StuDocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit
Gedownload door Lisa Decock (decocklisa6@hotmail.be)
, lOMoARcPSD|5148096
Begrippenlijst Event Productie
1. Elektriciteit
ATOMEN allerkleinste bouwstenen waaruit materie is
opgebouwd
MOLECULE samengestelde stof (NaCl, H2O)
PROTONEN Positief geladen deeltjes in de kern
NEUTRONEN Deeltjes in de kern zonder lading
ELEKTRONEN Positief geladen deeltjes die zweven rond de
kern
ENERGIENIVEAU Elke elektron heeft een bepaalde energie de
afhankelijk is van de afstand van dit elektron tot
de kern.
ELEKTRONENCONFIGURATIE De verdeling van de elektronen van een
bepaald atoom over de verschillende mogelijk
energieniveaus.
SCHILLEN In het atoommodel van Bohr worden de
verschillende energieniveaus schillen genoemd.
Max. bezetting (2N²) → (Max 32)
EDELGASCONFIGURATIE Atomen streven telkens naar 8 elektronen op
de buitenste schil, want dit is een stabiele
situatie.
4 of minder op buitenste schil → afgeven
(geleiders)
meer dan 4 op buitenste schil → aantrekken
EDELGASATOOM Atoom waarbij de buitenste schil vol zit. Ze
hebben een gebrek aan reactiviteit en het is
lastig om de edelgasconfiguratie te veranderen.
Ze hebben een extra stabiliteit.
ION Dit is een geladen atoom. Atomen willen lijken
op edelgassen qua hoeveelheid elektronen.
Wanneer de schillen volzet zijn en er blijft nog 1
elektron over, dan moet dit migreren naar de
volgende schil. Dit is een VRIJE ELEKTRON.
Wanneer men bij een dergelijk atoom een
atoom plaatst met 7 elektronen op de buitenste
schil, dan krijgt dit tweede atoom het vrij
elektron.
Het atoom dat de elektron afgaf is nu positief
geladen.
METALEN Atomen met minder dan 4 elektronen op de
buitenste schil hebben de neiging deze af te
staan. Het zijn goede geleiders.
ISOLATOREN Atomen met meer dan 4 elektronen op hun
buitenste schil hebben de neiging om
Gedownload door Lisa Decock (decocklisa6@hotmail.be)
, lOMoARcPSD|5148096
elektronen bij te krijgen.
Begrippen
STROOMSTERKTE Hoeveelheid lading die er per seconde door een
draad heen bewegen.
Symbool: I (Intensiteit)
→ verplaatsing elektrische lading (Q) per
tijdseenheid (T)
Eenheid: A (ampère)
Elektrische lading wordt gemeten in Coulumb
(c)
Stroomsterkte wordt gemeten in Ampère
SPANNING De druk die nodig is om een elektrische stroom
te laten lopen. Het is het potentiaalverschil
tussen twee punten in een elektrisch circuit.
Hoe groter + en – van elkaar verschillen, hoe
beter ze elkaar aantrekken en hoe sneller ze er
doorlopen.
Symbool: U
Eenheid: V (Volt)
HOOGSPANNING De leidingen die de elektriciteit van de
energiecentrale naar je huis transporteren staat
er meer dan 70 000 Volt.
ELEKTRISCH VERMOGEN Een elektrische stroom I tussen twee punten
waartussen een potentiaalverschil U bestaat,
levert een vermogen van P = U x I
Symbool : U
Eenheid: W (Watt)
WEERSTAND In elke materiaal kost het voor elektronen een
bepaalde hoeveelheid energie om er doorheen
te bewegen. Elk materiaal heeft zijn eigen
weerstand.
Symbool: R
Eenheid: Ω (Ohm)
DE WET VAN POUILLET R = ρ x L /S
ρ = de soortgelijke weerstand van materiaal
L = lengte in meter!
S = doorsnede
→ Langere kabel? Hogere weerstand
Gedownload door Lisa Decock (decocklisa6@hotmail.be)
, lOMoARcPSD|5148096
→ Dikkere kabel? Lagere weerstand
JOULE EFFECT De doorgang van de stroom in een geleider
brengt warmte met zich mee.
DE WET VAN JOULE De elektrische stroom verliest energie bij zijn
doorgang doorheen de geleider en wordt
omgezet in warmte. Het verlies door verhitting
in de geleider wordt aangegeven door:
→W=Pxt
→W=UxIxt
→ W = R x I² x t
Hoe hoger de weerstand, hoe hoger de
temperatuur.
DE WET VAN OHM Het is logisch dat stroom, spanning en
weerstand in nauw verband met elkaar staan.
→ Hoe hoger de weerstand van een
stroomdraad, hoe meer energie het kost voor
de elektronen om er door te bewegen. Dus de
spanning over de draad wordt hoger.
→ Hoe hoger de stroomsterkte, dus hoe veel
elektronen er tegelijk door de draad heen
willen bewegen, hoe moeilijk het ook wordt
voor een elektron om er door te komen. Dus de
spanning wordt ook groter.
→ R = U/I
KORTSLUITING Er is contact tussen 2 geleiders (bv.draden),
zonder dat er een verbruiker in de stroomkring
aanwezig is. Hierdoor ondervindt de stroom
enkel de weerstand van de kabel zelf. Daarom
zal de stroomsterkte enorm hoog oplopen. De
wet van Ohm verklaar dit.
ZEKERING De stroom loopt door de zekering en gaat
verder. Als de stroomsterkte te hoog wordt,
dan brand het draadje door. Hierdoor springt
de zekering af.
SERIESCHAKELING 1) I = I1 = I2 = I3
2) U = U1 + U2 + U3
3) R = R1 + R2 + R3
PARALLELSCHAKELING 1) I = I1 + I2 + I3
2) U = U1 + U2 + U3
3) 1/R = 1/R1 + 1/R2 + 1/R3
Gedownload door Lisa Decock (decocklisa6@hotmail.be)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper samtheeuws. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.