In dit document heb ik alle domeinen (1 tot en met 9) van de kennisbasis Nederlands samengevat. Van elk domein heb ik de kwadranten 1 tot en met 3 samengevat. Deze samenvatting kan je dus voor bijna alle VK Taal vakken gebruiken op de Pabo. Daarnaast komt deze samenvatting goed van pas bij de lande...
, 1. Luistervaardigheid
1.1 Kwadrant 1
1.1.1 Luistervaardigheid
Bij luistervaardigheid gaat het om begrijpen, interpreteren, evalueren en samenvatten van wat je hoort. De
luisteraar moet bekwaamheden bezitten als beschrijving kunnen volgen, gevoelens en meningen begrijpen
en waarderen, inhoud kunnen interpreteren en beoordelen of uitleg volgen. Luisteraar moet strategie van
spreker doorzien, passende feedback geven en vragen stellen om erachter te komen wat spreker wil
zeggen (actief luisteren).
1F is het fundamentele niveau dat stelt dat de leerling kan luisteren naar eenvoudige teksten over
alledaagse, concrete onderwerpen die aansluiten bij leefwereld. Streefniveau 1S houdt in dat leerling kan
luisteren naar gesprekken, ook over onderwerpen die verder van de leerling afstaan. De leerkracht dient
leerlingen te ondersteunen in de ontwikkeling van actieve luistervaardigheid.
1.1.2 Spreekvaardigheid
Leerkracht stimuleert ontwikkelen van spreekvaardigheid van leerlingen. Spreker brengt zijn gedachten
onder woorden, structureert zijn verhaal en sluit aan bij het doel van het publiek. Hij zendt non-verbale
signalen uit met mimiek, gebaren en lichaamshouding. Hiermee kan hij het verhaal ondersteunen en de
aandacht vasthouden. Het voeren van gesprekken stimuleert de taalvaardigheid. Op school leren kinderen
gesprekken te voeren in formele taalgebruikssituaties over complexere onderwerpen met expliciete
gespreksregels. Kinderen leren monologen te houden, hierbij vervult de leerling 1 rol (spreker).
1F is het fundamentele niveau dat stelt dat de leerling eenvoudige gesprekken kan voeren over
vertrouwde onderwerpen in dagelijks leven en op en buiten school. Voor monologen betekent dit dat de
leerling in eenvoudige bewoordingen een beschrijving kan geven, informatie kan geven, verslag kan
uitbrengen, uitleg en instructie kan geven in alledaagse situaties in en buiten school. Het streefniveau 1S
houdt in dat de leerling uiting kan geven aan meningen, informatie kan uitwisselen en gevoelens onder
woorden kan brengen in gesprekken over ook niet-alledaagse onderwerpen. Voor monologen betekent dit:
de spreker kan redelijk vloeiend en helder ervaringen, gebeurtenissen, meningen, verwachtingen en
gevoelens onder woorden brengen over onderwerpen uit opleiding en van maatschappelijke aard.
Leerkracht moet de leerling vertrouwd maken met diversiteit aan gesprekken en monologen.
Het referentiekader geeft inzicht in het uitvoeren van een spreektaak, met volgende kenmerken:
Beurten nemen en bijdragen aan samenhang
Afstemming op doel
Afstemming op gesprekspartner(s)
Woordgebruik en woordenschat
Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing
Op basis van deze kenmerken kan het niveau van de leerling worden vastgesteld.
1.1.3 Luisterdoelen
Voorbeelden van luisterdoelen:
Iets te weten willen komen
Een bepaald gevoel willen ondergaan
Zich een mening willen vormen
Een bepaalde handeling willen uitvoeren
Een spel mee willen spelen
1.1.4 Luisterstrategieën
Om luisterdoelen te realiseren kiest luisteraar bewust of onbewust een strategie, zoals:
Globaal luisteren (grote lijnen)
Intensief luisteren (details ook belangrijk vinden)
Gericht luisteren (specifieke informatie oppikken)
Kritisch luisteren (mening vormen)
,Leerkracht geeft leerling inzicht in luisterstrategieën en leert hem deze bewust in te zetten. De luisteraar
kan de volgende strategieën gebruiken:
Oriënteren op luisterdoel
Oriënteren op onderwerp en eigen kennis daarvan
Oriënteren op soort luistertekst
Oriënteren op spreker
Reflecteren op luistertaak
Monitoren van luistertaak
Evalueren van luistertaak
Leerkracht daagt leerling uit om de strategie af te stemmen op de tekstsoort. De manier van luisteren kan
variëren van passief tot actief luisteren. Actief luisteren is de vorm waarbij de luisteraar zich maximaal
inzet om de spreker te volgen en begrijpen, met middelen als aankijken, luisterresponsen geven (knikken)
en vragen stellen.
1.1.5 Spreekdoelen
Spreker heeft altijd bewust of onbewust een doel. Leerkracht moet aandacht besteden aan de volgende
doelen:
Amuseren (bijvoorbeeld mop vertellen)
Informeren (bijvoorbeeld vertellen hoe laat het is)
Instrueren (bijvoorbeeld wegwijzen)
Overtuigen (bijvoorbeeld vertellen hoe goed een boek is)
Leerling moet leren dat hij zijn strategie moet afstemmen op luisteraar en spreekdoel. Zo kan de spreker
kiezen voor een bepaalde vorm of type taalgebruik.
