1. Mendeliaanse overerving
4.1 Mendel’s experimenten
• Mendel bestudeerde de erwt
o Verkrijgbaar in verschillende vormen en kleuren
• ….
Kruisingsexperimenten
• 1 van de experimenten van mendel :
o Bestuiven van een paarse bloemen plant met de pollen van een
witte bloemen plant
• Planten uit ouderlijke generatie/parentale generatie (P) zijn de zuivere lijnen
• Nakomelingen van de P-generatie zijn de filiale generatie (F1)
• En zo verder
• Mendel ontdekte dat sommige eigenschappen onderdruk werden door andere zo
kwam hij bij de termen
o Dominant
o Recesief
Hij zag dat er bij de F2 generatie +/- een 3/1 verhouding ontstond
• Vervolgonderzoek toonde aan dat
o ….
Het model van mendel
• Op basis van de experimenten trok mendel enkele conclusie
1) Het bestaan van genen
• Contrasterende fenotypische verschillen en hun overervingspatroon
werden toegekend aan bepaalde erfelijke factoren genen
2) Genen komen voor in paren
• Hij besloot dat het gen verschillende vormen kon aannemen waarbij elke
vorm overeenkomt met een bepaalde verschijningsvorm van een
kernmerk
allelen
• Homozygoot en heterozygoot
o Wanneer zich op beide homologe chromosomen 2 dezelfde allelen
bevinden voor een kernmerk is men homozygoot voor dat
kernmerk
Individuen van een raszuivere lijn met 2 dezelfde allelen
(AA of aa)
o Wanneer 2 verschillende allelen aanwezig zijn voor een kenmerk
op de homologe chromosomen dan is men heterozygoot voor dat
kenmerk
Individuen met 2 verschillende allelen (Aa)
• Fenotype of genotype
o Onderscheid op basis van de uiterlijke verschijningsvorm van
een kenmerk = fenotype
o Onderscheid op basis van de genetische basis van een kenmerk
= genotype
, lOMoARcPSD|2984361
3) Geneparen worden gehalveerd in gameten
• Om tot expressie te komen in een latere generatie moeten allelen
hun weg vinden naar de gameten
• Om te voorkomen dat het aantal genen verdubbelt door het
samensmelten van de gameten veronderstelde mendel dat
de genenparen gesplitst worden
o Meiose
4) Gelijke segregatie
• De leden van een genenpaar segregeren gelijk in gameten :
o De helft van de gameten bevat het ene deel van het genenpaar
o De andere heft van de gameten bevat het andere deel van
het genenpaar
5) Willekeurige bevruchting
• Versmelting van een gameet van elke ouder om een zygote te
vormen gebeurd willekeuring
o Gameten worden gecombineerd onafhankelijk van de allelen
die ze dragen
4.2 Monohybride kruisingen
Dominant recessieve overerving
• Experimenten van mendel vallen onder dominant-recessieve monohybride kruisingen
• Bv
o wanneer men raszuivere gele zaden kruist met raszuivere groene zaden, dan
is de F1 100% geel en in de F2 (ontstaan door zelfbestuiving) krijgt men 75%
gele zaden en 25% groene zaden
Bij erwten is de gele kleur dominant over de groene kleur. De
groene kleur is recessief ten opzichte van de gele kleur.
Symbolische voorstelling van het kruisingsexperiment
• Om het genotype van de nakomelingen te bepalen kan men gebruik maken van
het vierkant van Punett
o Zie oefeningen
, lOMoARcPSD|2984361
Intermediaire en codominante overerving
• Voorbeeld bloemkeur
o Kruist men raszuivere rode bloemen met raszuivere witte bloemen, dan is
de F1 100% roos, in de F2 zijn 25% rode, 25%witt en 50% roze bloemen
Toont duidelijk de 1:2:1 verhouding in de F2 generatie
o Roos is een intermediaire vorm tussen rood en wit
Noch het allel rood , noch wit domineert heterozygoten vertonen
een mengvorm
• Voorbeeld: veerkleur van andalusische hoenders
o Sommige gevallen zullen de 2 varianten van een allelenpaar elk
afzonderlijk hun vorm fenotypisch tot uiting brengen
Er ontstaat geen mengvorm
o Beide allelen zullen apart hun stempel drukken op het fenotype
Allelen die zo werken = codominant
o Andalusiche hoenders : heterozygote vorm van zwart en wit is
een gespikkeld fenotype
Terugkruising
• Als men een homozygoot (F1) kruist met een heterozygoot (F2) = terugkruising
• Voorbeeld erwten
o Bij terugkruising van heterozygote gele zaden met homozygote
recessieve groene zaden worden 50% gele en 50% groene zaden
geproduceerd
o Bij terugkruising van een roze bloem met een witte bloem ontstaan 50%
roze en 50% witte bloemen
• Heterozygoten worden ook monohybriden genoemd
o Zelfbevruchting of interkruising van de F1 wordt een monohybride
kruising genoemd
Verhouding van 3:1
• In brede zin spreekt men over een monohybride kruising wanneer men 2
ouderlijnen kruist die slechts verschillen in 1 kernmerk of waarbij 1 kenmerk
bestudeerd wordt
Mendel’s wetten voor monohybride kruisingen
• Uniformiteitswet (eenvormigheidswet)
o Kruist men 2 (raszuivere) homozygote organismen die slechts in één
kenmerk verschillen dan zijn al de F1-nakomelingen identiek voor dat
kenmerk
o Het fenotype van de F1-hybriden kan dat van één van beide ouders
zijn (dominant-recessieve overerving) of tussen beide oudertypen in
liggen (intermediaire/codominante overerving)
• Dominantiewet
o Alle individuen uit de F1 generatie vertonen hetzelfde kenmerk als het
kenmerk van één van beide ouders (P generatie), indien één vorm van
het kenmerk dominant is
, lOMoARcPSD|2984361
• Segregatiewet (splitsingswet)
o Als de F1-hybriden, ontstaan door kruising van 2 homozygote ouders die in
één kenmerk verschillen, aan zelfbestuiving doen of onderling
voortplanten, dan is er bij de nakomelingen een opsplitsing volgens vaste
getallenverhoudingen:
Bij dominant-recessieve overerving is de verhouding 3/1 (75%-25%).
Bij intermediaire/codominante overerving is de verhouding
1/2/1 (25%-50-%25%)
• Reciprociteitswet (onafhankelijkheidswet)
o Verschillende kenmerken worden onafhankelijk van elkaar
overgeërfd (indien ze op verschillende chromosomen liggen)
Speciale gevallen
1) Multiple allelen
• Voorbeeld
o Het ABO-systeem van bloedgroepen is gebaseerd op de
aanwezigheid van de eiwitten (antigenen) “A” en “B” op het
membraan van de rode bloedcellen. Personen met bloedgroep
O hebben geen van beide eiwitten, personen met AB hebben
beide
o Wat betreft de overerving: A is dominant op O, B is dominant op
O, maar A en B zijn codominant
2) Letale factoren
• Voorbeeld
o Bij de muis domineert gele beharing op grijze, maar de
homozygoot gele muizen zijn niet levensvatbaar, ze worden allen
dood geboren. Gele muizen zijn dus steeds heterozygoot
Welke verhouding grijze en gele nakomelingen ontstaat
bij onderlinge kruising van gele muizen? (zie curses)
o Als de homozygote drager van een factor niet levensvatbaar
is, noemt men die factor letaal
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lorepepermans. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €0,00. Je zit daarna nergens aan vast.