H1: inleiding en probleemstelling
Probleemstelling: geweld wordt gekoppeld aan religie.
wanneer de godsdienst onder druk komt te staan, wordt de kern van de religie duidelijk.
H1: probleemstelling om na te denken over het monotheïsme niet gaat over geloof, maar over geloofskritiek
o Wrm? Met structuur analyseren wrm geweld en verband met geloof
o Essentie: wanneer mono in twijfel wordt getrokken (met verhaal van de moraal als god dood is …)
o Bekritiseren van afgoden (profeten strijden tegen afgoden)
= Mens altijd geneigd om iets anders in plaats te zetten van god
o Vraag Ivan god mens Nietzsche (gevaar waarheidsdenken)
o Verering van het gouden kalf (10 geboden = ethiek van het christendom)
1.1 Waarom RZL in MV?
1. Religie is zeer actueel (IS, vluchtelingen brengen culturele en religieuze achtergrond met zich mee,
polarisering door terreur)
2. Sociaal agogisch werk
Opgeleid om te werken met mensen, geïnteresseerd in mensen
Mens niet als object, wetenschappelijk maar kunnen kijken naar de achtergrond
3. Impact religie op mens / groep kan zeer bepalend zijn
Om te werken met mensen moet je hun religie ook kennen
Bv militairen in Jodenbuurt als beveiliging Antwerpen militairen droegen arafat schalen =
symbool van terreur tegen joodse gemeenschap door actualiteit (joden voelden zich onveilig
en beledigd)
4. Basiscompetentie = kunnen reflecteren
Open geest
Mens is geneigd te oordelen zonder te denken (zoals muurschilderij in Brussel)
Gewoontes kunnen doorbreken en andere verbanden leren leggen (ook met dingen die je niet kent)
5. In alles wat gebeurt gaan we zien dat de mens daar vatbaar voor is. (Vb. artikel over OH in IJsland wil een
tempel van Thor en Odin (oude goden) subsidiëren, daar afkeer van de mensen tegen katholicisme dus mens
heeft nog steeds iets nodig dat hem overstijgt, plaats waar mensen samen kunnen komen) men probeert
orde te scheppen in de chaos (kan vb door een horoscoop) de mens is vatbaar voor iets wat hem overstijgt
en hem gelukkig maakt.
Religie gaat niet over god, maar over de mens (die vanuit een bepaalde vraag de religie creëert, niet de inhoud
van de religie, maar dat de mens gericht is naar iets overstijgend iets heiligs) Nietzsche! Het verlangen van de
mens naar iets hogers, transcendent.
1.2 De legende van de Grootinquisiteur, F. Dostojewski (19e eeuw)
Religie lijkt in crisis, onze (christelijk, westerse) WAT is er in crisis??
= religie wordt als eerste in de 19e E in vraag gesteld / eraan getwijfeld
Waarom? worsteling met religie in de 19e : “Als god niet zou bestaan, is moraal dan nog mogelijk of is alles dan
veroorloofd?” / “leidt secularisatie (aardse leven, zonder god) niet tot immortaliteit (wanneer alles mogelijk is)?”
vraag van de moraal: hoe weet ik hoe ik goed moet doen als god het niet zegt?
koppeling met ethiek (zie je in de literatuur, kunst, filosofie)
Hierdoor gaan we de essentie van het monotheïsme zien:
, Religie gaat over het feit dat de mens in iets geloofd / gericht is op iets van hem overstijgt (geen subjectief
gevoel, maar het feit dat de mens in iets geloofd, gericht is op iets heiligs, over de mens zelf en god was daar
het antwoord op)
Uitweiding van de Christelijk moraal:
Krijgt vorm vanuit Jezus waar god liefde is (niet wet)
Uit liefde heeft god jezus naar de aarde gezonden om voor ons te sterven (erfzonde)
Leven zoals Jezus ons heeft voorgedaan (= jood)
Tien geboden volgen (= joodse wet)
Naastenliefde (bemin uw naasten als uzelf)
Vijandsliefde (bergrede Mattheus nieuw testament)
- Mattheus biedt zijn andere wang, einde oog om oog, tand om tand principe (dit was oude test)
Vb. van het wankelend geloof in de 19e E: verhaal in roman Dostojewski: gebroeders Karamazow
Roman 19e E van Dostojewski: misdaad en straf, vaak filosofisch opgesteld met dialogen
Russische personages zijn passionele wezens (hartstocht)
Inhoud gebroeders Karamazow:
Vader en 3 zonen komen samen om iets te vieren en gaan langs graf moeder.
Vader is dom, een vrouwenzot en drinkt teveel, leert een vrouw kennen waar hij verliefd op wordt.
Oudste zoon (zoals vader) en vader verliefd op zelfde vrouw
Oudste zoon dood vader uiteindelijk uit jaloezie
gaat vooral over Ivan (pleeggezin: kil en koud, intelligent, atheïst) en jongste zoon Aljosa (gaat naar klooster,
warm opgegroeid, iedereen houd van hem, mensenvriend)
Aljosa vindt wereld onrechtvaardig, oplossing = GOD en klooster
wil de waarheid
Ivan en Aljosa gaan op een gegeven moment in discussie
Over morele kwesties (Ivan begint)
Vraagt zich af wat ze van krantenartikels moeten denken
Christendom vraagt om van onze naasten te houden als van onszelf MAAR kijk naar de krant
(Russisch / Turkse oorlog: zeer gewelddadig, kind gestraft door buiten in de kou te zitten doordat het
in zijn bed plaste, en het kind riep help mij ‘god’) en vraagt: hoe kan ik daar nu van houden?
