bezittingen = ACTIVA
Oorsprong van het vermogen, schulden = PASSIVA
Vragen die je stelt bij passiva of activa: ZIjn dit schulden of duidt dit aan waar
het vermogen van kwam, of zijn het bezittingen en duidt het aan hoe het
vermogen werd aangewend?
Indien dit niet gesnapt wordt, zie dia 35-37