1.1.6 Spreekstrategieën
Om spreekdoelen te realiseren kiest de spreker bewust of onbewust een strategie. Leerkracht stimuleert
leerling zicht te krijgen op zijn strategiegebruik en leert hun strategieën bewust in te zetten bij gespreks- en
spreektaken.
Spreekstrategieën zijn:
Oriënteren op het doel van spreektaak
Oriënteren op onderwerp en eigen kennis daarvan
Oriënteren op soort spreektaak
Oriënteren op gesprekspartner(s) of publiek
Reflecteren op spreektaak
Monitoren van spreektaak
Evalueren van spreektaak
1.1.7 Spreektechniek
Spreker heeft controle over zijn tong-, lip- en gehemeltespieren, zodat hij klanken kan produceren.
Leerkracht besteedt aandacht aan de volgende aspecten:
Uitspraak
Articulatie
Intonatie
Afhankelijk van spreeksituatie varieert spreker in volume, tempo en stemhoogte. Spreektechniek vormt
een onderdeel van logopedie.
1.1.8 Sociale taalfuncties
Spreker hanteert sociale taalfuncties die betrekking hebben op interactie tussen mensen. Leerkracht
besteedt aandacht aan volgende functies:
Zelfhandhaving: zichzelf verdedigen of bezit beschermen
Zelfsturing: eigen handelingen met woorden ordenen of plannen aankondigen
Sturing van anderen: beïnvloeden van gedrag van anderen
, Structurering van gesprek: bijvoorbeeld beurten aangeven
1.1.9 Cognitieve taalfuncties
Spreker hanteert cognitieve functies van taal om te verwijzen naar betekenissen en concepten. Cognitieve
taalfuncties verwijzen naar conceptualiserende functie van taal. Via taal benoemt en ordent hij
werkelijkheid. Leerkracht besteedt aandacht aan verschillende cognitieve functies (gerangschikt o.b.v.
mate van complexiteit:
Rapporteren: verslag doen van iets wat in werkelijkheid voorkomt (bijvoorbeeld: benoemen,
beschrijven, vergelijken)
Redeneren: beschrijving waarin extra denkstap wordt verwoord (bijvoorbeeld: chronologisch
ordenen, concluderen, middel-doelrelatie, oplossen van probleem, oorzaak-gevolgrelatie)
Projecteren: verplaatsen in gedachten en gevoelens van anderen
1.1.10 Taalgebruiksbewustzijn
Bij mondelinge taalvaardigheid is het niet alleen belangrijk om taalvaardiger te worden, maar ook dat de
leerling reflecteert op zijn mondelinge taalgedrag. Dat betekent dat de leerling zijn spreek- en luistergedrag
kan plannen, sturen, bewaken en controleren. Dat hij patronen en rollen in gesprekken herkent, zich
bewust is van communicatieve houding, beurtwisselingen en de rolverdeling in gesprekken.
1.1.11 Luistertaken
Uitvoeren van een luistertaak vergt cognitieve inspanning omdat luisteraar actief nadenkt over wat hij
hoort en informatie verwerkt. Actief luisteren is ook wel begrijpend luisteren.
Luisteren naar instructies
Luisteren als lid van een live publiek (luisteren naar iemand die fysiek aanwezig is)
Luisteren naar radio en televisie en naar gesproken tekst op internet
1.1.12 Spreektaken
De leerkracht moet aandacht besteden aan alle soorten gesprekken zoals filosofisch gesprek, kringgesprek,
interview of leergesprek. Voor het jonge kind onderscheiden we specifieke gesprekken bijvoorbeeld
taaldenkgesprekken, probleemoplossende gesprekken en ontwikkelingsgerichte gesprekken. De
onderwerpen worden abstracter en er worden hogere eisen gesteld aan taakuitvoering. In hogere groepen
kunnen leerlingen zelfstandig gespreksregels toepassen en neemt de hulp van de leerkracht af. De
leerkracht kan verschillende rollen innemen: gesprekspartner, coach of gespreksleider. Daarnaast
begeleidt de leerkracht de spreker bij voorbereiden en uitvoeren van mondelinge presentatie. De volgende
stappen worden hierbij genomen: oriënteren op inhoud, doel en publiek bepalen, plannen, presenteren,
reflecteren op doel en inhoud. Spreektechniek is tijdens de uitvoering van belang. De leerkracht maakt
weloverwogen keuzes zodat de spreker de vaardigheden optimaal kan ontwikkelen. Het is van belang dat
spreektaken in een betekenisvolle context plaatsvinden, alleen dan zullen leerlingen zich optimaal inzetten
om het gesprek goed te laten verlopen.
1.1.13 Taalgebruikssituaties
Leerkracht besteedt aandacht aan conventies binnen diverse taalgebruiksstituaties. Situatie waarin
gesprek of monoloog plaatsvindt wordt bepaald door moment, plaats en aanwezigen. In zo’n situatie is er
sprake van conventies waaraan deelnemers zich houden en de onderlinge relaties spelen hierin een
belangrijke rol. De situatie bepaalt voor een groot deel de manier van spreken.
1.1.14 Gesprekspatronen
Ieder gesprek kent de communicatiestructuur zender-boodschap-ontvanger. Daarmee onderscheiden we 2
rollen in een gesprek: spreker en luisteraar, deze rollen wisselen tijdens het gesprek (beurtwisselingen).
Afhankelijk van spreek- of luisterdoel worden strategieën gekozen en daarmee verschillende bijdrage
geleverd aan het gesprek. De gesprekssituatie beïnvloedt de rol die deelnemers aannemen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bmbakker. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,49. Je zit daarna nergens aan vast.