Financiële planning
Inhoud
HO: Basisbegrippen Financiële Planning.................................................................................................2
DOELSTELLINGEN EVENEMENT..........................................................................................................4
BUDGETSOORTEN EN -TECHNIEKEN...................................................................................................6
H1: Inkomsten........................................................................................................................................8
Wie kan evenementen organiseren?..................................................................................................8
B2C versus B2B...................................................................................................................................9
Evenementen in eigen beheer..........................................................................................................10
Inkomstenbronnen evenementen in eigen beheer..........................................................................11
Evenementen in opdracht van derden.............................................................................................11
Inkomstenbronnen evenementen in opdracht van derden..............................................................12
H2: KOSTENINDELING EN KOSTPRIJSBEREKENING...............................................................................17
Types kosten (1)...............................................................................................................................17
Types kosten (2)...............................................................................................................................19
H3: Break-even analyse........................................................................................................................22
H4: Directe en indirecte kosten............................................................................................................29
Types kosten 3..................................................................................................................................29
H5: FULL COSTING VERSUS DIRECT COSTING.......................................................................................34
H6: Evenementen met meerdere edities..............................................................................................43
H7: Netto- versus brutobedragen.........................................................................................................48
BTW-regeling bij gratis en ruil..............................................................................................................51
H8: COMPONENTEN VAN EEN EVENEMENTENBUDGET.......................................................................54
H9: Financiële ratio’s............................................................................................................................61
,HO: Basisbegrippen Financiële Planning
Financiële planning
o niet gelijk aan, maar nauw verwant met boekhouden
o focus op budgetteren en kostprijsberekening
o vereist orde en nauwkeurigheid
Budgetteren
o = berekeningen maken op basis van kosten en opbrengsten
Kostprijs
o = de som van de kosten nodig voor de realisatie van een bepaalde prestatie
Resultaat
o = opbrengsten – kosten
Winst
o = opbrengsten > kosten
Verlies
o = kosten > opbrengsten
Break even
o als opbrengsten = kosten
Kosten en opbrengsten versus uitgaven en inkomsten
Uitgaven:
hetgeen je effectief betaalt
de betaling van een aankoop
veroorzaken daling van de liquide middelen
Inkomsten:
hetgeen effectief aan jou wordt betaald
de inning van een verkoop
stijging van liquide middelen tot gevolg
Een opbrengst is niet noodzakelijk gelijk aan een inkomst, noch is een kost per definitie gelijk
aan een uitgave!
Boekhoudkundig verschil
kosten en opbrengsten => resultatenrekening
,inkomsten en uitgaven => kasboek of post liquide op de balans
vennootschapsbelasting = 25 procent
10 000 10 000 10 000
- 2500 (VNB) - 2OOO (kosten) -2000 (VNB)
= 7500 = 8000 = 8000
2000 (VNB)
Oefening
Gaat het om een kost, opbrengst, uitgave of inkomst?
1. Je gaat een lening aan bij de bank. Dit geld wordt op je bankrekening gestort. Inkomst geen
opbrengst
2. Maandelijkse terugbetaling van het kapitaal. Uitgave geen kost
3. Te betalen interesten op een lening. Kost + als je ze betaald is het een uitgave
4. Aankoop en directe betaling laptop. Uitgave nog geen kost maar als je het afschrijft is het wel
een kost
5. Jaarlijkse afschrijving laptop. Kost geen uitgave
6. Verkoop aan klant, waarbij de klant contant betaalt. Opbrengst en Inkomst
7. Verkoop aan klant, waarbij er betalingsuitstel wordt verleend. Opbrengst en een inkomst is er
pas wanneer de klant betaald
8. Aankoop gsm niks van bovenstaande
Oefening
Je koopt op 5 mei een scansysteem aan ter waarde van € 1000. Je krijgt hiervoor 30 dagen
betalingsuitstel en je betaalt de factuur pas op 20 mei. Je zal je aankoop afschrijven op 5 jaar.
Gaat het om een kost, opbrengst, uitgave of inkomst?
Op 5 mei = gebeurt niets
Op 20 mei = uitgave
Op 31 december = kost
Oefening
Van den Borre verkoopt een Ipad op krediet aan een klant ter waarde van € 500. De klant zal
maandelijks € 50 kapitaal en € 5 interesten terugbetalen.
Geef weer wat dit betekent voor de opbrengsten en –inkomstenzijde bij Van den Borre.
Verkoopdatum = opbrengst
, Terugbetaling = inkomst
DOELSTELLINGEN EVENEMENT
Moet een evenement altijd winst maken?
Dit wordt bepaald door de doelstellingen van het evenement
Voorbeeld 1: Wijndegustatie
Een wijnhandel organiseert een wijnproeverij, waarbij de belangrijkste nationale inkopers
worden uitgenodigd:
• Doelstelling 1: Het bedrijf op een aangename manier aan de inkopers voorstellen.
• Doelstelling 2: Naverkoop van 80.000,00 EUR.
• Doelstelling 3: Binnen het budget van 25.000,00 EUR blijven.
Wat nog extra vermelden: tijd, zit mijn fee in die 25000 euro of niet, inclusief btw of exclusief btw,
is die prijs 80000 euro de omzet of niet
Voorbeeld 1 : Wijndegustatie
Na de degustatie: enthousiaste reacties van inkopers
=> Doelstelling 1 = behaald
Binnen twee weken na de degustatie: bestellingen ter waarde van 100 000,00 EUR.
=> Doelstelling 2 = overtroffen
Uiteindelijke kostprijs degustatie: € 30.000
=> Doelstelling 3 = niet behaald
Voorbeeld 2: Medisch congres
Medische organisatie van internisten organiseren hun jaarlijks congres.
• Doelstelling 1: Interessante sprekers aantrekken en een grote groep van leden naar
het congres krijgen.
• Doelstelling 2: Artsen in een aangename atmosfeer ontvangen en met elkaar laten
praten.
• Doelstelling 3: Break-even draaien.
Extra toevoegen: interessante spreken meer uitleggen, betalende of vrije inkom, is er een budget,
wat is aangenaam naar de mensen toe, geschikte locatie, catering, sponsoring
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper samtheeuws. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.