Materiaalkennis
Hoofdstuk 2: Kleefvoering
Inleiding
• Tussenvoering
o Klevend of niet klevend
▪ Fusibles of sew ins
• Laat bovenstof beter tot zijn recht komen: mooier uitzicht kledingstuk
• Toepassing kleefbare tussenvoering: belangrijke aspecten:
o Aanpassen aan stof (bv. te zwaar of te licht)
o Respecteren van kleefcondities (vermijden blaasvorming of doorslag)
• Jassen, rokken, hemden, pelsindustrie, schoenen & tassen, mutsen en hoeden
• “Elk textielmateriaal dat voorzien is van een kleefstof en door warmte, druk en tijd blijvend aan
een ander textielmateriaal wordt bevestigd en dit bepaalde gebruikseigenschappen verschaft.”
• Andere benamingen: tussenlaag, instrijklaag, inkleefstof, fixeerbare tussenvoering / vlieslaag, …
• Engels: (fusible) interlining – Frans: entoilage thermocollante – Duits: fixiereinlage
Indeling van kleefvoering naar functie
• Stabiliserende kleefvoering
o Stof steviger maken op bepaalde plaatsen:
▪ Op plaatsen waar veel gestikt moet worden: zakken, borduursels, …
▪ Tegen uitscheuren van knopen & knoopsgaten
▪ Tegen lossen van naden in losgeweven stoffen
▪ Uitrekken voorkomen bij schuine naden: schoudernaden, HU, AG
• Verstijvende kleefvoering
o Stof voorzien van stevige greep, bv. tailleband, zakdelen, polsboorden, kragen
• Vormgevende kleefvoering
o Zekere vorm aan materiaal geven, bv. hoeden, …
• Vullende (kleef)voering
o Volume geven aan artikel, bv. aan mouwkop, waddings
o Isolatie: warmte binnenhouden
• Fire blocker bij brandweer
Soorten kleefvoeringen ngl. het textielsubstraat
• Vliesstoffen (nonwovens)
o Meest toegepast ➔ goedkoop
o Minst zichtbaar, licht
o PES, CV, PA, PAC, Co, Wo
o PES: allergoedkoopste – PA: soepeler & duurder
o Parallel-, kruis- of wirwarstructuur
o Indeling vliesstoffen volgens gewicht:
▪ Lichte, (25 g/m2) middelzware (70 g/m2), zware (150 g/m2), zeer zware VSen
o Soms versterkt met kettingsteek in lengtezin op ≠ breedtes (zie afbeelding)
o Niet geschikt voor voiles (voiles = te licht)
,• Geweven kleefvoering
o Lijnwaad-/linnenbinding, keperbinding of satijnbinding
o Zwaarder dan vliesstof
o CO, CV, Modal, Wo, paardenhaar, PES, PA, PAC
o Weinig elastisch, maar te beïnvloeden d.m.v. getextureerde garens (in inslag)
▪ Bi-elastisch: getextureerde garens in zowel ketting als inslag (zie afbeelding)
o Weefdichtheid bepaalt beweeglijkheid (volume & stabiliteit)
o Massa vaak tussen 50 – 150 g/m2
• Gebreide kleefvoering
o Minder belangrijk ➔ drukt door
o Vnl. kettingbreisels (Raschel of Charmeuse) of inslagbreisels (Jersey)
o PES, PA, PAC, CV, Modal
o Massa tussen 60 – 150 g/m2
o Enkel voor zware kleefpunten
o Enkel voor mantels, blazers
o Vnl. voor elastische bovenstof
o Kettingbreisels elastisch in lengte- en breedtezin
o Elasticiteit te beperken d.m.v. inslagdraden: niet meer rekbaar in lengtezin
De hechting van het textielsubstraat met de tussenvoering (= fixeren)
• Kleefvoering met kleefstof op OO kant stof + in lengterichting leggen
• Geheel onderbrengen i/e (dis)continue fixeerpers – voorzien v/e verwarmde wals/bovenplaat
• Parameters: warmte + druk + tijd + afkoeling
o Bekomen smeltpunt kleefmiddel (thermoplasten) → druk + T° → blijvende verandering
→ afkoeling → blijvende hechting (met bovenstof)
• Hechting! Ook na wassen & chemisch reinigen!
• Correct:
• Foutief
o Doorslag: doordringen kleefmassa naar bovenstof. Kleefmassa te zien aan O stof
o Terugslag: doordringen kleefmassa door vlies
o Doorslag + terugslag (= doorslag): doordringen kleefstof door beide lagen
o Te weinig doordringen kleefstof in bovenstof (gaat geen hechting geven)
o Samenvloeien van de kleefmassa
Soorten kleefmiddelen
• Thermoplasten: week bij bepaalde T° & verkleefbaar met bovenstof – afkoeling ➔ hechting
• PE (polyethyleen)
o Aanwending in twee vormen: hoge (LDPE) en lage druk (HDPE)
o Goed wasbestendig → in materialen die dikwijls gewassen dienen te worden
o Glanzende laag op vlies
o HDPE (high density PE)
▪ Lagedrukpolyethyleen
▪ Hoge dichtheid
▪ T°s: 125 – 140°C
▪ Harde greep
▪ Goed kookwasbestendig + chemisch reinigbaar
▪ Glad of in puntvorm aangebracht
, o LDPE (low density PE)
▪ Hogedrukpolyethyleen
▪ Lage dichtheid
▪ T°s: 100 – 120°C
▪ Grotere risico op door- en terugslag
▪ Wasbestendig tot 60°C, niet chemisch reinigbaar (goedkoop)
▪ Kleindeel fixeren
• PA + copolymeren (= ‘multivariabel’)
o Belangrijkste kleefstof voor kleefvoeringen in de kledingindustrie
o Lage kostprijs
o Goede gebruiks- en verwerkingseigenschappen
o Goede hechting met natuurlijke stoffen (Wo, Co, blends)
o Multivariabel: lager smeltpunt (T°s: 70 – 130°C) door copolymerisatie
o PA met T°s < 100°C voor leder en pels
o Redelijk goed wasbestendig, indien modificatie PA
• PES + copolymeren (= ‘multivariabel’)
o Goede hechting met synthetische stoffen
o Chemisch reinigbaar
o Goed voor bloezen
Opouw van de kleefpunten – Verdeling van de kleefmassa op het substraat
• Glad: vnl. HDPE, harde glanzende laag
• In puntvorm: alle kleefmiddelen
o Lijnpunten
▪ Op 1 lijn geteld/inch2 ➔ MESH (hoe hoger meshgetal, hoe meer kleine puntjes)
o Computerpunten (CP)
▪ Geen herkenbare lijnen in lijmpunten ➔ moiré-effect
▪ Willekeurig aantal lijmpunten/cm2
Het aanbrengen van kleefvoering: fixeren
• Continu: doorloopfixeermachine
• Discontinu: vlakpers (plakpers) & stijkijzer (niet voor grote oppervlakken ➔ blaasvorming)
Fixeerparameters
• Temperatuur (140 – 160°C; 115°C voor PE)
o Ingestelde fixeertemperatuur op de machine
o Fusietemperatuur – meten!
▪ Invloeden: stofdikte, vezelsamenstelling, vochtgehalte, inwerkingstijd
• Druk (niet glijdende beweging): 10 N/cm2 = 1 bar (ook machineafhankelijk)
• Fixeertijd (3 – 8 sec): hoe dunner de stof, hoe korter de fixeertijd
• Afkoeling: vlakke afkoeling = hechting!
• Damploos voor zijde, wol en blends
• Richting