BEROEPSETHIEK
HOOFDSTUK 1: INLEIDENDE BEGRIPPEN
1.1 MORAAL EN ETHIEK, WAARDEN EN NORMEN
MORAAL (latijns: mos, mores) Zede of gewoonte
WAARDEN EN NORMEN Opvattingen over wat er waardevol is in het leven
MORELE VRAGEN Gaan over goed en kwaad, over de manier waarop
mensen zouden moeten leven
MORELE OPVATTINGEN Een antwoord op de vraag hoe men zich goed en
verantwoordelijk kan gedragen
ETHIEK (grieks: ethos) Zede of gewoonte
Ethiek = moraal vroeger
ETHIEK (NU) Systematische reflectie op morele vragen, op basis
van rationele argumenten
WAARDEN Idealen die wezenlijk zijn voor de kwaliteit van het
leven
NORMEN Op waarden gebaseerde handelingsvoorschriften. Ze
geven een concrete inhoud aan waarden.
Zelf opgelegde regels, die gedrag voorschrijven
betreffende goed samenleven, maar dei daarom niet
altijd zijn geëxpliciteerd zijn.
Von Schmidd defineert een morele norm als: Een gebod of verbod dat in een groep een bepaald
draagvlak heeft
Volledig draagvlak Iedereen is het volledig eens met de morele norm
Een deugd Een min of meer vaste goede eigenschap van een
persoon, die ertoe leidt dat hij moreel juist handelt
voorbeelden van waarden en normen:
• Norm: Als je in de trein zit, draai je gaan harde muziek.
Waarde:
• Norm: Ik mag gaan en staan waar ik wil.
Waarde:
• Norm: Als je iets gestolen hebt, dan word je daarvoor gestraft.
Waarde:
• Norm: Als je iets ergens van vindt, mag je dat gewoon zeggen.
Waarde:
, • Norm: Je houdt hierbij echter wel rekening met de gevoelens van anderen.
Waarde:
• Norm: Wanneer je aan het werk bent, ga je niet urenlang privé bellen.
Waarde:
• Norm: Je gooit geen afval uit je auto.
Waarde:
• Norm: Je draait midden in de nacht geen harde muziek, terwijl de buren liggen te slapen.
Waarde:
• Norm: Je staat op voor ouderen of zwangere vrouwen, bijv, in het openbaar vervoer.
Waarde:
BELANGRIJK!
als er meningsverschillen ontstaan over normen, kan het nuttig zij om uit te zoeken wat de achterliggende
waarde is. Soms blijkt die hetzelfde te zijn conflict wordt minder scherp als beide partijen dit weten
mogelijks ruimte voor wederzijds begrip
waarden en normen : niet af te leiden van de werkelijkheid MAAR verbonden aan een levensvisie, aan
idealen over hoe het leven zou moeten zijn
moraal : kan gebaseerd zijn op intuïtie, emoties of rationele overwegingen
Moreel gedrag : kan deels verklaard worden vanuit biologische processen en vanuit de evolutie
moraal : niet statisch
morele opvattingen : veranderen in de tijd
veel deugden komen overeen met waarden of zijn aan waarden te koppelen.
Waarden = abstracte cognitieve begrippen Deugden = aan een specifieke persoon gekoppeld. Ze
zijn een onderdeel geworden van het karakter van
een persoon
!! het kan per cultuur verschillen wat men als deugd
beschouwt en wat niet
,1.2 MORELE KWESTIES SPELEN OP VERSCHILLENDE NIVEAUS
onderscheid tussen:
micro-niveau: morele vragen gaan over de manier waarop je van mens tot mens met elkaar zou
moeten omgaan, het gaat hier over alle menselijke relaties
mesoniveau: het betreft hier organisaties, instellingen
macroniveau: het betreft hier de samenleving als ruimere context
1.3 ETHIEK EN IDENTITEIT
IDENTITEIT VOLGENS VERHAEGHE Identiteit heeft alles te maken met ethiek
Steeds een product, een constructie op grond van
een wisselwerking tussen degene die de identiteit
draagt en de ruimere omgeving
IDENTITEIT INHOUD Min of meer samenhangend geheel van waarden en
normen die teruggaan op de door de groep gedeelde
opvattingen en ideologie
IDENTITEIT Onze identiteit is een verzameling van ideeën die de
buitenwereld op ons lijf geschreven heeft
als dat samenhangende geheel ingrijpende wijzigingen ondergaat : gevolgen voor de daarbij aansluitende
identiteiten. ze zullen evolueren in de richting van het nieuwe ‘narratief’ met de nieuwe waarden en normen
WIJZIGINGEN IN DE MAATSCHAPPIJ?
