• Je beschrijft het taalverwervingsproces chronologisch.
• Je kent de typische kenmerken van elke fase en schetst de evolutie
binnen elke fase.
• Je situeert en verklaart uitspraken van kinderen in het kader van het
taalontwikkelingsproces.
• Je beschrijft hoe tweedetaalverwerving verloopt.
• Je somt op welke invloedsfactoren een rol spelen bij
tweedetaalverwerving.
• Je legt uit wat de taak is van een leraar bij taalverwerving.
Het is noodzakelijk dat een leraar weet hoe een ‘normale’ taalontwikkeling
verloopt:
• om de taalontwikkeling van kleuters te kunnen opvolgen
• om problemen te herkennen
• om de taalontwikkeling te kunnen stimuleren
1. inleiding
Waarom taal ontwikkelen?
We hebben taal nodig om te leren!
En dus: waarom leren we op school taal?
a. om allerlei situaties in de wereld beter te kunnen
aanpakken (= communiceren)
b. om eigen gedachten, gevoelens en ervaringen te
kunnen verwoorden (= conceptualiseren)
-> Taal is dus een middel, geen doel op zich.
Anders gezegd: we moeten niet leren over taal, maar taal leren gebruiken.
Hoe leert een kind zijn moedertaal?
1. Waarmee begint taal leren?
Luisteren – ritmes luisteren
2. Wat doen we, als we met een baby praten?
Trager spreken, herhalen, aanwijzen = child directed speech
3. Hoe komt het dat er verschillen zijn tussen kinderen?
Input ouders, genetische verschillen
,Iedere mens heeft een aangeboren taalvermogen = een aangeboren
aanleg om taal te leren.
Activeren -> contact met talig milieu
INTERACTIONISTISCHE THEORIE -> verwerft in interactie met omgeving
- stimulerende omgeving
- rijk taalaanbod
- veel interactie
0-6j = taalgevoelige fase - > fase waar ze gemakkelijk taal leren
(mondeling!)
Wat als er géén (menselijk) taalaanbod of interactie is tijdens de
taalgevoelige fase?
Enkel nog klanken imiteren
Kleuterleidster moeten de hersencellen van kinderen prikkelen.
Fonetiek Kennis van klanken
Kennis van gebruik klanken in woorden.
Elke taal kent zijn eigen klankverschillen die een
betekenisverschil uitdrukken. Baby’s leren na 6 maanden om
Fonologie die klankverschillen in hun moedertaal te herkennen
Kennis van de bouw van woorden en van de regels om nieuwe
Morfologie woorden te maken
Syntaxis Kennis van combinaties van zinnen
Semantiek Kennis van betekenis woorden en zinnen
Lexicon Woordenschat
2. Een chronologische kijk op taalverwerving
4 fasen tussen 0 en 5 jaar:
, prelinguale fase
vroeglinguale fase
differentiatiefase
uitbreidingsfase
-> gebaseerd op gemiddelden
-> tempoverschillen tussen kinderen
aanleg
taalaanbod
karakter
2.1 prelinguale fase (0-1j)
Betekenisloze klanken
Taalontwikkeling is een hersenproces dat al voor de geboorte van het kind
begint: hersencellen ontwikkelen zich, er vormt zich een taalgebied in de
hersenen
Eerste maanden evolutie op vlak van fonologie -> klanken en geluiden van
elkaar onderscheiden, experimenteren met klanken
Vermogen luisteren van voor de geboorte: stem moeder herkennen +
omgevingsgeluiden Na geboorte klanken onderscheiden
Baby’s spreken niet met woorden, wel met lichaamstaal, huilen, geluiden
produceren
3-4 maand: klinkergeluiden onbewust produceren. Dit vocaal spel niet
gebonden aan 1 taal
Ouders reageren op die klanken -> kls gestimuleerd om nog meer te
experimenteren en leren converseren
7 maand: brabbelen:
1st repetitief brabbelen = herhalen van dezelfde combinaties
Daarna gevarieerd brabbelen= afwisselen van verschillende
klankcombinaties
9-12 maand: bij conversatie meer geluiden van volwassene imiteren +
nemen initiatief tot gesprek
Baby’s: leren veel uit één-ééninteracite met volwassene:
In rechtstreekse interactie
CHILD DIRECTED SPEECH (CDS)
Examenvraag: wat is het? Wat doen ouder?
• taal van volwassene in een 1-1-interactie met het kind
• anders dan gewone taal
, • verandert mee met(en loopt voorop) de taalontwikkeling van het kind
Door:
o betekenis geven aan klanken
o dingen benoemen
o vragen stellen
o hoge stem
o articuleert veel nadrukkelijker
o expressie
o Groeit mee met kind
dit is de belangrijkste motor van ontluikende taalverwerving
Taal baby nog niet betekenisvol maar volwassen koppelt toch betekenis
aan uiting toe
2.2 Vroeglinguale fase (1-2j6m)
Betekenisvolle woorden
Fase van peutertaal
fonologische ontwikkeling gaat verder + basis gelegd voor:
ook basis gelegd aan 2 andere pijlers
semantiek
syntaxis
Semantiek:
van brabbelen naar betekenisvol taalgebruik
link tussen taal en voorwerp, handeling of situatie
moeilijk uit te maken in begin wat brabbel is en wat woord
woordgebruik = dezelfde klancombinatie herhaalderlijk gebruiken in
dezelfde situatie gekoppeld aan dezelfde betekenis;
1 jaar -> eerste woord
onderscheid taalproductie en taalbegrip:
14 maanden: 87% kent 100woorden
meeste zeggen maar enkele woorden maar kennen er meer
2 jaar: 500 woorden -> woordenschatspurt
Woordenschat fasen: examenvraag
labelen: koppelen woorden aan concrete dingen uit omgeving
(prentjes bekijken benoemen)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper valerieruysschaert. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.