= vraag die het christendom in twijfel trekt
Verwijst naar de Erfzonde = verhaal aards paradijs
GENESIS (= ontstaan) 2: tweede scheppingsverhaal: het aards paradijs (7dagen) in het oude testament
Alles in harmonie met ADAM
Met komst EVA (geschapen uit de rib van ADAM) opdracht van god:
Voor aardsparadijs zorgen
Niet eten van de vruchten van de Boom van Onsterfelijkheid / Boom van Goed en Kwaad
Slang verleid EVA eet wel van de vrucht
DAARDOOR is het leven zo zwaar
= door de mens NIET door god.
worden uit het aards paradijs gezet
Straf slang geen poten
Straf mens zwaar leven / moeite met partner vinden / pijn bij geboorte
Getekend door verlangen
iets wat hij wil maar niet aankan (aards paradijs)
Religie = rationeel systeem om het leven uit te leggen.
Erfzonde = alle nakomelingen van adam en eva zijn ook belast met deze zonden (dat de mens afgescheiden is van
het absolute geluk, altijd een tekort maar wel verlangd).
, Ivan zegt: “is wat het christendom van ons vraagt eigenlijk mogelijk?” en “is jezus christus wel de verlosser
van de mens?” als het christendom vraagt dat ik moet houden van mijn naasten als van mijzelf, dan geloof ik
niet dat jezus de mens verlost heeft van de erfzonde.
Waarom moet ik daar nu zo lang op wachten?
Hij wil RECHTVAARDIGHEID
Ik wil het kunnen zien dan pas geloven!
De legende van de grootinquisiteur = verhaal in een verhaal, discussie tussen ivan en Aljosa in het boek de
gebroeders Karamazow
Ivan vertelt probleem met christendom: is jezus nu weldegelijk de verlosser van de mens?
Inhoud verhaal
Spanje, 16e E., katholiek, verdrijven tal van volkeren en daarna installeren ze een katholieke rechtbank (=
inquisitie)
o Inquisiteur is meestal bisschop die op dat moment rechter is
o Wordt geoordeeld over de ketters (die het christendom niet volgen)
o Bedoeling: voorgelezen hoe je een goed christen moet zijn en dan krijgt de mens de kans om zich
aan te geven om zo met zichzelf in het reine te kunnen komen (verzoenen zonder straf te hebben)
ook anderen kon je aangeven (vaak rivalen of concurrenten)
o In kerkelijk rechtboek stonden tal manieren hoe je iemand tot bekentenis kon laten dwingen =
marteltechnieken
Jezus komt terug naar de wereld (aarde) hij wandelt door sivilia, maar zegt niks. Iedereen herkent hem en
loopt achter hem aan. Dood kind wordt terug levend wanneer jezus voor die kerk passeert. (hij laat de
doden opstaan) de 90 jarige inquisiteur ziet dat en laat jezus naar de gevangenis brengen. Groot-inquisiteur
vertelt monoloog over wat hij vindt van jezus’ terugkomst op aarde ‘Waarom teruggekomen om ons te
storen?’
o Korte samenvatting waarom hij de inquisiteurs komt storen: ooit de kans gehad om de mens te
verlossen, maar je hebt het niet gedaan. Je bent wel liefde, maar je houdt niet van de mens. Je hebt
de waarheid geweigerd te nemen.
Gaat over passage uit Jezus’ leven (nieuwe testament): de verzoekingen/verleiding van Jezus
in de woestijn. Jezus wordt verleid door de duivel (iets dat verschijnt om een discussie aan te
gaan, is geen figuur) in de woestijn.
Jezus 40 dagen vast in de woestijn. De duivel komt en daagt jezus uit (als zoon van God) om
stenen tot brood te veranderen (eerste verzoek). Jezus houdt stand en zegt ‘de mens leeft
niet van brood alleen, maar van alles wat uit Gods mond komt’. Duivel neemt jezus mee
naar Jeruzalem en daagt jezus uit om van de berg te springen want engelen zullen hem toch
opvangen (2e verzoek) ect. Jezus zegt: ‘Ge zult God niet op de proef stellen’. Duivel stopt niet
en zegt tegen Jezus: ‘Zie je daar in de verte al die koninkrijken liggen? ‘Als jij voor mij
neerknielt en mij aanbid, dan krijg jij al de macht van die koninkrijken.’ God zegt: ‘Weg
Satan, gij zult alleen god aanbidden en hem alleen dienen.’
Wat wil de groot-inquisiteur nu zeggen: je hebt de mensen iets beloofd, nl dat ze vrij kunnen zijn, dat ze zich
niet laten leiden door iets materieel (vb brood), de mens mag enkel zich richten tot god de volledige
overgave, maar de mens kan dat niet aan (die vrijheid). De mens heeft figuren nodig waar hij zich kan
achterzetten. Wij, inquisiteurs potentaten zijn de leiders en niet god. Wij zijn de eigenlijk de verlossers van
de mens. Wij tonen wat macht is, wat eer is, geven hem wat hij nodig heeft. De mens onderwerpt zich daar
graag aan. Je had beter brood gegevens en de politieke macht genomen. Uw naïviteit hebben wij nu
opgelost. Wij bevrijden hem en leiden hem naar het absolute geluk. Wij hebben wel iets moeilijks moeten
doen nl. liegen tegen het volk. Wij doen wat we doen in jezus/god zijn naam, dus wij spreken in uw naam. En
nu kom je terug en iedereen volgt jou weer. Je hebt je kans gehad, niet genomen, dus laat ik je morgen
verbranden.