Vragen: Deel 1
Geschiedenis
Vragen: Deel 1
Wie is Albert II:
Albert Felix Humbert Theodoor Christiaan Eugène Marie (Brussel, 6 juni 1934) van België. Tussen 9
augustus 1993 en 21 juli 2013 was hij de zesde koning van België. Hij is de jongste zoon van Koning
Leopold II en koningin Astrid. Hij volgde zijn broer Boudewijn op na zijn dood. Hij vervulde zijn
legerdienst bij de Marine. Hij is getrouwd met Paola Ruffo de Calabria en zij hadden samen drie
kinderen: Filip, Astrid en Laurent. Hij is vooral bekend voor zijn buitenechtelijke dochter, prinses
Delphine.
Wie is Milan Kundera:
Hij is een Tsjechische schrijver (Brno, 1 april 1929) die in 1975 verhuisde naar Frankrijk en daar
docent in de vergelijkende literatuurwetenschappen werd. Zijn werken waren humoristisch, cynisch
met een melancholische ondertoon. Hij schreef vooral over de situatie in zijn geboorteland sinds het
communisme. Eén van zijn bekendste werken is De ondraaglijke lichtheid van het bestaan. Het is een
filosofische roman die zich afspeelt in hoofden van vier hoofdrollen met verschillende achtergronden
en denkbeelden. Volgens het weekblad Respekt lijkt het erop dat Kundera in 1950 een
anticommunistische activist Miroslav Dvořáček, bij de politie aangaf.
Wat is de ondraaglijke lichtheid van het bestaan:
De ondraaglijke lichtheid van het bestaan van Milan Kundera is een moderne klassieker. Kundera
vervlecht de politieke situatie tijdens de Praagse Lente met het liefdesleven van zijn personages. De
ondraaglijke lichtheid van het bestaan betekende de internationale doorbraak van Milan Kundera.
Het boek heeft ook een succesvolle The Unbearable Lightness of Being door Philp Kaufman. De
bestseller gaat over de essentie van de liefde en seksualiteit tegen de achtergrond van de roerige
naoorlogse Tsjechische geschiedenis bereikte hij miljoenen lezers.
De roman beschrijft het leven van Tomas, Tereza, Sabina en Franz. Het maakt een diepgaande
analyse van de basismechanismen van hun bestaan en is doorspekt met filosofische en
psychologische commentaar van de auteur.
Tomas, de lichtheid. Tereza, de zwaarte. Sabina, het verraad. Franz, de droom. Vier personages, vier
manieren om in de wereld te staan, en het verhaal van hun botsing. Tomas ontmoet Tereza en
trouwt met haar, maar kan zijn hang naar losse relaties niet opgeven. Sabina is zijn favoriete
minnares: ook zij wil zich niet binden. Wanneer Franz, haar nieuwe geliefde, zijn vrouw voor haar in
de steek wil laten, verdwijnt ze dan ook uit zijn leven. Hij zet zijn Grote Mars voort, terwijl Tereza en
Tomas alsnog beleven wat onmogelijk leek: een idylle.
Het idee van ondraaglijke lichtheid komt uit het tegenovergestelde van Nietzsches idee van eeuwige
terugkeer. Kundera vraagt zich af of om het even welke betekenis of gewicht aan het leven kan
worden toegeschreven, aangezien er geen eeuwige terugkeer is. Als de mens slechts de kans heeft
om een weg te proberen, om een besluit te nemen, is er geen punt van vergelijking en geen
betekenis maar in plaats daarvan ondraaglijke lichtheid. Geen besluit kan als moreel worden
beschouwd als wij wegen niet kunnen vergelijken.
1
, Vragen: Deel 1
Wie is Louis-Ferdinand Céline:
pseudoniem van Louis Ferdinand Destouches, (Courbevoie, 27 mei 1894 – Meudon, 1 juli 1961) was
een Frans medicus, schrijver en antisemitisch polemist. Hij is na Marcel Proust een van de meest
vertaalde Franse auteurs uit de twintigste eeuw. Van beroep was hij arts. Zijn literaire werk
combineert nihilisme en pacifisme, in een levendige (humoristisch-ironische) stijl. Céline is
controversieel, omdat hij tussen 1937 en 1941 enkele rabiaat antisemitische werken publiceerde, die
tijdens de Tweede Wereldoorlog en in oktober 2008 werden herdrukt.
