Zie QUIZLET voor afkortingen per hoofdstuk
1. Introductie en basisbegrippen
Zie cursus
2. Energie -en eiwitverrijkt dieet
Doel = nastreven of herstellen van de goede voedingstoestand
Een persoon verkeert altijd in een goede voedingstoestand als hij op elk tijdsstip van de dag over alle voedingsstoffen
in voldoende mate beschikt, noodzakelijk voor zijn optimaal functioneren. Dit betekent: afwezigheid van puntdepleties
en een goed lichaamsgewicht
− Extra vit. B12: vegetariërs en veganisten
− Te veel is ook niet goed
− Absorptie!
2.1 Oorzaken slechte voedingstoestand
= malnutritie ➔ heel groot probleem met verschillende oorzaken
❖ Verhoogde energieverliezen
➢ Maldigestie, malabsorptie met diarree
➢ Overmatig zweten
➢ Verliezen van wondvocht
❖ Beperkte voedselinname
➢ Beperkte eetlust
▪ Pijn, ongemak, misselijkheid, depressie, eenzaamheid, vermoeidheid, veranderde smaak/geur
• Depressie: mentaal, geen zin om te eten of veel te eten
• Elke dag hetzelfde eten: bepaalde tekorten
➢ Fysieke beperking
▪ Waardoor eten zelf, boodschappen doen, koken niet/moeilijk gaat of afhankelijk van toiletgang: PDS
➢ Beperkte financiële middelen
❖ Verhoogd energieverbruik
➢ Metabole stress
▪ Stress tgv. Beschadigd weefsel/weefseltrauma, infectie, inflammatie, na operatie…
➢ Verhoogde ademarbeid; meer E ➔ COPD
➢ Meer fysieke activiteit vb. rolstoel
➔ Puntdepleties en G-verlies
2.2 Fasen in begeleiding
2.2.1 Nutritional. Assessment = diagnostische fase
− Cliëntoriëntatie, diëtetisch onderzoek
− Technische handelingen: interpretatie klinische blik, voedingsanamnese, antropometrie,
functionaliteitsmetingen (oef. Met een vwp.), analyse biochemische parameters en onderzoeksresultaten
= detecteren persoonlijke oorzaken slechte VT en En-behoefte
➔ Diëtetische diagnose
Klinische blik
= uiterlijke kenmerken van de patiënt
− Wat je ziet of opmerkt als je de ziekenhuiskamer binnenstapt
− Ingevallen gelaat: zien er vaak heel moe uit
− Traag reactievermogen tot afwezigheid
o Apathisch, passief, vermoeid, geen belangstelling, weinig/niet spreken
− Slechte conditie van de huid
o Dof, schilferig, bleek
o Blauwe plekken ➔ bloedarmoede tgv. Vit. B12 tekort, verminderde weerbaarheid huid tgv.
Dehydratatie, verstoorde balans fibrinogeen en antitrombine
− Slechte conditie haar
− Slechte conditie nagels
Kimmy Mesbahi EBD: Toegepaste dieetleer 1
, − Slappe handdruk
− Vochtophoping/oedeem (buik! Vooral eiwitondervoeding), spierverlies (let op de benen) of tekenen van
dehydratatie
o Kan je niet altijd waarnemen
− Vaak klachten van duizeligheid en hoofdpijn
Voedingsanamnese
− 24u recall ➔ wat allemaal gegeten en gedronken (soms moeilijk om te herinneren voor de patiënt)
− Eetdagboek
− Dietary history (gemiddeld over een week)
➔ Ambulant
− Voedingsbalans miv vochtbalans
o Ingevuld door logistiek medewerker die borden afruimt
o Wat brengen bezoekers mee!
− Meet-en weet innameregistratiemethode ➔ 1 punt = 130 kcal / = 5 g eiwitten
➔ Ziekenhuis of RVT en thuiszorg
Antropometrie
− Lichaamslengte (LL)
o Liggend bij zuigelingen
o Staand bij kinderen/volwassenen
o Vanuit armspanwijdte of kniehoogte bij ouderen en minder mobiele of bedlederige personen:
formule
− Lichaamsgewicht (LG)
o Klassieke weegschaal
o Bedweegschaal
o Weegstoel
− BMI
o Volwassenen, ondervoeding als BMI
▪ < 20 kg/m2 bij < 70 jaar (18,5 kg/ m2 Aziatisch)
▪ < 22 kg/ m2 bij >70 jaar (<20 kg/m2 Aziatisch)
o Kinderen: groeicurven
▪ Aanwezigheid groeiachterstand? Obv te verwachten LL
• VUB
o Meisjes: (LL papa (cm) + LL mama (cm))/ 2 – 6,5 cm
o Jongens: (LL papa (cm) + LL mama (cm))/ 2 + 6,5 cm
▪ LG naar leeftijd of BMI (zonder groeiachterstand) naar leeftijd (met groeiachterstand)
▪ Evolutie is hier belangrijk!
− Gewichtsevolutie
o Volwassenen: % recent onbedoeld gewichtsverlies = (vroeger LG – huidig LG)/vroeger LG x 100%
OF verloren LG / vroeger LG x 100%
o Kinderen: afbuigende groeicurve voor LG of ook groeiachterstand?