• tot 2e helft 20e eeuw : religie bepaalde vooral het morele gezag
• vanaf 2e helft 20e eeuw : wetenschap neemt de fakkel over (DE REDE)
• belangrijkste kanteling in intellectuele geschiedenis van het WESTEN:
o levende wezens kunnen veranderen (religieuze doctrine: God heeft alles geschapen, het
hiernamaals biedt verlossing)
• de maatschappij en de mens zijn MAAKBAAR; wetenschappelijke kennis zou leiden tot de beste
maatschappij
• SCIENTISME = alles is te regelen zoals naar het model van de natuurwetenschappen
o evidence based: protocollen zullen altijd en overal werken, want ze berusten op algemeen
aanvaarde wetenschappelijke kennis
• zowel religie als sciëntisme installeren bij het individu een verdeelde identiteit, die haar vertrekpunt
vindt bij de overtuiging dat men niet voldoet. Ik ben slecht of zondig of irrationeel en dom
• het accent ligt in vergelijking met vroeger ( vooruitgang van de maatschappij) vanaf het laatste
kwartaal van de vorige eeuw op de maakbaarheid van het individu (psychologisch, lichamelijk,
sociaaleconomisch)
, • toename van bepaalde psychiatrische stoornissen: zelfverwonding en eetstoornissen ( lichaam) ,
depressie en persoonlijkheidsstoornissen ( identiteit)
• neoliberalisme: de markt zijn gang laten gaan ( de staat is ondergeschikt aan de verondersteld vrije
markt)
• meritocratie: loon naar werken, iedereen krijgt wat hij verdient ( macht (kratos) dankzij inzet
(merit))
• “survival of the fittest”
VERHAEGHE:
geen rooskleurig beeld op de huidige maatschappij en het effect daarvan op het individu
neoliberale versie van de vrije markt heeft tot een losse verzameling individuen geleid, die alleen uit
zijn op eigen voordeel
het doorgedreven individualisme zorgt voor onderlinge competitie en wantrouwen
DIRK DE WACHTER: het einde van de normaliteit
boek ‘borderline times’ : minder fraai beeld over de huidige maatschappij
we leven in een borderline-maatschappij want de maatschappij voldoet aan alle criteria van de
Borderline Persoonlijkheidsstoornis (BPD)
verband tussen maatschappij en psychopathologie van zijn bewoners :
o psychiatrie = spiegel van de wereld waarin we leven
o patiënten zijn de symptoomdragers van een ziektebeeld waaraan een hele maatschappij lijdt,
en dus is er weinig verschil tussen patiënten en niet-patiënten
CIJFERS VAN HET BOEK
• Bijna 165.000.000 ( 38%) mensen lijden onder depressie, angststoornissen, slapeloosheid, dementie
volgens een telling in 30 Europese landen
• 1 op de 4 Belgen is in behandeling voor depressie of een andere psychiatrische aandoening
• Meer dan 1.100.000 Belgen kochten in 2009 minstens 1 doosje antidepressiva
• Minstens 220.000 mensen lijden aan een dwangstoornis
• Rilatinegebruik bij Vlaamse kinderen met de diagnose ADHD: 2005: 15.000 >>> 2009: 30.000!
• 1 op de 166 Vlamingen heeft een autismespectrumstoornis
• In België is zelfmoord de eerste doodsoorzaak in de groep van 25 – 34 jaar, de 2° doodsoorzaak bij
mannen tussen 20 en 24 jaar, de derde doodsoorzaak bij vrouwen tussen 20 en 24 jaar