Wat is Reis naar het einde van de nacht, Voyage au bout de la nuit:
Is het romandebuut van Louis-Ferdinand Céline uit 1932, verschenen in Parijs. Reis naar het einde
van de nacht beschrijft de wederwaardigheden van hoofdpersoon Ferdinand Bardamu, feitelijk een
alter-ego van Céline. Hij wordt op bijna autobiografische wijze gevolgd, eerst tijdens de Eerste
Wereldoorlog, aan het front in Vlaanderen (1917), waar hij een onderscheiding kreeg en blijvend
lichamelijk letsel opliep; vervolgens is er sprake van een kortstondige en ongelukkige koloniale
loopbaan in Afrika (1916-1917); later gaat hij naar de Verenigde Staten, waar hij onder meer de
werkomstandigheden bij Ford in Detroit onderzoekt (Céline deed dat zelf ook en publiceerde rond die
tijd zijn kritisch essay La médecine chez Ford). Uiteindelijk eindigt Bardamu (net als ook weer Céline
zelf) als arts in Clichy, een voorstad van Parijs.
Reis naar het einde van de nacht wordt in belangrijke mate getypeerd door Célines levendige
taalgebruik, met gebruik van hyperbolen en het procedé van weglatingen (het overslaan van
passages, die de lezer dan zelf mag invullen). Toch kan zijn taalgebruik in Reis naar het einde van de
nacht qua taal nog aansluiting vinden bij klassieke prozavormen en heeft Céline het voor zijn latere
werk typerende ritmische taalgebruik (zijn “petite musique”, met de kenmerkende drie puntjes) nog
niet gevonden. Dat neemt niet weg dat veel Céline-liefhebbers Reis naar het einde van de nacht nog
altijd zien als een hoogtepunt, voor menigeen hét hoogtepunt uit Célines oeuvre
Wie is Anne Morelli:
Anne Morelli (14 februari 1948) is een Belgische historica van Italiaanse origine gespecialiseerd in de
hedendaagse geschiedenis van religies en minderheden. Ze is als professor verbonden aan de Vrije
Universiteit Brussel waar ze vakken doceert met betrekking tot historische kritiek, Belgische
overheidskwesties, godsdienstgeschiedenis, interculturele contacten en geschiedenisdidactiek. Ze is
tevens adjunct-directeur van het Interdisciplinair Centrum voor de studie van Religie en Secularisme.
Morelli noemt zichzelf een atheïst en is een aanhanger van het extreemlinkse gedachtegoed. Ze is
bekend omwille van haar standpunten over sekten en nieuwe religieuze bewegingen. Net als andere
sociologen en historici meent ze dat de Kerk enkel verschilt van sekten op het gebied van hun
machtsrelatie. Volgens haar zijn sekten, in navolging van Michel Foucault, "totalitaire instellingen"
zoals kloosters, gevangenissen, ziekenhuizen (enzoverder) die mensen als een nummer behandelen
en vervolgens de indruk geven dat er een uniform geheel kan worden gevormd.
De grote mythen uit de geschiedenis van België, Vlaanderen en Wallonië:
De romantiek lanceerde in de 19de eeuw het idee dat elk volk een ziel heeft waarmee het zich
onderscheidt van andere volkeren. Historici gingen op zoek naar deze ziel en vonden in het verleden
feiten die, met de nodige interpretatie, voor deze identiteit konden zorgen. Ook vandaag nog blijven
deze clichés en stereotypen voortleven. Er werden mythen gecreëerd om de ideologie van de
Belgische natie en monarchie te doen doorsijpelen. Deze mythen worden nu afgelost door nieuwe
mythen en symbolen: Waalse, Vlaamse en Europese Onder leiding van Anne Morelli gidsen de beste
Nederlandstalige en Franstalige Belgische historici en sociologen ons door de coulissen van een
geschiedenis die ''gefabriceerd'' werd. De oude Belgen, Clovis en Karel de Grote, Godfried van
Bouillon, Pieter de Kluizenaar, de Guldensporenslag, Jules Destrée, de revolutie ('omwenteling') van
2