− Relatieve referentie-G index
o RefG bij volwassenen:
▪ Huidig LG/referentieG x 100%
▪ RG = LG ~ BMI 21,5 bij vrouwen, BMI 23 bij mannen
▪ Conclusie
• 90-110%: normaal
• 80-90%: ondergewicht graad 1
• 60-80%: ondergewicht graad 2
• <60%: zeer ernstig ondergewicht
o RefG bij kinderen:
▪ Huidig LG / relatief RG x 100%
Kimmy Mesbahi EBD: Toegepaste dieetleer 2
, ▪ Waarbij relatief referentiegewicht = LG ~ p50 BMI (geen groeiachterstand) of LG naar
leeftijd curve (wel groeiachterstand)
▪ Conclusie
• 90-120%: optimaal
• 85-90%: significant ondergewicht
• < 85%: ernstig ondergewicht
− Lichaamssamenstelling; vooral aandacht voor spierverlies
o Lean body mass (LBM) vetpercentage obv. Huidplooidiktemeting, bio elektrische impedantie
analyse (BIA)
▪ Berekening vetvrije massa: zie ppt voor formules
• Spieren, vocht, bloed…
o Mid arm muscle circumference (MAMC)
▪ Mid arm circumference (cm) – (3,14 x triceps skinfold (cm))
• Thv. Triceps: want minst gevoelig voor foute interpretatie te wijten aan oedeem
Functionaliteitsvragen
− Beweegpatroon, functionele beperkingen en vermoeidheid
Functionaliteitsmetingen
− Spierkracht met isokinetische test
o Beeld over algemene spierkracht
− Conditie met inspanningstest
o Meestal doorverwijzen
− Algemene dagelijkse levensverrichtingen
Biochemische parameters
− Afweer
o Metabole stress met weefselschade, infectie… ➔ afweer
o Signaalstoffen zoals TNFalfa (proinflammatoir)
▪ Neveneffecten
• Insulineresistentie
• Osteoporose
o Neutrofiele granulocyten en macrofagen
o Cytokines produceren: boodschappers die bepaalde signalen al dan niet doorgeve,
o Lever
▪ Positieve acute fase eiwitten
o Aanmaak gestimuleerd via IL-6 en TNFalfa
o Stijgen bij metabole stress
o C-reactief proteïne (CRP) ~ ontsteking
o Fibrinogeen ~ bloedstolling ~ bezinkingssnelheid
▪ Negatieve acute fase eiwitten
• Dalen bij metabole stress
• Albumine, referentie (<35g/l); heel traag dalen
o Daalt traag bij achtergaan van de VT ( negatieve N-balans)
o Stijgt traag bij herstel VT
o Schijnhoge calciëmie want beperkte binding met albumine, idem voor Zn,
oedeem wegens daling oncotische of colloïd osmotische druk en
dillutiehyponatriëmie (veel vocht ophouden ➔ minder Na) (<125 mmol/l)
• Pre-albumine (<150 mg/l) (daalt snelst)
o Aanmaak wordt onderdrukt door pro-inflammatoire cytokines
• Transferrine (<2g/l) = eiwit dat Fe transporteert
• Anti-trombine
o Dus bloedstolling minder geremd
− Invloed van vasten op substraatgebruik
Kimmy Mesbahi EBD: Toegepaste dieetleer 3
, − Invloed cytokines, ontstekingsmediatioren en stresshormonnen op substraatgebruik
− Nutritionele risico-index
o NRI = 1,519 x albuminemie (g/l) + 0,417 x (100% - %ROGV)
o OF NRI = 1,519 x albuminemie (g/l) + 41,7 x (huidig LG/vroeger of RefG) (vroeger indien dit een goed
LG was)
o Conclusie
▪ <83, 5 = belangrijke graad van ondervoeding
▪ 83,5 -97,5 = matige graad van ondervoeding
▪ > 97,5 = geen ondervoeding
− Katabole index (g/d)
▪ = 24-uurs ureum stikstof excretie – ((0,5 x N-inname via voeding) + 3g)
• 0,5 = 50% van verteerde proteïne wordt gebruikt om via gluconeogenese nieuwe
glucose te vormen
• +3g = non – ureum stikstofverlies te wijten aan verlies via exsudaten, maar vaak
onderschatting bij open wonden
• Intacte nierfunctie en een 24-uurs collectie van de urine is vereist om deze formule te
gebruiken; anders wordt er te veel ureum terug opgenomen en niet gefilterd
2.2.2 Nutritional suport = therapeutische fase
− Behandeldoelen
− Aanbevelingen, uitvoeringsafspraken
− Praktische vertaling van de aanbevelingen
o Informatie en instructie = educatie
o Begeleiding bij gedragsverandering = samenwerken
= verstrekken van gepersonaliseerd advies en coaching (barrières ➔ oplossingen)
− Stimuleren
o Gedragsverandering fasen
▪ Precontemplatie: ziet het probleem niet; wil er niets aandoen
▪ Contemplatie: weet dat er een probleem is; wil er niets aandoen
▪ Preparatie: beseft dat er iets moet gebeuren ➔ actie
Behandeldoelen
− Bij een acuut ziektebeeld of opstoot van een chronische ziekte
Kimmy Mesbahi EBD: Toegepaste dieetleer 4