2VZOM: Geneeskunde-Heelkunde: pathologie:
Lessen Dirk Franckaert (cardio-, neuro-, endocrinologie)
Cardiologie:
Trombo-embolische aandoeningen:
- Definitie = aandoeningen gepard gaande met aanwezigheid van een bloedklonter in
een bloedvat, leidend tot een vernauwing of afsluiting van dat bloedvat. Zowel in de
arteriën als in venen mogelijk.
- Bevorderende factoren:
• Artherosclerose
• Vertraagde bloedstroom: bv: immobilisatie (heelkundige ingreep,
bedlegerigheid, verlamming), varices, zwaarlijvigheid, zwangerschap, etc.
• Erfelijke trombofilie (verhoogde stolbaarheid van bloed): bv: tekort aan
antitrombine, tekort aan proteïne C, tekort aan proteïne S,etc.
• Kanker
• Hartritmestoornissen: VKF
- Symptomen:
• Afhankelijk van lokalisatie van trombus of embool: bv: kransslagader = acuut
myocardinfarct, beenslagader = acute ischemie van het been, hersenslagader
= herseninfarct, longslagader = longembolie, beenader = diepe veneuze
trombose
- Diagnose:
• Klinisch beeld
• Bloedonderzoek, beeldvorming
- Behandeling:
• Trombolyse (met trombolytica) – embolectomie
• Heparine of LMGH (bv: Clexane), gevolgd door orale anticoagulantia
(coumarines: marevan, sintrom)
- Anticoagulantia = remmen de vorming van trombone en de omzetting van
fibrinogeen in fibrine.
• Indicaties: preventie en behandeling van trombo-embolische processen (bv:
longembolie)
, • Heparine en laag moleculair gewicht heparines (LMGH) = activeren het
natuurlijke antistollingseiwit antitrombine (antitrombine remt de werking van
trombine maar ook allerlei andere stollingsfactoren).
o Ongewenste effecten:
▪ Bloedingen: antidoot beschikbaar voor heparine
(protaminesulfaat)
▪ Heparine-geïnduceerde trombocytopenie
o LMGH (bv: clexane) zijn even doeltreffend als heparine, maar
veroorzaken minder ongewenste effecten da heparines. LMGH
worden subcutaan toegediend. De therapeutische dosis van LMGH ligt
hoger dan de preventieve dosis. De dosis hangt ook af van het
lichaamsgewicht van de patiënt. Het halfleven van LMGH is groter dan
dat van heparine wat toelaat om hun toediening te beperken tot ½
subcutane inspuitingen per dag.
o Voordeel LMGH: geen stollingstesten nodig voor de meeste patiënten.
• Vitamine K-antagonisten (VKA): bv: Sintrom. Remmen thv de lever de
aanmaak af van stollingsfactoren II,VII,IX,X door de werking van vitamine K af
te remmen.
o Orale inname
o Geneesmiddelen met een nauwe therapeutisch-toxische marge
o Regelmatige controle door bloedonderzoek (stollingstesten) is nodig
om de dosering van VKA zo nodig bij te stellen. De dosis die nodig is,
wisselt van persoon tot persoon en van dag tot dag. Het
antistollingseffect van VKA dient binnen de nauwe therapeutische
zone gehouden te worden door aanpassing van de dosis. We streven
naar een dosering die een goed therapeutisch effect oplevert
(preventie van trombo-embolie) en tegelijkertijd veilig is (weinig
gevaar op bloedingen). Om te kunnen meten hoe sterk iemand
ontstold is, wordt het begrip INR gebruikt. Bij patiënten onder
behandeling met VKA streven we naar INR-waarden tussen 2 en 3.
o Als iemand te veel ontstold is (INR_waarde hoger dan 4,5) neemt het
risisco op potentieel levensbedreigende bloedingen (oa
hersenbloedingen) aanzienlijk toe.
o Antidoot: vitamine K1 (Konakion)
o Heel wat andere geneesmiddelen kunnen in interactie treden en de
onstollende werking van VKA versterken of verzwakken. BV:
combinatie van VKA met bloedplaatjesaggregatieremmers en NSAI
heeft verhoogde kans op bloedingen tot gevolg. Er is ook interactie
mogelijk met sommige voedingsmiddelen.
• Directe orale anticoagulantia (DOAC): remmen rechtstreeks een bepaalde
stap in het stollingsproces.
o Orale inname
o Voordelen: vaste dosering voor elk type patiënt; geen regelmatige
bloednames nodig.
o Ongewenst effect: risico op bloedingen; voor 1 van de DOAC is er een
specifiek antidoot ter beschikking
Aandoeningen bloedvaten onderste ledematen:
,- Etalagebenen (Perifeer arterieel vaatlijden):
• Wat: vernauwing beenslagader = arteriële insufficiëntie OL
• Oorzaak: artherosclerose
• Symptomen: kramppijn in been/benen bij inspanning, pijn neemt af na korte
rustpauze, in later stadium ook pijn in rust en nachtelijke pijn, eindstadium:
veranderingen thv huis, arterieel ulcus, gangreen.
• Diagnose: beeldvorming
• Behandeling:
o Rookstop, wandelen, aspirine in lage dosis.
o Aangezien myocardinfarct en CVA belangrijke doodsoorzaken zijn bij
pt met perifeer arterieel vaatlijden, is de aanpak van CV
risicofactoren, zoals diabetes, hypertensie en hypercholesterolemie
zeer belangrijk.
o Ballondilatatie (met plaatsen van stent).
o Heelkundige ingreep: bypass
• Verwikkeling: acute ischemie van het been tgv plotse afsluiting beenslagader
door bloedklonter
, - Chronische veneuze insufficiëntie (OL):
• Wat: afvoerstoornis veneus bloed in de beenaders
• Oorzaak: niet meer voldoende sluiten van de kleppen in de beenaders
(erfelijkheid)
• Bevorderende factoren: lang staan of zitten, overgwicht, zwangerschap, etc.
• Symptomen:
o Zware benen, pijn in de benen, krampen
o Oedeem enkels
o Varices
o Trofische huistoornissen: verkleuring huis, veneus ulcus
• Diagnose: doppler
• Verwikkelingen: DVT
• Behandeling:
o Omhoogleggen vd benen, lichaamsbeweging
o Elastisch steunverband of op maat gemaakte elastische steunkousen
(compressietherapie)
o Venotrope geneesmiddelen (bv. Daflon)
o Sclerotherapie
o Heelkunde